Trying in het Duits vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

trying:
- Versuchen; Probieren
- anstrengend; schwierig; problematisch; kompliziert; kritisch; bedenklich
try:
- probieren; erproben; versuchen; erfüllen; ausprobieren; experimentieren; testen; forschen; prüfen; schmecken; untersuchen; überprüfen; kontrollieren; proben; inspizieren; verurteilen; verfolgen; das Urteil sprechen; anprobieren; ersuchen; beantragen; einen Antrag machen; ansuchen; Auf die Probe stellen; nachprüfen
- Versuch; Anstrengung; Test; Experiment
Wiktionary:
- try → versuchen, probieren, kosten, Prozess, Gericht, gustieren
- try → Versuch, Anlauf
- try → bemühen, versuchen, untersuchen, probieren, testen, ausprobieren, prüfen, erproben, Probe, Prüfung, Experiment, Versuch, richten, urteilen, beurteilen, bekümmern, betrüben, grämen, kränken, quälen, Leid verursachen, Herzeleid verursachen, sich abmühen, sich anstrengen, sich bemühen, sich Mühe geben

Engels

Uitgebreide vertaling voor trying (Engels) in het Duits

trying:

trying [the ~] zelfstandig naamwoord

the trying (attempting)
Versuchen; Probieren
- Versuchen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Probieren [das ~] zelfstandig naamwoord

trying bijvoeglijk naamwoord

trying (fatiguing; tiring; enervating)
anstrengend
- anstrengend bijvoeglijk naamwoord
trying (critical; difficult; problematic; hard)
schwierig; problematisch; kompliziert; kritisch; bedenklich
- schwierig bijvoeglijk naamwoord
- problematisch bijvoeglijk naamwoord
- kompliziert bijvoeglijk naamwoord
- kritisch bijvoeglijk naamwoord
- bedenklich bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor trying:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Probieren	attempting; trying
Versuchen	attempting; trying	questions; requests
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	nerve-racking; nerve-wracking; stressful
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	enervating; trying to one's patience
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
anstrengend	enervating; fatiguing; tiring; trying	exacting; strenuous
bedenklich	critical; difficult; hard; problematic; trying	contested; controversial; debatable; disputable; disputed; dubious; imputable; open to question; questionable; shady; uncertain
kompliziert	critical; difficult; hard; problematic; trying	complex; complicated; difficult; intricate; involved
kritisch	critical; difficult; hard; problematic; trying	critical; grave; serious; worrying
problematisch	critical; difficult; hard; problematic; trying	boring; difficult; dreadful; dull; problematic; problematical
schwierig	critical; difficult; hard; problematic; trying	aggravating; aloud; annoying; boring; bothersome; complex; complicated; critical; damaging; dangerous; deafening; deceptive; delicate; difficult; dreadful; dull; hard-going; hazardous; headstrong; inconvenient; incriminating; intricate; involved; loud; obstinate; out loud; perilous; pig-headed; precarious; problematic; problematical; risky; stubborn; touchy; troublesome; unsafe

Verwante woorden van "trying":

tryingly, try

Synoniemen voor "trying":

difficult; hard
nerve-racking; nerve-wracking; stressful; disagreeable

Verwante definities voor "trying":

extremely irritating to the nerves¹
- a trying day at the office¹
hard to endure¹
- fell upon trying times¹

trying vorm van try:

to try werkwoord (tries, tried, trying)

