Overzicht
Engels
Uitgebreide vertaling voor stinking (Engels) in het Duits
stinking:
-
stinking (smelly)
schlecht riechend; stinkig; stinkend-
schlecht riechend bijvoeglijk naamwoord
-
stinkig bijvoeglijk naamwoord
-
stinkend bijvoeglijk naamwoord
-
-
stinking (smoky; smelly; malodorous; malodourous)
Vertaal Matrix voor stinking:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | crappy; fetid; foetid; foul; foul-smelling; funky; icky; ill-scented; lousy; noisome; rotten; shitty; smelly; stinky | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
schlecht riechend | smelly; stinking | |
stinkend | malodorous; malodourous; smelly; smoky; stinking | corrupt; degenerate; depraved; dirty; disgusting; distasteful; filthy; gruesome; heinous; loathsome; perverted; putrefied; putrid; rancid; repugnant; repulsive; revolting; rotten; shocking; sickening; sordid; unpalatable; unsavory; unsavoury |
stinkig | malodorous; malodourous; smelly; smoky; stinking | churlish; corrupt; degenerate; depraved; dirty; disgusting; distasteful; dowdy; filthy; grubby; gruesome; heinous; loathsome; perverted; putrefied; putrid; rancid; repugnant; repulsive; revolting; rotten; shocking; shoddy; sickening; sloppy; slovenly; sordid; unpalatable; unsavory; unsavoury |
Verwante woorden van "stinking":
Synoniemen voor "stinking":
Verwante definities voor "stinking":
stinking vorm van stink:
-
to stink (smell; have something fishy about it)
Conjugations for stink:
present
- stink
- stink
- stinks
- stink
- stink
- stink
simple past
- stank
- stank
- stank
- stank
- stank
- stank
present perfect
- have stunk
- have stunk
- has stunk
- have stunk
- have stunk
- have stunk
past continuous
- was stinking
- were stinking
- was stinking
- were stinking
- were stinking
- were stinking
future
- shall stink
- will stink
- will stink
- shall stink
- will stink
- will stink
continuous present
- am stinking
- are stinking
- is stinking
- are stinking
- are stinking
- are stinking
subjunctive
diverse
- stink!
- let's stink!
- stinked
- stinking
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the stink (stench; nasty smell; bad odour; bad smell)
Vertaal Matrix voor stink:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Geruch | bad odour; bad smell; nasty smell; stench; stink | bouquet; fragrance; nose; odor; odour; perfume; scent; smell |
Gestank | bad odour; bad smell; nasty smell; stench; stink | odor; odour; scent; smell |
- | fetor; foetor; malodor; malodour; mephitis; reek; stench | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
riechen | have something fishy about it; smell; stink | smell |
stinken | have something fishy about it; smell; stink | smell |
- | reek |
Verwante woorden van "stink":
Synoniemen voor "stink":
Verwante definities voor "stink":
Wiktionary: stink
stink
Cross Translation:
verb
stink
-
have a strong bad smell
- stink → stinken
-
informal: be greatly inferior
- stink → stinken
-
give an impression of dishonesty or untruth
- stink → stinken
-
strong bad smell
- stink → Gestank
verb
-
regional (besonders nord- und mitteldeutsch, schweizerisch) umgangssprachlich: unangenehm nach etwas riechen
-
-
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stink | → stinken | ↔ stinken — een onaangename geur hebben |
• stink | → Gestank | ↔ puanteur — Odeur fétide |
• stink | → stinken | ↔ puer — sentir mauvais. |