Engels

Uitgebreide vertaling voor trimmings (Engels) in het Duits

trimmings:

trimmings [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the trimmings (garniture)
    die Garnitur
    • Garnitur [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. the trimmings (fringe; frills; ravel; trimming)
    die Fransenborte; die Franse; die Spitze
  3. the trimmings (garnishings; decorations)
    die Verzierungen; die Dekorationen

Vertaal Matrix voor trimmings:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Dekorationen decorations; garnishings; trimmings
Franse frills; fringe; ravel; trimming; trimmings
Fransenborte frills; fringe; ravel; trimming; trimmings course; direction; edging; lace; lace cloth; lace-making; lacework; passementerie; trimming
Garnitur garniture; trimmings
Spitze frills; fringe; ravel; trimming; trimmings apex; at first; climax; command; crest; culminating point; culmination; edging; face; first place; front position; frontage; lace; lace cloth; lace-making; lacework; lead; leading; marram panicle; mountain top; passementerie; peak; pinnacle; point; process; projecting part; projection; protrusion; protuberance; spike; spire; summit; summmit; taking the lead; tip; tonsure; top; trimming; upper edge; upper side; vertex; zenith
Verzierungen decorations; garnishings; trimmings
- fixings

Verwante woorden van "trimmings":


Synoniemen voor "trimmings":


Verwante definities voor "trimmings":

  1. the accessories that normally accompany (something or some activity)1
    • he bought a Christmas tree and trimmings to decorate it1

Wiktionary: trimmings


Cross Translation:
FromToVia
trimmings Garnitur garniture — Traductions à trier suivant le sens

trimmings vorm van trimming:

trimming [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the trimming (lace; fringe; border; )
    die Kante; die Tresse; der Streifen; der Rand; die Leiste; der Saum; der Beschlag; der Besatz; die Borte; die Krempe
    • Kante [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Tresse [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Streifen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Rand [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Leiste [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Saum [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Beschlag [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Besatz [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Borte [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Krempe [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. the trimming
    die Garnierung
  3. the trimming
    die Auflage; der Besatz
    • Auflage [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Besatz [der ~] zelfstandig naamwoord
  4. the trimming
    die Beschneidung
  5. the trimming (fringe; frills; trimmings; ravel)
    die Fransenborte; die Franse; die Spitze
  6. the trimming (trim; fringe; border)
    die Verbrämung; die Borte; die Auflage; der Streifen; der Rand; die Leiste; die Kante; der Saum; die Tresse; die Krempe
    • Verbrämung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Borte [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Auflage [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Streifen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Rand [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Leiste [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kante [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Saum [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Tresse [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Krempe [die ~] zelfstandig naamwoord
  7. the trimming (dressing up)
    Aufschmücken
  8. the trimming (passementerie; edging)
    die Spitze; Posament; die Spitzenarbeit; die Fransenborte

Vertaal Matrix voor trimming:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Auflage border; fringe; trim; trimming circulation; edition; impression; noise level; print; printing; sound intensity; sound level; sound volume; volume
Aufschmücken dressing up; trimming
Besatz border; braid; fringe; lace; ribbon; rim; tress; trimming
Beschlag border; braid; fringe; lace; ribbon; rim; tress; trimming cornice; frame; framing; molding; moulding; mounting; panel; rim
Beschneidung trimming circumcision; cut; cutting of trees; degradation; disgracement; dishonering; reduction; salary cut
Borte border; braid; fringe; lace; ribbon; rim; tress; trim; trimming cornice; edge; frame; framing; molding; moulding; mounting; panel; ridge; rim; side
Franse frills; fringe; ravel; trimming; trimmings
Fransenborte edging; frills; fringe; passementerie; ravel; trimming; trimmings course; direction; lace; lace cloth; lace-making; lacework
Garnierung trimming garnish
Kante border; braid; fringe; lace; ribbon; rim; tress; trim; trimming edge; frame work; ridge; side
Krempe border; braid; fringe; lace; ribbon; rim; tress; trim; trimming edge; ridge; side
Leiste border; braid; fringe; lace; ribbon; rim; tress; trim; trimming cornice; frame; frame work; framing; groin; list; molding; moulding; mounting; panel; rim; schedule; table
Posament edging; passementerie; trimming
Rand border; braid; fringe; lace; ribbon; rim; tress; trim; trimming cornice; edge; frame; framing; margin; molding; moulding; mounting; page margin; panel; ridge; rim; side
Saum border; braid; fringe; lace; ribbon; rim; tress; trim; trimming edge; ridge; seam; side
Spitze edging; frills; fringe; passementerie; ravel; trimming; trimmings apex; at first; climax; command; crest; culminating point; culmination; face; first place; front position; frontage; lace; lace cloth; lace-making; lacework; lead; leading; marram panicle; mountain top; peak; pinnacle; point; process; projecting part; projection; protrusion; protuberance; spike; spire; summit; summmit; taking the lead; tip; tonsure; top; upper edge; upper side; vertex; zenith
Spitzenarbeit edging; passementerie; trimming lace; lace cloth; lace-making; lacework
Streifen border; braid; fringe; lace; ribbon; rim; tress; trim; trimming film; label; movie; picture; roll of film; strip; stripes
Tresse border; braid; fringe; lace; ribbon; rim; tress; trim; trimming
Verbrämung border; fringe; trim; trimming
- clipping; passementerie; trim

Verwante woorden van "trimming":


Synoniemen voor "trimming":


Verwante definities voor "trimming":

  1. the act of adding decoration1
    • the children had to be in bed before it was time for the trimming of the tree1
  2. cutting down to the desired size or shape1
  3. a decoration or adornment on a garment1
    • the trimming on a hat1

Wiktionary: trimming

trimming
noun
  1. Verzierung des Randes eines Kleidungsstückes, besonders mit Pelz
  2. Kunsthandwerk, meist Plural: meist handgearbeiteter Besatz wie kunstvoll gearbeitete Fransen, Quasten, Borten und Besätze als Abschluss und Schmuck an Kleidern, Decken, Polstern, Möbeln und Fahnen.

Computer vertaling door derden: