Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
-
steal:
- stehlen; klauen; wegschnappen; rauben; abhandenmachen; wegnehmen; entwenden; hinterziehen; veruntreuen; verheimlichen; sich aneignen; zurückbehalten; zurückhalten; unterschlagen; verhehlen; abstäuben; enteignen; abstauben; naschen; schlittern; rutschen; glitschen; schleudern; gleiten; ausrutschen; ausgleiten
- Wegschnappen
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor stealing (Engels) in het Duits
stealing:
Vertaal Matrix voor stealing:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | larceny; stealth; theft; thievery; thieving | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | theft |
Verwante woorden van "stealing":
Synoniemen voor "stealing":
Verwante definities voor "stealing":
stealing vorm van steal:
-
to steal (snitch; nick; pinch; pilfer; swipe)
stehlen; klauen; wegschnappen; rauben-
wegschnappen werkwoord (schnappe weg, schnappst weg, schnappt weg, schnappte weg, schnapptet weg, weggeschnappt)
-
to steal (expropriate; snitch; rob; purloin; take; take away; swipe; pinch; snatch; make off with; filch; pilfer; cadge; collar; nick; go thieving)
stehlen; klauen; abhandenmachen; rauben; wegnehmen; entwenden; hinterziehen; wegschnappen; veruntreuen-
abhandenmachen werkwoord
-
hinterziehen werkwoord (ziehe hinter, ziehst hinter, zieht hinter, zog hinter, zogt hinter, hintergezogen)
-
wegschnappen werkwoord (schnappe weg, schnappst weg, schnappt weg, schnappte weg, schnapptet weg, weggeschnappt)
-
to steal (snitch; pinch; nick)
stehlen; klauen; entwenden; hinterziehen; rauben; wegschnappen; verheimlichen; sich aneignen; zurückbehalten; zurückhalten; unterschlagen; verhehlen; veruntreuen-
hinterziehen werkwoord (ziehe hinter, ziehst hinter, zieht hinter, zog hinter, zogt hinter, hintergezogen)
-
wegschnappen werkwoord (schnappe weg, schnappst weg, schnappt weg, schnappte weg, schnapptet weg, weggeschnappt)
-
verheimlichen werkwoord (verheimliche, verheimlichst, verheimlicht, verheimlichte, verheimlichtet, verheimlicht)
-
sich aneignen werkwoord
-
zurückbehalten werkwoord (behalte zurück, behaltest zurück, behaltet zurück, behaltete zurück, behaltetet zurück, zurückbehalten)
-
zurückhalten werkwoord (halte zurück, hälst zurück, hält zurück, hielt zurück, hieltet zurück, zurückgehalten)
-
unterschlagen werkwoord (unterschlage, unterschlägst, unterschlägt, unterschlug, unterschlugt, unterschlagen)
-
to steal (deprive)
-
to steal (snatch away; make off with; pilfer; snatch off)
-
to steal
-
to steal (slip; sneak; make a slip)
schlittern; rutschen; glitschen; schleudern; gleiten; ausrutschen; ausgleiten-
ausrutschen werkwoord (rutsche aus, rutschst aus, rutscht aus, rutschte aus, rutschtet aus, ausgerutscht)
Conjugations for steal:
present
- steal
- steal
- steals
- steal
- steal
- steal
simple past
- stole
- stole
- stole
- stole
- stole
- stole
present perfect
- have stolen
- have stolen
- has stolen
- have stolen
- have stolen
- have stolen
past continuous
- was stealing
- were stealing
- was stealing
- were stealing
- were stealing
- were stealing
future
- shall steal
- will steal
- will steal
- shall steal
- will steal
- will steal
continuous present
- am stealing
- are stealing
- is stealing
- are stealing
- are stealing
- are stealing
subjunctive
- be stolen
- be stolen
- be stolen
- be stolen
- be stolen
- be stolen
diverse
- steal!
- let's steal!
- stolen
- stealing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the steal (pinch)
Vertaal Matrix voor steal:
Verwante woorden van "steal":
Synoniemen voor "steal":
Verwante definities voor "steal":
Wiktionary: steal
steal
Cross Translation:
verb
steal
-
to illegally take possession of
-
to get or effect surreptitiously or artfully
- steal → stehlen
-
to draw attention
-
merchandise available at a very attractive price
- steal → Schnäppchen
-
the act of stealing
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• steal | → stehlen | ↔ stelen — iets wegnemen van iemand en het zich wederrechtelijk toe-eigenen |
• steal | → entwenden; stehlen; entblößen; abdecken; entdecken; enthüllen | ↔ dépouiller — Traductions à trier suivant le sens |
• steal | → entwenden | ↔ dérober — Prendre dans l'œuvre d'un autre, une pensée, un passage, quelques vers et qui se les approprie, en parlant d'un auteur. |
• steal | → rauben | ↔ dérober — Cacher, empêcher de voir, de découvrir. |
• steal | → anmuten; bezaubern; entzücken; verzücken; rauben; berauben; plündern | ↔ ravir — enlever de force, emporter avec violence. |
• steal | → stehlen; entwenden; bestehlen; ausrauben; rauben; beklauen | ↔ voler — s’approprier le bien d’autrui. prendre quelque chose à quelqu’un sans son accord, dérober. |