to try (attempt; endeavour; strive; endeavor)
probieren; erproben
- probieren werkwoord (probiere, probierst, probiert, probierte, probiertet, probiert)
- erproben werkwoord (erprobe, erprobst, erprobt, erprobte, erprobtet, erprobt)
to try
versuchen; probieren; erfüllen
- versuchen werkwoord (versuche, versuchst, versucht, versuchte, versuchtet, versucht)
- probieren werkwoord (probiere, probierst, probiert, probierte, probiertet, probiert)
- erfüllen werkwoord (erfülle, erfüllst, erfüllt, erfüllte, erfülltet, erfüllt)
to try (try out; endeavour; attempt; strive; examine; test; check; pretest; endeavor)
ausprobieren; probieren; experimentieren; testen; erproben; forschen
- ausprobieren werkwoord (probiere aus, probierst aus, probiert aus, probierte aus, probiertet aus, ausprobiert)
- probieren werkwoord (probiere, probierst, probiert, probierte, probiertet, probiert)
- experimentieren werkwoord (experimentiere, experimentierst, experimentiert, experimentierte, experimentiertet, experimentiert)
- testen werkwoord (teste, testest, testet, testete, testetet, getestet)
- erproben werkwoord (erprobe, erprobst, erprobt, erprobte, erprobtet, erprobt)
- forschen werkwoord (forsche, forschst, forscht, forschte, forschtet, geforscht)
to try (taste; sample; test)
prüfen; testen
- prüfen werkwoord (prüfe, prüfst, prüft, prüfte, prüftet, geprüf)
- testen werkwoord (teste, testest, testet, testete, testetet, getestet)
to try (taste)
schmecken; prüfen
- schmecken werkwoord (schmecke, schmeckst, schmeckt, schmeckte, schmecktet, geschmeckt)
- prüfen werkwoord (prüfe, prüfst, prüft, prüfte, prüftet, geprüf)
to try (test; examine; verify; inspect; check; control)
untersuchen; prüfen; überprüfen; testen; kontrollieren; ausprobieren; erproben; proben; inspizieren
- untersuchen werkwoord (untersuche, untersuchst, untersucht, untersuchte, untersuchtet, untersucht)
- prüfen werkwoord (prüfe, prüfst, prüft, prüfte, prüftet, geprüf)
- überprüfen werkwoord (überprüfe, überprüfst, überprüft, überprüfte, überprüftet, überprüft)
- testen werkwoord (teste, testest, testet, testete, testetet, getestet)
- kontrollieren werkwoord (kontrolliere, kontrollierst, kontrolliert, kontrollierte, kontrolliertet, kontrolliert)
- ausprobieren werkwoord (probiere aus, probierst aus, probiert aus, probierte aus, probiertet aus, ausprobiert)
- erproben werkwoord (erprobe, erprobst, erprobt, erprobte, erprobtet, erprobt)
- proben werkwoord (probe, probst, probt, probte, probtet, geprobt)
- inspizieren werkwoord (inspiziere, inspizierst, inspiziert, inspizierte, inspiziertet, inspiziert)
to try (judge; adjudicate; condemn; sentence)
verurteilen; verfolgen; das Urteil sprechen
- verurteilen werkwoord (verurteile, verurteilst, verurteilt, verurteilte, verurteiltet, verurteilt)
- verfolgen werkwoord (verfolge, verfolgst, verfolgt, verfolgte, verfolgtet, verfolgt)
- das Urteil sprechen werkwoord (spreche das Urteil, sprichst das Urteil, spricht das Urteil, sprach das Urteil, spracht das Urteil, das Urteil gesprochen)
to try (try on; fit)
anprobieren; probieren; ausprobieren
- anprobieren werkwoord (probiere an, probierst an, probiert an, probierte an, probiertet an, anprobiert)
- probieren werkwoord (probiere, probierst, probiert, probierte, probiertet, probiert)
- ausprobieren werkwoord (probiere aus, probierst aus, probiert aus, probierte aus, probiertet aus, ausprobiert)
to try (request; require; ask; apply to; appeal; query; petition; beg; examine; pretest; test; try out)
ersuchen; beantragen; einen Antrag machen; ansuchen
- ersuchen werkwoord
- beantragen werkwoord (beantrage, beantragst, beantragt, beantragte, beantragtet, beantragt)
- einen Antrag machen werkwoord
- ansuchen werkwoord (suche an, suchst an, sucht an, suchte an, suchtet an, angesucht)
to try (put to the test; proof; test; try s.o.'s mettle)
Auf die Probe stellen; prüfen; ausprobieren; probieren; erproben
- Auf die Probe stellen werkwoord
- prüfen werkwoord (prüfe, prüfst, prüft, prüfte, prüftet, geprüf)
- ausprobieren werkwoord (probiere aus, probierst aus, probiert aus, probierte aus, probiertet aus, ausprobiert)
- probieren werkwoord (probiere, probierst, probiert, probierte, probiertet, probiert)
- erproben werkwoord (erprobe, erprobst, erprobt, erprobte, erprobtet, erprobt)
to try (test; examine; pretest; try out; check; recount; count again)
prüfen; überprüfen; testen; ausprobieren; nachprüfen; experimentieren; erproben
- prüfen werkwoord (prüfe, prüfst, prüft, prüfte, prüftet, geprüf)
- überprüfen werkwoord (überprüfe, überprüfst, überprüft, überprüfte, überprüftet, überprüft)
- testen werkwoord (teste, testest, testet, testete, testetet, getestet)
- ausprobieren werkwoord (probiere aus, probierst aus, probiert aus, probierte aus, probiertet aus, ausprobiert)
- nachprüfen werkwoord (prüfe nach, prüfst nach, prüft nach, prüfte nach, prüftet nach, nachgeprüft)
- experimentieren werkwoord (experimentiere, experimentierst, experimentiert, experimentierte, experimentiertet, experimentiert)
- erproben werkwoord (erprobe, erprobst, erprobt, erprobte, erprobtet, erprobt)

