Home ->Woordenboeken ->Engels/Duits ->Vertaal sealing

Vertaal sealing van Engels naar Duits

Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. sealing:
  2. seal:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor sealing (Engels) in het Duits

sealing:

sealing [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the sealing
    die Abdichtung; die Versiegelung
  2. the sealing
    die Versiegelung; die Abdichtung; Versiegeln

Vertaal Matrix voor sealing:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abdichtung sealing barrier
Versiegeln sealing seal
Versiegelung sealing
- waterproofing

Verwante woorden van "sealing":


Synoniemen voor "sealing":


Verwante definities voor "sealing":

  1. the act of treating something to make it repel water1

Wiktionary: sealing

sealing
noun
  1. hunting of seals
sealing
noun
  1. ein Sakrament in verschiedenen apostolischen Gemeinschaften
  2. kein Plural: Bebauung (mit Straßen, Gebäuden usw.), die das Versickern von Regenwasser verhindert
  3. Schutzschicht als Ergebnis des Versiegelns[4]
  4. kein Plural: der Vorgang des versiegeln[3, 4]
  5. kein Plural: der Vorgang des versiegeln[1, 2], der Zustand des Versiegeltseins
  6. Technik: das abdichten

seal:

seal [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the seal
    der Seehund; die Robbe; der Seebär
    • Seehund [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Robbe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Seebär [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. the seal
    die Robbe
    • Robbe [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. the seal (stamp; imprint; hallmark; impress)
    der Stempel; Gepräge; Siegel; Amtssiegel; der Stempelbogen; die Marke; der Garantieschein; Stempeln; Lacksiegel; die Klebemarke
  4. the seal (revenue-stamp; stamp; trading stamp)
    die Stempelmarke; die Klebemarke
  5. the seal (guarantee; warrant; security; imprint; stamp)
    die Gewähr; die Marke; Siegel; die Garantie; der Garantieschein
  6. the seal (gauge)
    die Eichung
    • Eichung [die ~] zelfstandig naamwoord
  7. the seal
    – The process that BitLocker Drive Encryption uses to encrypt the volume master key and create a binary large object (BLOB). 2
    Versiegeln

to seal werkwoord (seals, sealed, sealing)

  1. to seal (isolate; make cold-resistant)
    abdichten; dichten; isolieren
    • abdichten werkwoord (dichte ab, dichtest ab, dichtet ab, dichtete ab, dichtetet ab, abgedichtet)
    • dichten werkwoord (dichte, dichtest, dichtet, dichtete, dichtetet, gedichtet)
    • isolieren werkwoord (isoliere, isolierst, isoliert, isolierte, isoliertet, isoliert)
  2. to seal (put under seal)
    versiegeln; abschliessen; isolieren; abdichten
    • versiegeln werkwoord (versiegele, versiegelst, versiegelt, versiegelte, versiegeltet, versiegelt)
    • abschliessen werkwoord (schließe ab, schließst ab, schließt ab, schloß ab, schloßet ab, abgeschlossen)
    • isolieren werkwoord (isoliere, isolierst, isoliert, isolierte, isoliertet, isoliert)
    • abdichten werkwoord (dichte ab, dichtest ab, dichtet ab, dichtete ab, dichtetet ab, abgedichtet)
  3. to seal (ratify; confirm; validate; )
    bekräftigen; besiegeln; beglaubigen
    • bekräftigen werkwoord (bekräftige, bekräftigst, bekräftigt, bekräftigte, bekräftigtet, bekrächtigt)
    • besiegeln werkwoord (besiegele, besiegelst, besiegelt, besiegelte, besiegeltet, besiegelt)
    • beglaubigen werkwoord (beglaubige, beglaubigst, beglaubigt, beglaubigte, beglaubigtet, beglaubigt)
  4. to seal (plug; demarcate; put under seal; )
    zumachen; schließen; abschliessen; verschließen; abdichten; sperren
    • zumachen werkwoord (mache zu, machst zu, macht zu, machte zu, machtet zu, zugemacht)
    • schließen werkwoord (schließe, schließest, schließt, schloß, schloßt, geschlossen)
    • abschliessen werkwoord (schließe ab, schließst ab, schließt ab, schloß ab, schloßet ab, abgeschlossen)
    • verschließen werkwoord (verschließe, verschließt, verschloß, verschloßt, verschlossen)
    • abdichten werkwoord (dichte ab, dichtest ab, dichtet ab, dichtete ab, dichtetet ab, abgedichtet)
    • sperren werkwoord (sperre, sperrst, sperrt, sperrte, sperrtet, gesperrt)
  5. to seal (stamp; die)
    stempeln; abstempeln
    • stempeln werkwoord (stempele, stempelst, stempelt, stempelte, stempeltet, gestempelt)
    • abstempeln werkwoord (stempele ab, stempelst ab, stempelt ab, stempelte ab, stempeltet ab, abgestempelt)
  6. to seal (stamp)
    besiegeln
    • besiegeln werkwoord (besiegele, besiegelst, besiegelt, besiegelte, besiegeltet, besiegelt)
  7. to seal
    – To store data in such a way that it can be retrieved later by the same security support component, and only by that security support component. 2
    versiegeln
    • versiegeln werkwoord (versiegele, versiegelst, versiegelt, versiegelte, versiegeltet, versiegelt)

