Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
-
wooden:
- hölzern; stramm; steif; schwerfällig; starr; straff; streng; prall; stier; standhaft; starrköpfig; rauh; hauteng; unerschütterlich; schneidig; unverwandt; unbeugsam; stelzbeinig; unhandlich; stümperhaft; unbehaglich; weich; lustlos; hinfällig; ungeschickt; kraftlos; umbequem; grob; lasch; lästig; flau; schwächlich; tapsig; grobschlächtig; dünn; lahm; entspannt; eckig; schlapp; hilflos; welk; schlaff; krankhaft; kantig; ungelenk; unbeholfen; schlacksig; ungehobelt; abgespannt; gebrechlich; bäuerisch; mißlich; flegelhaft; wässerig; kränklich; tölpelhaft; taktlos; täppisch; ungeschlacht; tapprig; holzig; holzartig
- wood:
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor wooden (Engels) in het Duits
wooden:
-
wooden (timber; timbre)
-
wooden (rigid; stiff)
stramm; steif; schwerfällig; starr; straff; hölzern; streng; prall; stier; standhaft; starrköpfig; rauh; hauteng; unerschütterlich; schneidig; unverwandt; unbeugsam; stelzbeinig-
stramm bijvoeglijk naamwoord
-
steif bijvoeglijk naamwoord
-
schwerfällig bijvoeglijk naamwoord
-
starr bijvoeglijk naamwoord
-
straff bijvoeglijk naamwoord
-
hölzern bijvoeglijk naamwoord
-
streng bijvoeglijk naamwoord
-
prall bijvoeglijk naamwoord
-
stier bijvoeglijk naamwoord
-
standhaft bijvoeglijk naamwoord
-
starrköpfig bijvoeglijk naamwoord
-
rauh bijvoeglijk naamwoord
-
hauteng bijvoeglijk naamwoord
-
unerschütterlich bijvoeglijk naamwoord
-
schneidig bijvoeglijk naamwoord
-
unverwandt bijvoeglijk naamwoord
-
unbeugsam bijvoeglijk naamwoord
-
stelzbeinig bijvoeglijk naamwoord
-
-
wooden (clumsy; abstemious; unhandy; gawky; uneasy; doltish; owlish; stiff; not very good; poor)
unhandlich; stümperhaft; unbehaglich; weich; lustlos; hinfällig; ungeschickt; kraftlos; umbequem; grob; lasch; lästig; schwerfällig; flau; schwächlich; tapsig; grobschlächtig; dünn; lahm; entspannt; eckig; schlapp; hilflos; welk; schlaff; krankhaft; kantig; ungelenk; unbeholfen; schlacksig; ungehobelt; abgespannt; gebrechlich; bäuerisch; mißlich; flegelhaft; wässerig; kränklich; tölpelhaft; taktlos; täppisch; ungeschlacht; tapprig; stelzbeinig-
unhandlich bijvoeglijk naamwoord
-
stümperhaft bijvoeglijk naamwoord
-
unbehaglich bijvoeglijk naamwoord
-
weich bijvoeglijk naamwoord
-
lustlos bijvoeglijk naamwoord
-
hinfällig bijvoeglijk naamwoord
-
ungeschickt bijvoeglijk naamwoord
-
kraftlos bijvoeglijk naamwoord
-
umbequem bijvoeglijk naamwoord
-
grob bijvoeglijk naamwoord
-
lasch bijvoeglijk naamwoord
-
lästig bijvoeglijk naamwoord
-
schwerfällig bijvoeglijk naamwoord
-
flau bijvoeglijk naamwoord
-
schwächlich bijvoeglijk naamwoord
-
tapsig bijvoeglijk naamwoord
-
grobschlächtig bijvoeglijk naamwoord
-
dünn bijvoeglijk naamwoord
-
lahm bijvoeglijk naamwoord
-
entspannt bijvoeglijk naamwoord
-
eckig bijvoeglijk naamwoord
-
schlapp bijvoeglijk naamwoord
-
hilflos bijvoeglijk naamwoord
-
welk bijvoeglijk naamwoord
-
schlaff bijvoeglijk naamwoord
-
krankhaft bijvoeglijk naamwoord
-
kantig bijvoeglijk naamwoord
-
ungelenk bijvoeglijk naamwoord
-
unbeholfen bijvoeglijk naamwoord
-
schlacksig bijvoeglijk naamwoord
-
ungehobelt bijvoeglijk naamwoord
-
abgespannt bijvoeglijk naamwoord
-
gebrechlich bijvoeglijk naamwoord
-
bäuerisch bijvoeglijk naamwoord
-
mißlich bijvoeglijk naamwoord
-
flegelhaft bijvoeglijk naamwoord
-
wässerig bijvoeglijk naamwoord
-
kränklich bijvoeglijk naamwoord
-
tölpelhaft bijvoeglijk naamwoord
-
taktlos bijvoeglijk naamwoord
-
täppisch bijvoeglijk naamwoord
-
ungeschlacht bijvoeglijk naamwoord
-
tapprig bijvoeglijk naamwoord
-
stelzbeinig bijvoeglijk naamwoord
-
-
wooden (timber; wood-like; timbre)
Vertaal Matrix voor wooden:
Verwante woorden van "wooden":
Synoniemen voor "wooden":
Verwante definities voor "wooden":
wood:
Vertaal Matrix voor wood:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Gehölz | timber; timbre; wood | bush; grove; hedge; privet; shrubs; thicket |
Holz | timber; timbre; wood | bush; forest; grove; hedge; privet; shrubs; thicket |
Hölzer | timber; timbre; wood | bushes; shrubs |
- | forest; woods; woodwind; woodwind instrument | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | timber; timbre |
Verwante woorden van "wood":
Synoniemen voor "wood":
Verwante definities voor "wood":
Wiktionary: wood
wood
Cross Translation:
noun
wood
-
substance
- wood → Holz
-
wood from a particular species
- wood → Holz
-
woodland
-
firewood
-
type of golf club
- wood → Holz
-
slang: an erection
- wood → Latte
-
made of wood
- wood → Holz
noun
-
größere von Bäumen dicht bewachsene FlächeZu den sprachlichen Implikationen von „Wald“ siehe: Ludwig M. Eichinger: Der Wald in der deutschen Sprache. Vorgestern, gestern und heute. In: Der Sprachdienst 24, Heft 3, 2008, Seite 2-13.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wood | → Holz | ↔ hout — het materiaal in het binnenste van houtige planten |
• wood | → Holz | ↔ bois — Substance dure et fibreuse des arbres |
• wood | → Forst; Wald | ↔ forêt — vaste terrain couvert de bois |