Conjugations for try:

present

try
try
tries
try
try
try

simple past

tried
tried
tried
tried
tried
tried

present perfect

have tried
have tried
has tried
have tried
have tried
have tried

past continuous

was trying
were trying
was trying
were trying
were trying
were trying

future

shall try
will try
will try
shall try
will try
will try

continuous present

am trying
are trying
is trying
are trying
are trying
are trying

subjunctive

be tried
be tried
be tried
be tried
be tried
be tried

diverse

try!
let's try!
tried
trying

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

try [the ~] zelfstandig naamwoord

the try (attempt; effort; efforts; exertion; exertions; strain)
der Versuch; der Anstrengung
- Versuch [der ~] zelfstandig naamwoord
- Anstrengung [der ~] zelfstandig naamwoord
the try (experiment; test)
der Test; der Versuch; Experiment
- Test [der ~] zelfstandig naamwoord
- Versuch [der ~] zelfstandig naamwoord
- Experiment [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor try:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Anstrengung	attempt; effort; efforts; exertion; exertions; strain; try	effort; efforts; exertion; exertions; physical effort; strain
Experiment	experiment; test; try	affliction; allurement; charm; conquest; enticement; experiment; fascination; inroad; lure; ordeal; temptation; trial; vexation
Test	experiment; test; try	A levels; O levels; audition; computer-test; exam; examination; experiment; final exam; finals; leaving exam; ordeal; preliminary examination; prelims; probe; test; testing; trial
Versuch	attempt; effort; efforts; exertion; exertions; experiment; strain; test; try	experiment
-	attempt; effort; endeavor; endeavour
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Auf die Probe stellen	proof; put to the test; test; try; try s.o.'s mettle
anprobieren	fit; try; try on	adjust; fit; fit in; fix; match; repair
ansuchen	appeal; apply to; ask; beg; examine; petition; pretest; query; request; require; test; try; try out	appeal; apply for; ask; ask for; beg; beseech; file a petition; implore; petition; plead; pray; query; request
ausprobieren	attempt; check; control; count again; endeavor; endeavour; examine; fit; inspect; pretest; proof; put to the test; recount; strive; test; try; try on; try out; try s.o.'s mettle; verify
beantragen	appeal; apply to; ask; beg; examine; petition; pretest; query; request; require; test; try; try out	appeal; apply for; ask; ask for; beg; beseech; claim; file a petition; implore; petition; plead; pray; query; request
das Urteil sprechen	adjudicate; condemn; judge; sentence; try	condemn; convict; sentence
einen Antrag machen	appeal; apply to; ask; beg; examine; petition; pretest; query; request; require; test; try; try out
erfüllen	try	accomplish; achieve; achieve something; act; do; function; perform; succeed
erproben	attempt; check; control; count again; endeavor; endeavour; examine; inspect; pretest; proof; put to the test; recount; strive; test; try; try out; try s.o.'s mettle; verify	inquire; research; study
ersuchen	appeal; apply to; ask; beg; examine; petition; pretest; query; request; require; test; try; try out	appeal; apply for; ask; ask for; beg; beseech; file a petition; implore; petition; plead; pray; query; request
experimentieren	attempt; check; count again; endeavor; endeavour; examine; pretest; recount; strive; test; try; try out	experiment