Conjugations for seal:

present
  1. seal
  2. seal
  3. seals
  4. seal
  5. seal
  6. seal
simple past
  1. sealed
  2. sealed
  3. sealed
  4. sealed
  5. sealed
  6. sealed
present perfect
  1. have sealed
  2. have sealed
  3. has sealed
  4. have sealed
  5. have sealed
  6. have sealed
past continuous
  1. was sealing
  2. were sealing
  3. was sealing
  4. were sealing
  5. were sealing
  6. were sealing
future
  1. shall seal
  2. will seal
  3. will seal
  4. shall seal
  5. will seal
  6. will seal
continuous present
  1. am sealing
  2. are sealing
  3. is sealing
  4. are sealing
  5. are sealing
  6. are sealing
subjunctive
  1. be sealed
  2. be sealed
  3. be sealed
  4. be sealed
  5. be sealed
  6. be sealed
diverse
  1. seal!
  2. let's seal!
  5. sealed
  6. sealing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor seal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Amtssiegel hallmark; impress; imprint; seal; stamp hall-mark; stamps; trading stamps; wax seal; wax stamp
Eichung gauge; seal calibration; gauging
Garantie guarantee; imprint; seal; security; stamp; warrant bond; certainty; consistency; edifice; firmness; free service; guarantee; guarantee certificate; lot; pledge; positiveness; premises; security; surety; warranty
Garantieschein guarantee; hallmark; impress; imprint; seal; security; stamp; warrant bond; edifice; guarantee; guarantee certificate; lot; pledge; premises; security; surety; warranty
Gepräge hallmark; impress; imprint; seal; stamp
Gewähr guarantee; imprint; seal; security; stamp; warrant bond; edifice; guarantee; lot; pledge; premises; security; surety; warranty
Klebemarke hallmark; impress; imprint; revenue-stamp; seal; stamp; trading stamp
Lacksiegel hallmark; impress; imprint; seal; stamp wax seal; wax stamp
Marke guarantee; hallmark; impress; imprint; seal; security; stamp; warrant badge; coin; coupon; hallmark; logo; medal; savings stamp; stamp; token; voucher
Robbe seal
Seebär seal Jack tar; salt; sea bear; sea dog
Seehund seal
Siegel guarantee; hallmark; impress; imprint; seal; security; stamp; warrant control stamp; hallmark; quality mark; seal printing; seals; stamp; stamps
Stempel hallmark; impress; imprint; seal; stamp punch; seals; stamps
Stempelbogen hallmark; impress; imprint; seal; stamp
Stempelmarke revenue-stamp; seal; stamp; trading stamp
Stempeln hallmark; impress; imprint; seal; stamp stamping
Versiegeln seal sealing
- cachet; seal of approval; sealing wax; sealskin; stamp
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abdichten bind; close; demarcate; fence off; isolate; make cold-resistant; plug; put under seal; seal; shut; stop up caulk; close; fill gaps; isolate; make cold-resistant; pull shut; pull to; shut; stop; stop holes
abschliessen bind; close; demarcate; fence off; plug; put under seal; seal; shut; stop up button up; close; lock; pull shut; pull to; shut
abstempeln die; seal; stamp stamp
beglaubigen bear out; confirm; ratify; seal; support; uphold; validate affix; assent; attach; attach to; authenticate; certify; confirm; connect; fasten; notice; ratify; secure; signal; uphold
bekräftigen bear out; confirm; ratify; seal; support; uphold; validate admit; allow; authorise; authorize; become stronger; concede; confirm; give one's fiat to; grant; intensify; permit; reinforce; sanction; strengthen; submit to; tolerate; validate
besiegeln bear out; confirm; ratify; seal; stamp; support; uphold; validate
dichten isolate; make cold-resistant; seal caulk; fill gaps; isolate; make cold-resistant; stop; stop holes; write poetry
isolieren isolate; make cold-resistant; put under seal; seal caulk; close; dissociate from; fill gaps; isolate; make cold-resistant; place apart; pull shut; pull to; separate; shut; stop; stop holes
schließen bind; close; demarcate; fence off; plug; put under seal; seal; shut; stop up besiege; besieged; besieges; bring to a close; bring to a conclusion; bring to an end; button up; caulk; click shut; close; close tight; come to an end; conclude; cover; decide; deduce; deduct; dismiss; draw; encapsulate; enclose; end; evnvelope; fill gaps; finish; finish off; lock; pay for; pay off; pull shut; pull to; resolve; shut; stop; stop holes; surround; terminate; turn off; wind up; wrap up
sperren bind; close; demarcate; fence off; plug; put under seal; seal; shut; stop up block; close; draw; jam; lock; obstruct; pull shut; pull to; shut
stempeln die; seal; stamp be jobless; be unemployed; leave one's mark on; mark; put one's stamp on; stamp
verschließen bind; close; demarcate; fence off; plug; put under seal; seal; shut; stop up close; detain; draw; lock; pull shut; pull to; shut
versiegeln put under seal; seal rustproof; undercoat; underseal
zumachen bind; close; demarcate; fence off; plug; put under seal; seal; shut; stop up button up; close; draw; lock; lock up; pull shut; pull to; shut; tie up
- seal off; varnish
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- closing device; locking device

