Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. stay-at-home:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor stay-at-home (Engels) in het Duits

stay-at-home:

stay-at-home [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the stay-at-home
    der Stubenhocker; die Hausunke

stay-at-home bijvoeglijk naamwoord

  1. stay-at-home (on the same spot; stay at home; home-loving)
    seßhaft
  2. stay-at-home (home-loving)
    heimatverbunden; festverwurzelt

Vertaal Matrix voor stay-at-home:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hausunke stay-at-home
Stubenhocker stay-at-home home front; homebirds; house sparrows
- homebody
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
festverwurzelt home-loving; stay-at-home deep-seated; entrenched; incorrigible; ingrained; inveterate; rooted
heimatverbunden home-loving; stay-at-home
seßhaft home-loving; on the same spot; stay at home; stay-at-home seated

Synoniemen voor "stay-at-home":


Verwante definities voor "stay-at-home":

  1. not given to travel1
    • a stay-at-home friend1
  2. a person who seldom goes anywhere; one not given to wandering or travel1

Wiktionary: stay-at-home

stay-at-home
noun
  1. übertragen, (umgangssprachlich) Person, die das Elternhaus nicht verlassen will

Verwante vertalingen van stay-at-home