forschen	attempt; check; endeavor; endeavour; examine; pretest; strive; test; try; try out	affirm; check; check out; disentangle; disentwine; go through again; inquire; investigate; research; study; trace; unravel
inspizieren	check; control; examine; inspect; test; try; verify	check; control; examine; get lost; inspect; keep and eye on; look at; look over; monitor; patrol; scrutinise; scrutinize; supervise; survey; verify; view; watch
kontrollieren	check; control; examine; inspect; test; try; verify	audit; check; control; count again; examine; exercise authority; exert power; govern; have under control; hear; inspect; order; reign; rule; run over again; survey; test; verify; view
nachprüfen	check; count again; examine; pretest; recount; test; try; try out	affirm; audit; check; check out; control; count again; examine; go through again; hear; inspect; investigate; run over again; test; trace; verify
proben	check; control; examine; inspect; test; try; verify	brief; exercise; explain; inform; instruct; lead up; learn; practice; practise; prepare; redo; rehearse; repeat; resume; teach; train; tutor
probieren	attempt; check; endeavor; endeavour; examine; fit; pretest; proof; put to the test; strive; test; try; try on; try out; try s.o.'s mettle
prüfen	check; control; count again; examine; inspect; pretest; proof; put to the test; recount; sample; taste; test; try; try out; try s.o.'s mettle; verify	affirm; audit; check; check out; control; count again; examine; get lost; go through again; hear; inquire; inspect; investigate; review; run over again; spy on; survey; test; trace; verify; view
schmecken	taste; try	be all right; be fit; be on; be right; be suitable; befit; suit
testen	attempt; check; control; count again; endeavor; endeavour; examine; inspect; pretest; recount; sample; strive; taste; test; try; try out; verify	audit; check; control; examine; hear; inspect; test; verify
untersuchen	check; control; examine; inspect; test; try; verify	affirm; check; check out; go through again; inquire; investigate; prospect; research; study; trace
verfolgen	adjudicate; condemn; judge; sentence; try	bring action against; carry on; chase; continue; get on; go on; go through with it; haunt; hold on; keep on; keep up; let last; move on; persecute; persist; proceed; prosecute; pursue; pursue the subject; run after; take it further; trace
versuchen	try	tempt
verurteilen	adjudicate; condemn; judge; sentence; try	condemn; convict; disapprove of; judge; pass sentence on; reject; sentence; turn down
überprüfen	check; control; count again; examine; inspect; pretest; recount; test; try; try out; verify	affirm; alter; amend; audit; check; check out; control; count again; examine; go through again; hear; inquire; inspect; investigate; look after; look round; re-examine; reinspect; retest; review; revise; run over again; test; test again; trace; validate; verify
-	adjudicate; assay; attempt; essay; examine; hear; judge; prove; render; sample; seek; strain; stress; taste; test; try on; try out
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	chasten; give a trial; purify; test

Verwante woorden van "try":

retry, trying, tried, tries

Synoniemen voor "try":

attempt; effort; endeavor; endeavour; activity
seek; attempt; essay; assay; act; move; try out
test; prove; try out; examine; evaluate; pass judgment; judge
judge; adjudicate; decide; make up one's mind; determine
sample; taste; consume; ingest; take in; take; have
hear; probe; examine
pain; anguish; hurt
strain; stress; afflict
render; melt; run; melt down
try on; wear; put on; get into; don; assume

