Engels
Uitgebreide vertaling voor willingly (Engels) in het Duits
willingly:
-
willingly (gladly; with pleasure; readily)
-
willingly
bereitwillig; wohlwollend; zuvorkommend; gutwillig-
bereitwillig bijvoeglijk naamwoord
-
wohlwollend bijvoeglijk naamwoord
-
zuvorkommend bijvoeglijk naamwoord
-
gutwillig bijvoeglijk naamwoord
-
-
willingly (readily)
bereitwillig-
bereitwillig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor willingly:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | volitionally | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | readily | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bereitwillig | readily; willingly | assistent; attentive; benevolent; complaisant; good-natured; helpful; kind; lenient; mild; obliging; readiness; ready; willing |
gerne | gladly; readily; willingly; with pleasure | |
gutwillig | willingly | lenient; obliging; readiness; ready; willing |
mit Vergnügen | gladly; readily; willingly; with pleasure | |
wohlwollend | willingly | a kind manner; affectionate; amicable; amicably; benevolent; charitabel; clement; cooperative; cordial; forgiving; friendly; good-natured; gracious; hearty; kind; kind-hearted; kindly; lenient; merciful; mild; obliging; readiness; ready; sympathetic; warm; warm-hearted; willing |
zuvorkommend | willingly | a kind manner; approachable; assistent; attentive; complaisant; cooperative; forward; graciously; helpful; obliging; pliable; pliant; responsive; servient; tractable; willing |
Verwante woorden van "willingly":
Synoniemen voor "willingly":
Antoniemen van "willingly":
Verwante definities voor "willingly":
willingly vorm van willing:
-
willing
-
willing (accommodating; submissive; compliant; complaisant; tolerant; pliable; servient; yielding; obliging; tractable; flexible; simple to operate; ready)
gefällig; gefügig; entgegenkommend; bequem; folgsam; gehorsam; leicht zu bearbeiten; nachgiebig; fügsam; dienstbereit; dienstfertig-
gefällig bijvoeglijk naamwoord
-
gefügig bijvoeglijk naamwoord
-
entgegenkommend bijvoeglijk naamwoord
-
bequem bijvoeglijk naamwoord
-
folgsam bijvoeglijk naamwoord
-
gehorsam bijvoeglijk naamwoord
-
leicht zu bearbeiten bijvoeglijk naamwoord
-
nachgiebig bijvoeglijk naamwoord
-
fügsam bijvoeglijk naamwoord
-
dienstbereit bijvoeglijk naamwoord
-
dienstfertig bijvoeglijk naamwoord
-
-
willing (lenient; obliging; readiness; ready)
bereitwillig; gutwillig; wohlwollend; gutherzig-
bereitwillig bijvoeglijk naamwoord
-
gutwillig bijvoeglijk naamwoord
-
wohlwollend bijvoeglijk naamwoord
-
gutherzig bijvoeglijk naamwoord
-
-
willing (ready)
klar; bereit; einsatzbereit; geneigt; parat-
klar bijvoeglijk naamwoord
-
bereit bijvoeglijk naamwoord
-
einsatzbereit bijvoeglijk naamwoord
-
geneigt bijvoeglijk naamwoord
-
parat bijvoeglijk naamwoord
-
-
willing (benevolent; sympathetic)
-
willing (obedient; submissive; docile; servient; cooperative; tractable)
-
willing (sympathetic)
-
willing (obliging; servient; tractable)
willig; gefällig; fügsam; zuvorkommend; gehorsam; folgsam; dienstbereit; dienstfertig-
willig bijvoeglijk naamwoord
-
gefällig bijvoeglijk naamwoord
-
fügsam bijvoeglijk naamwoord
-
zuvorkommend bijvoeglijk naamwoord
-
gehorsam bijvoeglijk naamwoord
-
folgsam bijvoeglijk naamwoord
-
dienstbereit bijvoeglijk naamwoord
-
dienstfertig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor willing:
Verwante woorden van "willing":
Synoniemen voor "willing":
Antoniemen van "willing":
Verwante definities voor "willing":
Wiktionary: willing
willing
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• willing | → bereitwillig | ↔ bereidwillig — tot hulp en dienst bereid zijn of daarvan blijk geven |
• willing | → bereit | ↔ bereid — akkoord gaand, instemmend: bereid tot actie |
Computer vertaling door derden: