Engels
Uitgebreide vertaling voor babysitting (Engels) in het Duits
babysitting: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- baby: Baby; Kindchen; Dingelchen; Mädchen; Mädel; Säugling; Babychen; Kind; Kleine; Ding; Knabe; Kleinkind; Knirps; Sprößling; Wicht; Gör; Kerlchen; Dreikäsehoch; Kleines Kind
- sitting: sitzen; Sitzung; Séance; sitzend; Zeug; Pack; Brut; Pöbel; Gesindel; Sippschaft; Gelichter; Kanaille; Plebs; Lumpengesindel; verbleibend
babysitting:
Vertaal Matrix voor babysitting:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | baby sitting |
Synoniemen voor "babysitting":
Verwante definities voor "babysitting":
Wiktionary: babysitting
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• babysitting | → Babysitter | ↔ kinderopvang — verzorging van kinderen gedurende de afwezigheid van de ouders |
baby sitting:
Vertaal Matrix voor baby sitting:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | babysitting |