Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- tidiness:
- tidy:
-
Wiktionary:
- tidiness → Sauberkeit, Ordnung
- tidy → aufgeräumt, adrett
- tidy → wegräumen
- tidy → ordnen, stimmen, einstellen, berichtigen, führen, leiten, lenken
Engels
Uitgebreide vertaling voor tidiness (Engels) in het Duits
tidiness:
-
the tidiness (orderliness; neatness; decency)
die Ordentlichkeit; der Anstand; die Höflichkeit; die Reinheit; die Sittlichkeit; die Unschuld; die Anständigkeit; die Sittsamkeit; die Artigkeit; die Schicklichkeit; die Fleckenlosigkeit -
the tidiness
-
the tidiness (perfection; neatness; spotlessness; impeccability; mirth; orderliness; pleasure; joy; purity; soundness; merriment; stainlessness; light-heartedness; faultlessness; irreprochability)
die Sauberkeit; die Schicklichkeit; der Anstand; die Höflichkeit; die Reinheit; die Sittlichkeit; die Ehrlichkeit; die Unschuld; die Keuschheit; die Anständigkeit; die Makellosigkeit; die Sittsamkeit; die Artigkeit; die Tadelosigkeit; die Fleckenlosigkeit
Vertaal Matrix voor tidiness:
Verwante woorden van "tidiness":
Synoniemen voor "tidiness":
Antoniemen van "tidiness":
Verwante definities voor "tidiness":
Wiktionary: tidiness
tidiness
noun
-
hygienischer Zustand einer Sache oder Person
-
allgemein: aufräumen, organisieren Zustand
tidiness vorm van tidy:
-
tidy (neat; clean)
ordentlich; sauber; gepflegt; tadellos; aufgeräumt-
ordentlich bijvoeglijk naamwoord
-
sauber bijvoeglijk naamwoord
-
gepflegt bijvoeglijk naamwoord
-
tadellos bijvoeglijk naamwoord
-
aufgeräumt bijvoeglijk naamwoord
-
-
tidy (neat; clean)
sauber; aufgeräumt; reinlich; sauber und rein; gepflegt; ordentlich; hygienisch; rein; geordnet-
sauber bijvoeglijk naamwoord
-
aufgeräumt bijvoeglijk naamwoord
-
reinlich bijvoeglijk naamwoord
-
sauber und rein bijvoeglijk naamwoord
-
gepflegt bijvoeglijk naamwoord
-
ordentlich bijvoeglijk naamwoord
-
hygienisch bijvoeglijk naamwoord
-
rein bijvoeglijk naamwoord
-
geordnet bijvoeglijk naamwoord
-
-
tidy (neatly; cleanly)
säuberlich-
säuberlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
tidy (cheerful; enthusiastic; happy; gay; bright; buoyant; sunny; enchanted; vibrant; merry; attentive; amusing; eager; joyful; mystified; joyous; pleasant; jolly; spell bound; reliable; dependable; festive; trustworthy; under enchantment; passionate; neat; colourful; funny; animated; safe; trusted; clear; colorful; eagre)
fröhlich; heiter; lustig; begeistert; munter; ausgelassen-
fröhlich bijvoeglijk naamwoord
-
heiter bijvoeglijk naamwoord
-
lustig bijvoeglijk naamwoord
-
begeistert bijvoeglijk naamwoord
-
munter bijvoeglijk naamwoord
-
ausgelassen bijvoeglijk naamwoord
-
-
tidy (neat; orderly)
-
tidy (neat)
Vertaal Matrix voor tidy:
Verwante woorden van "tidy":
Synoniemen voor "tidy":
Antoniemen van "tidy":
Verwante definities voor "tidy":
Wiktionary: tidy
tidy
Cross Translation:
adjective
-
in ordentlichem Zustand
-
ordentlich
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• tidy | → ordnen | ↔ ordonner — Disposer suivant un certain ordre. |
• tidy | → stimmen; einstellen; berichtigen; führen; leiten; lenken | ↔ régler — tirer avec la règle des lignes droites sur du papier, du parchemin, du carton, etc. cf|papier réglé. |