Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- taint:
-
Wiktionary:
- taint → verderben
- taint → den Glanz nehmen
Engels
Uitgebreide vertaling voor tainted (Engels) in het Duits
tainted:
Vertaal Matrix voor tainted:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | corrupt | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | infected |
Verwante woorden van "tainted":
Synoniemen voor "tainted":
Verwante definities voor "tainted":
taint:
-
taint (blemish; besmirch)
beeinträchtigen; beschädigen; kränken; benachteiligen-
beeinträchtigen werkwoord (beeinträchtige, beeinträchtigst, beeinträchtigt, beeinträchtigte, beeinträchtigtet, beeinträchtigt)
-
benachteiligen werkwoord (benachteilige, benachteiligst, benachteiligt, benachteiligte, benachteiligtet, benachteiligt)
-
Vertaal Matrix voor taint:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | contamination | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
beeinträchtigen | besmirch; blemish; taint | attack; damage; do harm; erode; hamper; harm; hinder; impede; obstruct; spoil; stonewall |
benachteiligen | besmirch; blemish; taint | aggrieve; be disadvantuous; cause damage; cause disadvantage; cause injury; cause someone sorrow; damage; do harm; harm; harm somebody; hurt; injure |
beschädigen | besmirch; blemish; taint | attack; break; break into pieces; cause damage; corrupt; crack; damage; destroy; do harm; erode; harm; hurt; injure; snap; spoil; wreck |
kränken | besmirch; blemish; taint | ache; aggrieve; bruise; cause damage; cause pain; cause sorrow; contuse; damage; defamate; do harm; harm; hurt; hurt someone's feelings; inflict injury; injure; offend; slander; wound |
- | cloud; corrupt; defile; infect; sully | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | infect |
Verwante woorden van "taint":
Synoniemen voor "taint":
Antoniemen van "taint":
Verwante definities voor "taint":
Wiktionary: taint
taint
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• taint | → den Glanz nehmen | ↔ ontluisteren — van luister of aanzien beroven |