Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. wood:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor wood (Engels) in het Duits

wood:

wood [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the wood (timber; timbre)
    Holz; die Hölzer
    • Holz [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Hölzer [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. the wood (timber; timbre)
    Gehölz
    • Gehölz [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wood:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gehölz timber; timbre; wood bush; grove; hedge; privet; shrubs; thicket
Holz timber; timbre; wood bush; forest; grove; hedge; privet; shrubs; thicket
Hölzer timber; timbre; wood bushes; shrubs
- forest; woods; woodwind; woodwind instrument
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- timber; timbre

Verwante woorden van "wood":


Synoniemen voor "wood":


Verwante definities voor "wood":

  1. a golf club with a long shaft used to hit long shots; originally made with a wooden head1
    • metal woods are now standard1
  2. any wind instrument other than the brass instruments1
  3. the trees and other plants in a large densely wooded area1
  4. the hard fibrous lignified substance under the bark of trees1

Wiktionary: wood

wood
noun
  1. substance
  2. wood from a particular species
  3. woodland
  4. firewood
  5. type of golf club
  6. slang: an erection
adjective
  1. made of wood
wood
noun
  1. größere von Bäumen dicht bewachsene FlächeZu den sprachlichen Implikationen von „Wald“ siehe: Ludwig M. Eichinger: Der Wald in der deutschen Sprache. Vorgestern, gestern und heute. In: Der Sprachdienst 24, Heft 3, 2008, Seite 2-13.
  1. aus Zellulose und Lignin bestehende Masse eines Baumes
  2. kleiner Wald

Cross Translation:
FromToVia
wood Holz hout — het materiaal in het binnenste van houtige planten
wood Holz bois — Substance dure et fibreuse des arbres
wood Forst; Wald forêt — vaste terrain couvert de bois

Verwante vertalingen van wood