Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- thriving:
- thrive:
-
Wiktionary:
- thrive → gedeihen, prosperieren, aufblühen, blühen, florieren
- thrive → gedeihen, gelingen, geraten, glücken, prosperieren
Engels
Uitgebreide vertaling voor thriving (Engels) in het Duits
thriving:
-
thriving (fit; healthy; in good health; well)
gesund; fit; gutsituiert; blühend; gutgestellt; heil; wohlhabend; glühend; inbesterForm; finanzstark; springlebendig; wohlauf; heilsam; behäbig; hygienisch-
gesund bijvoeglijk naamwoord
-
fit bijvoeglijk naamwoord
-
gutsituiert bijvoeglijk naamwoord
-
blühend bijvoeglijk naamwoord
-
gutgestellt bijvoeglijk naamwoord
-
heil bijvoeglijk naamwoord
-
wohlhabend bijvoeglijk naamwoord
-
glühend bijvoeglijk naamwoord
-
inbesterForm bijvoeglijk naamwoord
-
finanzstark bijvoeglijk naamwoord
-
springlebendig bijvoeglijk naamwoord
-
wohlauf bijvoeglijk naamwoord
-
heilsam bijvoeglijk naamwoord
-
behäbig bijvoeglijk naamwoord
-
hygienisch bijvoeglijk naamwoord
-
-
thriving (flourishing; prosperous; wealthy; well; rich; healthy; well-of; in good health)
kapitalkräftig; vermögend; wohlhabend; in bester Form; gut gestellt; begütert; stein reich; gut situiert; finanzstark; springlebendig; sehr bemittelt; sehr reich-
kapitalkräftig bijvoeglijk naamwoord
-
vermögend bijvoeglijk naamwoord
-
wohlhabend bijvoeglijk naamwoord
-
in bester Form bijvoeglijk naamwoord
-
gut gestellt bijvoeglijk naamwoord
-
begütert bijvoeglijk naamwoord
-
stein reich bijvoeglijk naamwoord
-
gut situiert bijvoeglijk naamwoord
-
finanzstark bijvoeglijk naamwoord
-
springlebendig bijvoeglijk naamwoord
-
sehr bemittelt bijvoeglijk naamwoord
-
sehr reich bijvoeglijk naamwoord
-
-
thriving (flourishing; prosperous; healthy; well; in good health)
gesund; heilsam; blühend; fit; wohlauf; glühend; gutgestellt; springlebendig; inbesterForm-
gesund bijvoeglijk naamwoord
-
heilsam bijvoeglijk naamwoord
-
blühend bijvoeglijk naamwoord
-
fit bijvoeglijk naamwoord
-
wohlauf bijvoeglijk naamwoord
-
glühend bijvoeglijk naamwoord
-
gutgestellt bijvoeglijk naamwoord
-
springlebendig bijvoeglijk naamwoord
-
inbesterForm bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor thriving:
Verwante woorden van "thriving":
Synoniemen voor "thriving":
Verwante definities voor "thriving":
thriving vorm van thrive:
Conjugations for thrive:
present
- thrive
- thrive
- thrives
- thrive
- thrive
- thrive
simple past
- thrived
- thrived
- thrived
- thrived
- thrived
- thrived
present perfect
- have thrived
- have thrived
- has thrived
- have thrived
- have thrived
- have thrived
past continuous
- was thriving
- were thriving
- was thriving
- were thriving
- were thriving
- were thriving
future
- shall thrive
- will thrive
- will thrive
- shall thrive
- will thrive
- will thrive
continuous present
- am thriving
- are thriving
- is thriving
- are thriving
- are thriving
- are thriving
subjunctive
- be thrived
- be thrived
- be thrived
- be thrived
- be thrived
- be thrived
diverse
- thrive!
- let's thrive!
- thrived
- thriving
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor thrive:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bis Hochkonjunktur kommen | bloom; blossom; boom; do well; flourish; go well; keep good time; prosper; thrive | |
blühen | bloom; blossom; boom; do well; flourish; go well; keep good time; prosper; thrive | bloom; flourish; make up; prosper |
florieren | bloom; blossom; boom; do well; flourish; go well; keep good time; prosper; thrive | bloom; egalize; even; flourish; make up; polish; prosper; smooth |
gedeihen | bloom; blossom; boom; do well; flourish; go well; grow; keep good time; prosper; thrive | bloom; flourish; make up; prosper |
- | boom; expand; flourish; fly high; prosper | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
blühen | flower |