Verwante definities voor "try":

earnest and conscientious activity intended to do or accomplish something¹
- she gave it a good try¹
put on a garment in order to see whether it fits and looks nice¹
melt (fat or lard) in order to separate out impurities¹
- try the yak butter¹
take a sample of¹
test the limits of¹
- You are trying my patience!¹
give pain or trouble to¹
- I've been sorely tried by these students¹
examine or hear (evidence or a case) by judicial process¹
- The case will be tried in California¹
put on trial or hear a case and sit as the judge at the trial of¹
- The football star was tried for the murder of his wife¹
- The judge tried both father and son in separate trials¹
make an effort or attempt¹
- He tried to shake off his fears¹
put to the test, as for its quality, or give experimental use to¹
- This approach has been tried with good results¹

Wiktionary: try

try

verb

to attempt
- try → versuchen
to make an experiment
- try → versuchen; probieren
to taste, sample, etc
- try → kosten
to put on trial
- try → Prozess; Gericht

noun

an attempt
- try → Versuch; Anlauf
a score in rugby
- try → Versuch

try

verb

versuchen; testen; eine Probe machen
- probieren → try
-
- kosten; versuchen → try; enjoy; get a taste of; take; taste; cost; tempt
österreichisch: etwas kosten, probieren, prüfen; genießen
- gustieren → try; taste
eine Speise versuchen: deren Geschmack prüfen
- versuchen → try

reflexiv: sich Mühe geben, sich anstrengen
- bemühen → trouble; try

noun

das ausprobieren von etwas
- Versuch → try; attempt
im übertragenen Sinne: Versuch
- Anlauf → attempt; try

Cross Translation:

From	To	Via
• try	→ versuchen	↔ proberen — iets met succes trachten te beëindigen waarvan men niet weet of het gaat lukken
• try	→ untersuchen; probieren	↔ proberen — onderzoeken
• try	→ testen; ausprobieren	↔ proberen — testen
• try	→ prüfen; testen; erproben	↔ beproeven — onderzoeken of het de juiste is
• try	→ Probe; Prüfung; Experiment; Versuch	↔ essai — test
• try	→ erproben; probieren; prüfen; versuchen	↔ essayer — Traductions à trier suivant le sens
• try	→ richten; urteilen; beurteilen	↔ juger — juri\|fr décider une affaire, un différend en qualité de juge.
• try	→ bekümmern; betrüben; grämen; kränken; quälen; Leid verursachen; Herzeleid verursachen; sich abmühen; sich anstrengen; sich bemühen; sich Mühe geben	↔ peiner — Faire de la peine, causer du chagrin, de l’inquiétude, affliger.

Verwante vertalingen van trying

Remove Ads

Vertaal trying van Engels naar Duits

Uitgebreide vertaling voor trying (Engels) in het Duits

trying:

trying [the ~] zelfstandig naamwoord

the trying (attempting)

trying bijvoeglijk naamwoord

trying (fatiguing; tiring; enervating)

trying (critical; difficult; problematic; hard)

Vertaal Matrix voor trying:

Verwante woorden van "trying":

Synoniemen voor "trying":

Verwante definities voor "trying":

trying vorm van try:

to try werkwoord (tries, tried, trying)

to try (attempt; endeavour; strive; endeavor)

to try

to try (try out; endeavour; attempt; strive; examine; test; check; pretest; endeavor)

to try (taste; sample; test)

to try (taste)

to try (test; examine; verify; inspect; check; control)

to try (judge; adjudicate; condemn; sentence)

to try (try on; fit)

to try (request; require; ask; apply to; appeal; query; petition; beg; examine; pretest; test; try out)

to try (put to the test; proof; test; try s.o.'s mettle)

to try (test; examine; pretest; try out; check; recount; count again)

Conjugations for try:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

try [the ~] zelfstandig naamwoord

the try (attempt; effort; efforts; exertion; exertions; strain)

the try (experiment; test)

Vertaal Matrix voor try:

Verwante woorden van "try":

Synoniemen voor "try":

Verwante definities voor "try":

Wiktionary: try

Verwante vertalingen van trying