Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- stirring:
- stir:
-
Wiktionary:
- stir → bewegen, rühren, hervorrufen, anstacheln, auffallen
- stir → Erregung, Aufruhr
- stir → regen, rühren, affektieren, sich zieren, vortäuschen, vorgeben, sich den Anschein geben, spielen, gespreitzt tun, sich geziert benehmen, sich unnatürlich benehmen, bewegen, erschüttern, ergreifen, affizieren, erregen, angreifen, hervorrufen, reizen, ärgern, erbittern, erzürnen, anfeuern, aufregen, anregen, ermutigen, schüren, anfachen, aufreizen, anspornen, antreiben, aufhetzen, herausfordern, mischen, Stärke, Kraft, Robustheit, agitieren, aufwiegeln, in Wallung bringen, in Aufruhr versetzen, in Unruhe versetzen, aufwühlen
Engels
Uitgebreide vertaling voor stirring (Engels) in het Duits
stirring:
-
stirring (sensational; thrilling; stunning; touching; moving)
sensationell; ergreifend; aufsehenerregend-
sensationell bijvoeglijk naamwoord
-
ergreifend bijvoeglijk naamwoord
-
aufsehenerregend bijvoeglijk naamwoord
-
-
stirring (exciting; fascinating; touching; thrilling; moving)
eindrucksvoll; spannend; packend; interessant; ergreifend; fesselnd; uneterhaltsam-
eindrucksvoll bijvoeglijk naamwoord
-
spannend bijvoeglijk naamwoord
-
packend bijvoeglijk naamwoord
-
interessant bijvoeglijk naamwoord
-
ergreifend bijvoeglijk naamwoord
-
fesselnd bijvoeglijk naamwoord
-
uneterhaltsam bijvoeglijk naamwoord
-
-
stirring (heart warming; touching; compelling; emotional; gripping; moving; thrilling)
emotional; rührend; ergreifend; herzzerreißend; bewegend; herzergreifend; tragisch-
emotional bijvoeglijk naamwoord
-
rührend bijvoeglijk naamwoord
-
ergreifend bijvoeglijk naamwoord
-
herzzerreißend bijvoeglijk naamwoord
-
bewegend bijvoeglijk naamwoord
-
herzergreifend bijvoeglijk naamwoord
-
tragisch bijvoeglijk naamwoord
-
-
stirring (inspiring; rousing; motivational; moving)
Vertaal Matrix voor stirring:
Verwante woorden van "stirring":
Synoniemen voor "stirring":
Verwante definities voor "stirring":
stir:
-
to stir (mix)
-
to stir (churn)
-
to stir (agitate; shake up; budge)
-
to stir (touch)
-
to stir (shake up)
aufschütteln-
aufschütteln werkwoord
-
-
to stir (just touch; tag; touch; touch upon; glance; tap; tick)
anrühren; berühren; streifen; tippen; tupfen; leicht berühren; antupfen-
leicht berühren werkwoord (berühre leicht, berührst leicht, berührt leicht, berührte leicht, berührtet leicht, leicht berührt)
-
to stir (agitate; mix)
-
to stir (move)
-
to stir (poke; instigate; poke up)
anstiften; aufwiegeln; aufschüren-
aufwiegeln werkwoord (wiegele auf, wiegelst auf, wiegelt auf, wiegelte auf, wiegeltet auf, aufgewiegelt)
-
aufschüren werkwoord
Conjugations for stir:
present
- stir
- stir
- stirs
- stir
- stir
- stir
simple past
- stirred
- stirred
- stirred
- stirred
- stirred
- stirred
present perfect
- have stirred
- have stirred
- has stirred
- have stirred
- have stirred
- have stirred
past continuous
- was stirring
- were stirring
- was stirring
- were stirring
- were stirring
- were stirring
future
- shall stir
- will stir
- will stir
- shall stir
- will stir
- will stir
continuous present
- am stirring
- are stirring
- is stirring
- are stirring
- are stirring
- are stirring
subjunctive
- be stirred
- be stirred
- be stirred
- be stirred
- be stirred
- be stirred
diverse
- stir!
- let's stir!
- stirred
- stirring
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the stir (argy-bargy; fuss; commotion; squabbling; hubble-bubble)
Vertaal Matrix voor stir:
Verwante woorden van "stir":
Synoniemen voor "stir":
Verwante definities voor "stir":
Wiktionary: stir
stir
Cross Translation:
verb
stir
-
to change the place of in any manner; to move
- stir → bewegen
-
to disturb the relative position of the particles of
- stir → rühren
-
to bring into debate; to agitate; to moot
- stir → hervorrufen
-
to incite to action; to arouse; to instigate; to prompt; to excite
- stir → anstacheln
-
to become the object of notice; to be on foot
- stir → auffallen
verb
Cross Translation: