Engels
Uitgebreide vertaling voor swift (Engels) in het Duits
swift:
-
swift (fast; quick; rapid; agile; dexterous; speedy; brisk; nimble; adroit; skilful; fledged; neat; clever; handy; expert; skillful)
-
swift (without delay; prompt; soon; quick; rapid; speedy)
-
swift (suddenly; unexpectedly; all of a sudden; at once; abrupt; sudden; all at once; brusque; out of the blue; quick; blunt; rapid; speedy; fast)
plötzlich; auf einmal; unerwartet; unvermittelt; unversehens; schlagartig-
plötzlich bijvoeglijk naamwoord
-
auf einmal bijvoeglijk naamwoord
-
unerwartet bijvoeglijk naamwoord
-
unvermittelt bijvoeglijk naamwoord
-
unversehens bijvoeglijk naamwoord
-
schlagartig bijvoeglijk naamwoord
-
-
the swift
die Turmschwalbe
Vertaal Matrix voor swift:
Verwante woorden van "swift":
Synoniemen voor "swift":
Verwante definities voor "swift":
Wiktionary: swift
swift
swift
Cross Translation:
noun
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• swift | → Segler | ↔ martinet — Oiseau |
• swift | → Mauersegler | ↔ martinet noir — ornithol|nocat Espèce d'oiseau martinet de l'Ancien Monde, à longues ailes en boomerang, à queue fourchue courte, et au plumage brun-noir. |
• swift | → geschwind; hurtig; rasch; schnell | ↔ rapide — Qui se meut avec vitesse |
Computer vertaling door derden: