Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
-
setoff:
-
Wiktionary:
set off → abfahren, abreisen, fortgehen, abfeuern, abschießen, losgehen, aufbrechen
set-off → Aufrechnung -
Synoniemen voor "setoff":
set-back; offset; structure; construction -
Synoniemen voor "set off":
trip; actuate; trigger; activate; spark off; spark; trigger off; touch off; initiate; pioneer
depart; part; start; start out; set forth; set out; take off; leave; go forth; go away; part with
bring out; stress; emphasize; emphasise; punctuate; accent; accentuate
explode; detonate; blow up; change integrity
cancel; offset; balance; equilibrate; equilibrize; equilibrise
begin; lead off; start; commence
incite; instigate; stir up; provoke; stimulate
-
Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor setoff (Engels) in het Duits
setoff: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- set: stellen; einstellen; herstellen; setzen; legen; aufstellen; ablegen; abstellen; einräumen; anbringen; einordnen; hinlegen; hinstellen; unterbringen; installieren; abstreifen; einrücken; austreiben; stationieren; beisetzen; gruppieren; Satz; stramm; stramm gespannen; bestimmter Menge; Wettbewerb; Spiel; Streit; Wettkampf; Schlacht; Partie; Spielraum; Spielchen; Wettstreit; einsetzen; Paar; Gespann; einnieten; Gruppe von zwei oder mehr; fallen; senken; sinken; steif; starr; untergehen; versenken; versinken; erstarrt; sickern; einstürzen; herunterrutschen; umkommen; starrköpfig; einsinken; unbeugsam; räumlich anordnen; sichsenken; einführen; initiieren; Ansammlung; Zusammenrottung; synchronisieren; gleichstellen; Clique; Freundeskreis; Menge; steif werden; benannte Menge
- off: von hier; fertig; beendet; vollendet; falsch; fehlerhaft; verkehrt; verschmitzt; unrichtig; ab; herunter; weg
setoff:
Vertaal Matrix voor setoff:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | offset; set-back |
Synoniemen voor "setoff":
Verwante definities voor "setoff":
set off:
Vertaal Matrix voor set off:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | activate; actuate; blow up; bring out; cancel; depart; detonate; explode; incite; instigate; offset; part; set forth; set out; spark; spark off; start; start out; stir up; take off; touch off; trigger; trigger off; trip |