Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- wetness:
- wet:
-
Wiktionary:
- wetness → Nässe, Feuchte, Feuchtigkeit
- wetness → Feuchtigkeit, Feuchte
- wet → naß, feucht, nass
- wet → befeuchten, durchnässen, nass machen, nässen, nass werden, einnässen
- wet → nass
Engels
Uitgebreide vertaling voor wetness (Engels) in het Duits
wetness:
Vertaal Matrix voor wetness:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Feuchtigkeit | dampness; humidity; moistness; moisture; wetness | clamminess; dampness; dankness; fluid; humidity; juice; liquid; moistness; moisture |
Flüssigkeit | dampness; moistness; wetness | complaisance; compliance; compliantness; flexibility; fluid; fluidity; humidity; juice; liquid; moistness; moisture; pliability; pliancy; suppleness; viscosity |
Naß | dampness; moistness; wetness | fluid; humidity; juice; liquid; moistness; moisture |
Nässe | dampness; humidity; moistness; moisture; wetness | clamminess; dampness; dankness; moistness |
Verwante woorden van "wetness":
Synoniemen voor "wetness":
Antoniemen van "wetness":
Verwante definities voor "wetness":
Wiktionary: wetness
wetness
wetness
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wetness | → Feuchtigkeit; Feuchte | ↔ humidité — Traductions à trier |
wet:
-
wet (rainy; damp)
naß; regnerisch; trübe; trüb-
naß bijvoeglijk naamwoord
-
regnerisch bijvoeglijk naamwoord
-
trübe bijvoeglijk naamwoord
-
trüb bijvoeglijk naamwoord
-
-
wet (moist; wettish; damp; liquid)
feucht; naß; klamm; beschlagen; feuchtkalt-
feucht bijvoeglijk naamwoord
-
naß bijvoeglijk naamwoord
-
klamm bijvoeglijk naamwoord
-
beschlagen bijvoeglijk naamwoord
-
feuchtkalt bijvoeglijk naamwoord
-
-
to wet (squirt water upon; water)
-
to wet (moisten; dampen)
befeuchten; anfeuchten-
anfeuchten werkwoord (feuchte an, feuchtest an, feuchtet an, feuchtete an, feuchtetet an, angefeuchtet)
-
to wet (water; sprinkle)
spritzen; begießen; besprengen; bewässern; besprühen; beträufeln; sprühen; hineingießen; bespritzen-
hineingießen werkwoord (gieße hinein, gießt hinein, gieß hinein, goß hinein, goßt hinein, hineingegossen)
-
to wet (dab; moisten)
tupfen; anfeuchten; abtupfen; befeuchten-
anfeuchten werkwoord (feuchte an, feuchtest an, feuchtet an, feuchtete an, feuchtetet an, angefeuchtet)
Conjugations for wet:
present
- wet
- wet
- wets
- wet
- wet
- wet
simple past
- wetted
- wetted
- wetted
- wetted
- wetted
- wetted
present perfect
- have wetted
- have wetted
- has wetted
- have wetted
- have wetted
- have wetted
past continuous
- was wetting
- were wetting
- was wetting
- were wetting
- were wetting
- were wetting
future
- shall wet
- will wet
- will wet
- shall wet
- will wet
- will wet
continuous present
- am wetting
- are wetting
- is wetting
- are wetting
- are wetting
- are wetting
subjunctive
- be wetted
- be wetted
- be wetted
- be wetted
- be wetted
- be wetted
diverse
- wet!
- let's wet!
- wetted
- wetting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the wet (schlemiel; dolt; drip)
-
the wet (wet blanket; moper)
Vertaal Matrix voor wet:
Verwante woorden van "wet":
Synoniemen voor "wet":
Antoniemen van "wet":
Verwante definities voor "wet":
Wiktionary: wet
wet
Cross Translation:
adjective
wet
-
of an object: covered with or impregnated with liquid
-
made of liquid or moisture
-
of a woman: sexually aroused
- wet → feucht
-
cover or impregnate with liquid
- wet → befeuchten; durchnässen; nass machen
-
urinate accidentally in or on
- wet → nässen; nass machen
-
become wet
- wet → nass werden
adjective
-
mit anhaftender Flüssigkeit, mit Flüssigkeit durchsetzt, von Flüssigkeit bedeckt
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wet | → nass | ↔ nat — gedrenkt in een vloeistof, meestal water |
• wet | → nass | ↔ mouillé — Se dit du vin, du lait, ou d’une autre substance qui a été additionnée d’eau, en général frauduleusement. |