Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- slackening:
-
slacken:
- rückgängig machen; zurückdrehen; zurückschicken; reduzieren; mäßigen; verringern; einschränken; schmälern; zurücksenden; zurückschrauben; verspäten; verzögern; zögern; aufschieben; hinausschieben; zaudern; erschlaffen; verblassen; nachlassen; ermüden; erbleichen; abschwächen; ermatten; abflauen; erblassen; verschießen; verflauen
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor slackening (Engels) in het Duits
slackening:
-
the slackening (cut down expenses; reduction; saving; retrenchment; diminution; finance management; decrease; curtailment; economy; shortening; foreshortening; recess; dwindling; salary cut; market; cut)
-
the slackening (fading; flagging)
Vertaal Matrix voor slackening:
Verwante woorden van "slackening":
Synoniemen voor "slackening":
Verwante definities voor "slackening":
slackening vorm van slacken:
-
to slacken
rückgängig machen; zurückdrehen; zurückschicken; reduzieren; mäßigen; verringern; einschränken; schmälern; zurücksenden; zurückschrauben-
rückgängig machen werkwoord (mache rückgängig, machst rückgängig, macht rückgängig, machte rückgängig, machtet rückgängig, rückgängig gemacht)
-
zurückdrehen werkwoord (drehe zurück, drehst zurück, dreht zurück, drehte zurück, drehtet zurück, zurückgedreht)
-
zurückschicken werkwoord (schicke zurück, schickst zurück, schickt zurück, schickte zurück, schicktet zurück, zurückgeschickt)
-
einschränken werkwoord (schränke ein, schränkst ein, schränkt ein, schränkte ein, schränktet ein, eingeschränkt)
-
zurücksenden werkwoord (sende zurück, sendest zurück, sendet zurück, sandte zurück, sandet zurück, zurückgesandt)
-
zurückschrauben werkwoord (schraube zurück, schraubst zurück, schraubt zurück, schraubte zurück, schraubtet zurück, zurückgeschraubt)
-
-
to slacken (retard; slow down; temporize; drag out; temporise)
verspäten; verzögern; zögern; aufschieben; hinausschieben; zaudern-
verspäten werkwoord
-
hinausschieben werkwoord (schiebe hinaus, schiebst hinaus, schiebt hinaus, schob hinaus, schobt hinaus, hinausgeschoben)
-
-
to slacken (fade; weaken)
erschlaffen; verblassen; nachlassen; ermüden; erbleichen; abschwächen; ermatten; abflauen; erblassen; verschießen; verflauen-
erschlaffen werkwoord
-
abschwächen werkwoord (schwäche ab, schwächst ab, schwächt ab, schwächte ab, schwächtet ab, abgeschächt)
-
Conjugations for slacken:
present
- slacken
- slacken
- slackens
- slacken
- slacken
- slacken
simple past
- slackened
- slackened
- slackened
- slackened
- slackened
- slackened
present perfect
- have slackened
- have slackened
- has slackened
- have slackened
- have slackened
- have slackened
past continuous
- was slackening
- were slackening
- was slackening
- were slackening
- were slackening
- were slackening
future
- shall slacken
- will slacken
- will slacken
- shall slacken
- will slacken
- will slacken
continuous present
- am slackening
- are slackening
- is slackening
- are slackening
- are slackening
- are slackening
subjunctive
- be slackened
- be slackened
- be slackened
- be slackened
- be slackened
- be slackened
diverse
- slacken!
- let's slacken!
- slackened
- slackening
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor slacken:
Verwante woorden van "slacken":
Synoniemen voor "slacken":
Verwante definities voor "slacken":
Computer vertaling door derden: