Engels

Uitgebreide vertaling voor shrubs (Engels) in het Duits

shrubs:

shrubs [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the shrubs
    der Sträucher; der Büsche
  2. the shrubs (brushwood; scrub; bush; privet)
    Gebüsch; Dickicht; Gestrüpp
  3. the shrubs (bushes)
    die Sträucher; die Büsche; Strauchwerk
  4. the shrubs (bushes)
    Unterholz; die Hölzer
  5. the shrubs (thicket; hedge; bush; grove; privet)
    der Busch; Gesträuch; Holz; Dickicht; Gestrüpp; Gebüsch; der Büsche; Unterholz; Gehölz
    • Busch [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gesträuch [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Holz [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Dickicht [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gestrüpp [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gebüsch [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Büsche [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Unterholz [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gehölz [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor shrubs:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Busch bush; grove; hedge; privet; shrubs; thicket bouquet; bunch; bunch of flowers; bundle; bush; bushes; forest; jungle; sheaf; virgin forest; wad; woodland; woods
Büsche bush; bushes; grove; hedge; privet; shrubs; thicket bunches; bundles
Dickicht brushwood; bush; grove; hedge; privet; scrub; shrubs; thicket
Gebüsch brushwood; bush; grove; hedge; privet; scrub; shrubs; thicket bushes
Gehölz bush; grove; hedge; privet; shrubs; thicket timber; timbre; wood
Gesträuch bush; grove; hedge; privet; shrubs; thicket
Gestrüpp brushwood; bush; grove; hedge; privet; scrub; shrubs; thicket weeds
Holz bush; grove; hedge; privet; shrubs; thicket forest; timber; timbre; wood
Hölzer bushes; shrubs timber; timbre; wood
Strauchwerk bushes; shrubs
Sträucher bushes; shrubs bunches; bundles
Unterholz bush; bushes; grove; hedge; privet; shrubs; thicket

Verwante vertalingen van shrubs