Spray in het Duits vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

spray:
- Spray; junger Zweig; Reis
- besprühen; bespritzen; einspritzen; besprengen
Wiktionary:
- spray → Spray, Sprühnebel, Reisig, Gischt, Brause
- spray → versprühen, zerstäuben, lackieren, sprengen
- spray → stieben, zerstäuben, spritzen, Sprühdose

Engels

Uitgebreide vertaling voor spray (Engels) in het Duits

spray:

spray [the ~] zelfstandig naamwoord

the spray (aerosol)
Spray
- Spray [das ~] zelfstandig naamwoord
the spray (twig; branch; sprig; stick; scion; limb; offspring; progeny; shoot)
der junger Zweig; Reis
- junger Zweig [der ~] zelfstandig naamwoord
- Reis [das ~] zelfstandig naamwoord

to spray werkwoord (sprays, sprayed, spraying)

to spray (squirt)
besprühen; bespritzen; einspritzen; besprengen
- besprühen werkwoord (besprühe, besprühst, besprüht, besprühte, besprühtet, besprüht)
- bespritzen werkwoord (bespritze, bespritzt, bespritzte, bespritztet, bespritzt)
- einspritzen werkwoord (spritze ein, spritzt ein, spritzte ein, spritztet ein, eingespritzt)
- besprengen werkwoord (besprenge, besprengst, besprengt, besprengte, besprengtet, besprengt)

Conjugations for spray:

present

spray
spray
sprays
spray
spray
spray

simple past

sprayed
sprayed
sprayed
sprayed
sprayed
sprayed

present perfect

have sprayed
have sprayed
has sprayed
have sprayed
have sprayed
have sprayed

past continuous

was spraying
were spraying
was spraying
were spraying
were spraying
were spraying

future

shall spray
will spray
will spray
shall spray
will spray
will spray

continuous present

am spraying
are spraying
is spraying
are spraying
are spraying
are spraying

subjunctive

be sprayed
be sprayed
be sprayed
be sprayed
be sprayed
be sprayed

diverse

spray!
let's spray!
sprayed
spraying

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor spray:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Reis	branch; limb; offspring; progeny; scion; shoot; spray; sprig; stick; twig	rice
Spray	aerosol; spray
junger Zweig	branch; limb; offspring; progeny; scion; shoot; spray; sprig; stick; twig
-	atomiser; atomizer; nebuliser; nebulizer; sprayer; spraying
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
besprengen	spray; squirt	sprinkle; strew; water; wet
bespritzen	spray; squirt	sprinkle; water; wet
besprühen	spray; squirt	sprinkle; squirt water upon; water; wet
einspritzen	spray; squirt	inject
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	spray disinfectant; spray insecticide

Verwante woorden van "spray":

respray, spraying, sprays

Synoniemen voor "spray":

pesticide
atomizer; atomiser; sprayer; nebulizer; nebuliser; dispenser
spraying; small indefinite quantity; small indefinite amount
flower arrangement
water vapor; water vapour
jet; squirt; spurt; spirt
scatter; sprinkle; dot; dust; disperse
cover

Verwante definities voor "spray":

a dispenser that turns a liquid (such as perfume) into a fine mist¹
flower arrangement consisting of a single branch or shoot bearing flowers and foliage¹
a jet of vapor¹
a quantity of small objects flying through the air¹
- a spray of bullets¹
a pesticide in suspension or solution; intended for spraying¹
water in small drops in the atmosphere; blown from waves or thrown up by a waterfall¹
scatter in a mass or jet of droplets¹
- spray water on someone¹
- spray paint on the wall¹
cover by spraying with a liquid¹
- spray the wall with paint¹
be discharged in sprays of liquid¹
- Water sprayed all over the floor¹

Wiktionary: spray

spray

noun

fine, gentle, disperse mist of liquid
- spray → Spray; Sprühnebel
small branch of flowers or berries
- spray → Reisig
commercial product
- spray → Spray

verb

to project a liquid in a disperse manner
- spray → versprühen; zerstäuben

spray

verb

mit Lack versehen
- lackieren → spray; varnish; paint
etwas mit Flüssigkeit besprühen
- sprengen → spray
eine Flüssigkeit mit Druck durch eine feine Düse pressen, so dass sie sich in winzigen Tröpfchen verteilt
- zerstäuben → spray

noun

Flüssigkeit, die mit einem Gerät in feinsten Teilchen versprüht, zerstäubt wird
- Spray → spray
allgemein: meist Singular: schäumende See
- Gischt → spume; spray; spindrift
Sieb als Gießkannen- oder Schlauch-Aufsatz
- Brause → spray rose; spray; rose

(Hilfsverb sein oder haben) in winzigen Teilchen davonfliegen
- stieben → scatter; spray

Cross Translation:

From	To	Via
• spray	→ zerstäuben	↔ verstuiven — in fijne nevel omzetten
• spray	→ spritzen	↔ spuiten — overgankelijk: snel doen stromen
• spray	→ Sprühdose	↔ atomiseur — Sens 1

Verwante vertalingen van spray

Remove Ads

Vertaal spray van Engels naar Duits

Uitgebreide vertaling voor spray (Engels) in het Duits

spray:

spray [the ~] zelfstandig naamwoord

the spray (aerosol)

the spray (twig; branch; sprig; stick; scion; limb; offspring; progeny; shoot)

to spray werkwoord (sprays, sprayed, spraying)

to spray (squirt)

Conjugations for spray:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor spray:

Verwante woorden van "spray":

Synoniemen voor "spray":

Verwante definities voor "spray":

Wiktionary: spray

Verwante vertalingen van spray