Verwante woorden van "seal":


Synoniemen voor "seal":


Antoniemen van "seal":


Verwante definities voor "seal":

  1. any of numerous marine mammals that come on shore to breed; chiefly of cold regions1
  2. a device incised to make an impression; used to secure a closing or to authenticate documents1
  3. fastener that provides a tight and perfect closure1
  4. a finishing coat applied to exclude moisture1
  5. fastener consisting of a resinous composition that is plastic when warm; used for sealing documents and parcels and letters1
  6. an indication of approved or superior status1
  7. a stamp affixed to a document (as to attest to its authenticity or to seal it)1
    • the warrant bore the sheriff's seal1
  8. the pelt or fur (especially the underfur) of a seal1
    • a coat of seal1
  9. decide irrevocably1
    • sealing dooms1
  10. hunt seals1
  11. cover with varnish1
  12. close with or as if with a seal1
    • She sealed the letter with hot wax1
  13. make tight; secure against leakage1
    • seal the windows1
  14. affix a seal to1
    • seal the letter1
  15. To store data in such a way that it can be retrieved later by the same security support component, and only by that security support component.2
  16. The process that BitLocker Drive Encryption uses to encrypt the volume master key and create a binary large object (BLOB).2

Wiktionary: seal

seal
noun
  1. pinniped
  2. pattern, design
  3. something which will be visibly damaged when a container is opened
  4. something designed to prevent liquids or gasses from leaking
  5. security against leakage
seal
verb
  1. (transitiv) den Verschluss eines Behältnisses oder eine technische Einrichtung mit einer bleiernen oder metallenen Plombe versiegeln
  2. dicht machen
  3. (transitiv) etwas dicht, undurchlässig machen
  4. (ein Schriftstück oder dessen Umschlag) mit einem Siegel verschließen
  5. allgemein: so verschließen, dass ein unbemerktes Öffnen verhindert wird
  6. so verschließen, dass bestimmte Stoffe (Flüssigkeiten, Gase, Staub) nicht eindringen oder entweichen können
  7. die Oberfläche behandeln, um ein Eindringen von Fremdstoffen (Feuchtigkeit, Schmutz) zu verhindern
noun
  1. Stempel zum Abdrucken eines Zeichens
  2. Abdruck eines Siegels
  3. Darstellung, die als Siegelbild verwendet wird
  4. Zoologie: spindelförmiges, im Wasser jagendes Raubtier
  5. Technik: das abdichten
Cross Translation:
FromToVia
• seal → Seehund ↔ zeehond — rob van de "Phocidae"familie, vertoeft in de noordelijke zeeën en maakt een blaffend geluid
• seal → Robbe ↔ zeerob — rob, een groot zeezoogdier
• seal → Siegel ↔ zegel — een middel om een voorwerp zodanig af te sluiten dat er later nagegaan kan worden of het geopend is
• seal → Siegel; Petschaft ↔ cachet — objet avec lequel on marque une empreinte
• seal → Seehund ↔ phoque — zoologie|nocat=1 Une des espèces de mammifères carnivores marins au corps fusiforme, aux membres antérieurs, très courts, transformés en palettes natatoires et aux membres postérieurs qui ne peuvent se replier sous le ventre.
• seal → Siegel ↔ sceau — Traductions à trier suivant le sens
• seal → siegeln; versiegeln ↔ sceller — Marquer d’un sceau

Verwante vertalingen van sealing







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0828 seconde
Page rendered in 1.0 seconds