Engels
Uitgebreide vertaling voor ten-strike (Engels) in het Duits
ten-strike: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- ten: Anzahl; zehn
- strike: Auffallen; treffen; berühren; bewegen; anrühren; betreffen; erregen; rühren; besiegen; antun; polieren; aufpolieren; aufputzen; Streik; Arbeitsunterbrechung; schlagen; hauen; einen Klaps geben; Anbohren; Erbohren; greifen; frappieren; streiken; unterbrechen; weigern; entbrennen; entflammen; einstellen; aufhören; indenAusstandtreten
ten-strike:
Vertaal Matrix voor ten-strike:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| - | strike |