Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. stench:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor stench (Engels) in het Duits

stench:

stench [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the stench (nasty smell; bad odour; bad smell; stink)
    der Gestank; der Geruch
    • Gestank [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Geruch [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor stench:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Geruch bad odour; bad smell; nasty smell; stench; stink bouquet; fragrance; nose; odor; odour; perfume; scent; smell
Gestank bad odour; bad smell; nasty smell; stench; stink odor; odour; scent; smell
- fetor; foetor; malodor; malodour; mephitis; reek; stink

Verwante woorden van "stench":

  • stenches

Synoniemen voor "stench":

  • malodor; malodour; stink; reek; fetor; foetor; mephitis; smell; odor; odour; olfactory sensation; olfactory perception

Verwante definities voor "stench":

  1. a distinctive odor that is offensively unpleasant1

Wiktionary: stench

stench
noun
  1. a strong foul smell, a stink
stench
  1. das Miasma, der Gestank, der Mief
  2. Medizin: in der klassischen Medizin:Krankheit auslösender Stoff in der Luft oder der Erde
noun
  1. übler, unangenehmer Geruch

Cross Translation:
FromToVia
stench Gestank stank — een sterke, stinkende geur
stench Gestank puanteur — Odeur fétide