Spectator in het Duits vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

spectator:
- Zuschauer im Publikum; Beobachter; Publikumsmitglied; Zuschauer; Umstehender; Zeuge
Wiktionary:
- spectator → Zuschauer, Zuschauerin, Zuseher, Zuseherin
- spectator → Zuschauer, Augenzeuge, Betrachter

Engels

Uitgebreide vertaling voor spectator (Engels) in het Duits

the spectator (onlooker)
der Zuschauer im Publikum; der Beobachter; Publikumsmitglied
- Zuschauer im Publikum [der ~] zelfstandig naamwoord
- Beobachter [der ~] zelfstandig naamwoord
- Publikumsmitglied [das ~] zelfstandig naamwoord
the spectator (bystander; witness)
der Zuschauer; der Umstehender; der Zeuge
- Zuschauer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Umstehender [der ~] zelfstandig naamwoord
- Zeuge [der ~] zelfstandig naamwoord
the spectator (looker-on; observer; onlooker; watcher; viewer)
der Zuschauer
- Zuschauer [der ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Beobachter	onlooker; spectator	observer; observers; onlooker
Publikumsmitglied	onlooker; spectator
Umstehender	bystander; spectator; witness
Zeuge	bystander; spectator; witness	witness
Zuschauer	bystander; looker-on; observer; onlooker; spectator; viewer; watcher; witness	binoculars; telescope; television viewer; viewer
Zuschauer im Publikum	onlooker; spectator
-	looker; spectator pump; viewer; watcher; witness

a woman's pump with medium heel; usually in contrasting colors for toe and heel¹
a close observer; someone who looks at something (such as an exhibition of some kind)¹
- the spectators applauded the performance¹

spectator

noun

spectator

noun

österreichisch: jemand, der eine Veranstaltung anschauen
- Zuseher → spectator; viewer
österreichisch: weibliche Person, die eine Veranstaltung anschauen
- Zuseherin → viewer; spectator
weibliche Person, die sich eine Vorführung oder Veranstaltung ansieht (zum Beispiel ein Theaterstück, ein Film, eine Fernsehsendung, eine Sportveranstaltung)
- Zuschauerin → viewer; spectator
jemand, der sich eine Vorführung, eine Veranstaltung ansieht (zum Beispiel Theaterstück, Film, Fernsehsendung, Sportveranstaltung)
- Zuschauer → viewer; spectator

Cross Translation:

From	To	Via
• spectator	→ Zuschauer	↔ toeschouwer — iemand die naar iets kijkt
• spectator	→ Zuschauer; Augenzeuge; Betrachter	↔ spectateur — Qui est témoin oculaire (sens général)