Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
-
though:
- aber; doch; allerdings; allein; obschon; obwohl; wenngleich; wiewohl; obgleich
-
Wiktionary:
- though → trotzdem, doch, allerdings
- though → obwohl
- though → obwohl, obschon, wenngleich, während, wohingegen
Engels
Uitgebreide vertaling voor though (Engels) in het Duits
though:
-
though (yet; although; nevertheless; but; anyway; anyhow; still; for all that; only)
aber; doch; allerdings; allein-
aber bijvoeglijk naamwoord
-
doch bijvoeglijk naamwoord
-
allerdings bijvoeglijk naamwoord
-
allein bijvoeglijk naamwoord
-
-
though (albeit; although; even though; yet)
obschon; obwohl; wenngleich; wiewohl; obgleich-
obschon bijvoeglijk naamwoord
-
obwohl bijvoeglijk naamwoord
-
wenngleich bijvoeglijk naamwoord
-
wiewohl bijvoeglijk naamwoord
-
obgleich bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor though:
Verwante definities voor "though":
Wiktionary: though
though
Cross Translation:
adverb
though
-
however
- though → trotzdem; doch; allerdings
-
although
- though → obwohl
-
Die Subjunktion "obwohl" leitet einen Nebensatz (genauer: Konzessivsatz) ein, der einen Gegengrund nennt zu dem, was im übergeordneten Satz gesagt wurde.
-
gehoben: einräumende Subjunktion. Identische Bedeutung wie obwohl, allerdings sprachlich etwas gehobener.
-
obgleich, obwohl
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• though | → während; wohingegen | ↔ alors que — Synonyme de lorsque |