Engels

Uitgebreide vertaling voor trickiness (Engels) in het Duits

trickiness:


Vertaal Matrix voor trickiness:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- rascality; shiftiness; slipperiness

Synoniemen voor "trickiness":


Verwante definities voor "trickiness":

  1. the quality of requiring skill or caution1
    • these puzzles are famous for their trickiness1
  2. the quality of being a slippery rascal1

trickiness vorm van tricky:

tricky bijvoeglijk naamwoord

  1. tricky (aggravating; tough; incriminating)
    beschwerlich; belastend; lästig

Vertaal Matrix voor tricky:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- catchy; slippery
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- delicate; tangled
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belastend aggravating; incriminating; tough; tricky aggravating; damaging; incriminating
beschwerlich aggravating; incriminating; tough; tricky aggravating; annoying; boring; critical; delicate; dreadful; dull; exasperating; irritating; perilous; precarious; tiresome; touchy
lästig aggravating; incriminating; tough; tricky abstemious; aggravating; annoying; awkward; boring; bothersome; clumsy; critical; delicate; disagreeable; doltish; dreadful; dull; embarrassed; gawky; hindrance-causing; ill-at-ease; ill-timed; incompetent; inconvenient; not very good; owlish; perilous; poor; precarious; stiff; touchy; troublesome; uncomfortable; uneasy; unfit; unhandy; unpleasant; unsuitable; unwelcome; wooden

Verwante woorden van "tricky":

  • trickiness, trickier, trickiest

Synoniemen voor "tricky":


Verwante definities voor "tricky":

  1. having concealed difficulty1
    • a tricky recipe to follow1
  2. not to be trusted1

Wiktionary: tricky

tricky
adjective
  1. hard to deal with
  2. adept at using deception
tricky
adjective
  1. heikel, schwierig, problematisch
  2. widerruflich, unsicher
  3. umständlich, undurchschaubar, schwierig, verzwickt, verstrickt
  4. heikel, viel Vorsicht und Fingerspitzengefühl erforderlich
  5. schwierig, kompliziert, heikel, auch schwer verständlich (im zwischenmenschlichen oder gesellschaftlichen Zusammenhang verwendet)
  6. kompliziert, schwierig

Cross Translation:
FromToVia
tricky unbequem; lästig lastig — moeilijheden veroorzakend of opwerpend
tricky abgefeimt; arglistig; gerieben; gewiegt; listig; schlau; gewitzt rusé — Qui a de la ruse, qui est plein de ruses.

Computer vertaling door derden: