Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
-
station:
- Bahnhof; Haltestelle; Rundfunkstation; Standort
- setzen; legen; einstellen; hinstellen; stellen; aufstellen; installieren; unterbringen; anbringen; herstellen; abstellen; hinlegen; einräumen; ablegen; beisetzen; stationieren; einordnen; einrücken; gruppieren; abstreifen; austreiben; plazieren; postieren; einsetzen; deponieren; beherbergen; akkomodieren; jemandem Unterkunft bieten; einquartieren; räumlich anordnen
-
Wiktionary:
- station → Bahnhof, Station, Rundfunksender, Radiosender, Hörfunksender
- station → Posten, Amt, Anstellung, Dienst, Bahnhof, parken
Engels
Uitgebreide vertaling voor station (Engels) in het Duits
station:
-
the station (railway station; depot; railroad station; railroad terminal; train depot; train station)
– terminal where trains load or unload passengers or goods 1 -
the station (standing-place; post)
-
to station (deposit; lay; place; laydown; set; situate; put down; set down)
setzen; legen; einstellen; hinstellen; stellen; aufstellen; installieren; unterbringen; anbringen; herstellen; abstellen; hinlegen; einräumen; ablegen; beisetzen; stationieren; einordnen; einrücken; gruppieren; abstreifen; austreiben-
installieren werkwoord (installiere, installierst, installiert, installierte, installiertet, installiert)
-
stationieren werkwoord (stationiere, stationierst, stationiert, stationierte, stationiertet, stationiert)
-
to station
plazieren; stellen; postieren; einsetzen; aufstellen; installieren; deponieren-
plazieren werkwoord
-
installieren werkwoord (installiere, installierst, installiert, installierte, installiertet, installiert)
-
-
to station (offer someone lodges; place; accomodate someone; lodge; board; shelter)
unterbringen; beherbergen; akkomodieren; jemandem Unterkunft bieten; einquartieren-
akkomodieren werkwoord (akkomodiere, akkomodierst, akkomodiert, akkomodierte, akkomodiertet, akkomodiert)
-
jemandem Unterkunft bieten werkwoord
-
einquartieren werkwoord (quartiere ein, quartierst ein, quartiert ein, quartierte ein, quartiertet ein, einquartiert)
-
to station (situate; place; locate; post; set; put)
hinstellen; installieren; einordnen; räumlich anordnen; gruppieren-
installieren werkwoord (installiere, installierst, installiert, installierte, installiertet, installiert)
-
räumlich anordnen werkwoord
Conjugations for station:
present
- station
- station
- stations
- station
- station
- station
simple past
- stationed
- stationed
- stationed
- stationed
- stationed
- stationed
present perfect
- have stationed
- have stationed
- has stationed
- have stationed
- have stationed
- have stationed
past continuous
- was stationing
- were stationing
- was stationing
- were stationing
- were stationing
- were stationing
future
- shall station
- will station
- will station
- shall station
- will station
- will station
continuous present
- am stationing
- are stationing
- is stationing
- are stationing
- are stationing
- are stationing
subjunctive
- be stationed
- be stationed
- be stationed
- be stationed
- be stationed
- be stationed
diverse
- station!
- let's station!
- stationed
- stationing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor station:
Verwante woorden van "station":
Synoniemen voor "station":
Verwante definities voor "station":
Wiktionary: station
station
station
Cross Translation:
noun
-
eine Stelle, an der ein öffentliches Verkehrsmittel planmäßig hält
-
Technik: technische Antennenanlage zum Ausstrahlen von Rundfunksendungen
-
Technik: technische Antennenanlage zum Ausstrahlen von Radiosendungen
-
Technik: technische Antennenanlage zum Ausstrahlen von Hörfunksendungen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• station | → Posten; Amt; Anstellung; Dienst | ↔ emploi — usage qu’on fait de quelque chose. |
• station | → Bahnhof | ↔ gare — (vieilli) marine|fr tronçon de voie fluviale aménagée pour faciliter la circulation et la protection des navire. |
• station | → parken | ↔ garer — stationner |
Computer vertaling door derden: