Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. tempo:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor tempo (Engels) in het Duits

tempo:

tempo [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the tempo (quickness; rapidity)
    die Schnelligkeit; die Geschwindigkeit; Tempo; die Zügigkeit; die Raschheit; die Flinkheit; die Gewandtheit

Vertaal Matrix voor tempo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Flinkheit quickness; rapidity; tempo briskness; smartness; spruceness
Geschwindigkeit quickness; rapidity; tempo briskness; driving speed; full speed; intensity; power; speed; strength; velocity; vigor; vigour
Gewandtheit quickness; rapidity; tempo ability; acumen; acuteness; adeptness; briskness; cunning; discernment; handiness; intelligence; keen perception; keenness; knack; quick-wittedness; sagacity; sharp-mindedness; sharpness; shrewdness; skill; slyness; trick
Raschheit quickness; rapidity; tempo haste; hastiness; hurry; overhaste; rapidity; rush
Schnelligkeit quickness; rapidity; tempo full speed; haste; hastiness; hurry; overhaste; rush; speed; velocity
Tempo quickness; rapidity; tempo alley; driving speed; full speed; haste; hastiness; hurry; overhaste; rush; speed; velocity
Zügigkeit quickness; rapidity; tempo
- pace; pacing

Verwante woorden van "tempo":

  • tempi, tempos

Synoniemen voor "tempo":


Verwante definities voor "tempo":

  1. (music) the speed at which a composition is to be played1
  2. the rate of some repeating event1

Wiktionary: tempo

tempo
noun
  1. Plural 1: Vorsprung von einem Zug beim Schach