Home ->Woordenboeken ->Engels/Duits ->Vertaal sobbing

Vertaal sobbing van Engels naar Duits

Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. sobbing:
  2. sob:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor sobbing (Engels) in het Duits

sobbing:

sobbing [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the sobbing (crying; moaning; whining; )
    der Schluchzen; Jammern; Geheul; Weinen; Geweine
    • Schluchzen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Jammern [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Geheul [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Weinen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Geweine [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. the sobbing
    Geschluchtze

Vertaal Matrix voor sobbing:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Geheul crying; howling; lamentations; lamenting; moaning; sobbing; wailing; whimpering; whining; yelping clamor; clamour; grumbling; howling; lamentations; uproar; wailing
Geschluchtze sobbing
Geweine crying; howling; lamentations; lamenting; moaning; sobbing; wailing; whimpering; whining; yelping
Jammern crying; howling; lamentations; lamenting; moaning; sobbing; wailing; whimpering; whining; yelping lamentations; wailing
Schluchzen crying; howling; lamentations; lamenting; moaning; sobbing; wailing; whimpering; whining; yelping
Weinen crying; howling; lamentations; lamenting; moaning; sobbing; wailing; whimpering; whining; yelping
- sob

Verwante woorden van "sobbing":

  • sobbingly

Synoniemen voor "sobbing":


Verwante definities voor "sobbing":

  1. convulsive gasp made while weeping1

sob:

sob [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the sob (whine)
    der Schluchzer

to sob werkwoord (sobs, sobbed, sobbing)

  1. to sob (weep; cry; wail; blubber; whimper)
    weinen; heulen; plärren; flennen
    • weinen werkwoord (weine, weinst, weint, weinte, weintet, geweint)
    • heulen werkwoord (heule, heulst, heult, heulte, heultet, geheult)
    • plärren werkwoord (plärre, plärrst, plärrt, plärrte, plärrtet, geplärr)
    • flennen werkwoord (flenne, flennst, flennt, flennte, flenntet, geflennt)
  2. to sob (gasp)
    schluchzen; schreien; greinen; heulen; plärren; flennen; herausschreien
    • schluchzen werkwoord (schluchze, schluchzest, schluchzt, schluchzte, schluchztet, geschluchzt)
    • schreien werkwoord (schreie, schreist, schreit, schrie, schriet, geschrien)
    • greinen werkwoord (greine, greinst, greint, greinte, greintet, gegreint)
    • heulen werkwoord (heule, heulst, heult, heulte, heultet, geheult)
    • plärren werkwoord (plärre, plärrst, plärrt, plärrte, plärrtet, geplärr)
    • flennen werkwoord (flenne, flennst, flennt, flennte, flenntet, geflennt)
    • herausschreien werkwoord (schreie heraus, schreist heraus, schreit heraus, schrie heraus, schriet heraus, herausgeschrieen)

Conjugations for sob:

present
  1. sob
  2. sob
  3. sobs
  4. sob
  5. sob
  6. sob
simple past
  1. sobbed
  2. sobbed
  3. sobbed
  4. sobbed
  5. sobbed
  6. sobbed
present perfect
  1. have sobbed
  2. have sobbed
  3. has sobbed
  4. have sobbed
  5. have sobbed
  6. have sobbed
past continuous
  1. was sobbing
  2. were sobbing
  3. was sobbing
  4. were sobbing
  5. were sobbing
  6. were sobbing
future
  1. shall sob
  2. will sob
  3. will sob
  4. shall sob
  5. will sob
  6. will sob
continuous present
  1. am sobbing
  2. are sobbing
  3. is sobbing
  4. are sobbing
  5. are sobbing
  6. are sobbing
subjunctive
  1. be sobbed
  2. be sobbed
  3. be sobbed
  4. be sobbed
  5. be sobbed
  6. be sobbed
diverse
  1. sob!
  2. let's sob!
  5. sobbed
  6. sobbing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor sob:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schluchzer sob; whine
- sobbing
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flennen blubber; cry; gasp; sob; wail; weep; whimper be a pain in the neck; blubber; cry; keep on; nag; sniff; sniffle; snivel; whimper; whine
greinen gasp; sob be a pain in the neck; blubber; cry; keep on; nag; nurse a grievance; pout; sniff; sniffle; snivel; sulk; whimper; whine
herausschreien gasp; sob bellow; boo; cry out; exult; howl; jubilate; roar; scream; screech; shout; shout out loud; shriek; squeal; whine; yell
heulen blubber; cry; gasp; sob; wail; weep; whimper bellow; cry; cry out; groan; howl; let on; moan; roar; scream; shout; shriek; snivel; squeal; tell tales; weep; whimper; whine; yell
plärren blubber; cry; gasp; sob; wail; weep; whimper bleat; cry; scream; screech; shriek; squall; squawk; yell
schluchzen gasp; sob whimper; whine
schreien gasp; sob bellow; boo; call; cry; cry out; exult; groan; howl; jubilate; moan; roar; scream; screech; shout; shriek; squawk; weep; whine; yell
weinen blubber; cry; sob; wail; weep; whimper cry; groan; let on; moan; shout; shriek; squeal; tell tales; weep; whimper; whine

Verwante woorden van "sob":

  • sobs

Synoniemen voor "sob":


Verwante definities voor "sob":

  1. convulsive gasp made while weeping1
  2. weep convulsively1
    • He was sobbing inconsolably1

Wiktionary: sob

sob
noun
  1. a cry with a short, sudden expulsion of breath
verb
  1. weep with convulsive gasps
  2. say (something) while sobbing
sob
verb
  1. heftig, krampfartig, stoßweise und mit kurzen, (schnell) aufeinanderfolgenden Lauten weinen
noun
  1. eine kurze, stoß- und krampfhafte, als schmerzlich empfundene Äußerung einer inneren Verletztheit
Cross Translation:
FromToVia
• sob → schluchzen ↔ sangloter — pousser des sanglots.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0498 seconde
Page rendered in 1.0 seconds