Home ->Woordenboeken ->Engels/Duits ->Vertaal rustling

Vertaal rustling van Engels naar Duits

Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. rustling:
  2. rustle:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor rustling (Engels) in het Duits

rustling:

rustling [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the rustling (rustle; tingling)
    Geräusch; Rauschen
  2. the rustling
    Sausen; Gesause
    • Sausen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gesause [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rustling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Geräusch rustle; rustling; tingling buzzing; fuss; humming; noise; sound
Gesause rustling
Rauschen rustle; rustling; tingling
Sausen rustling blowing
- rustle; whisper; whispering
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- murmurous; soughing; susurrous

Verwante woorden van "rustling":


Synoniemen voor "rustling":


Verwante definities voor "rustling":

  1. characterized by soft sounds1
  2. the stealing of cattle1
  3. a light noise, like the noise of silk clothing or leaves blowing in the wind1

rustling vorm van rustle:

rustle [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the rustle (rustling; tingling)
    Geräusch; Rauschen
  2. the rustle
    Geknister; Geraschel

to rustle werkwoord (rustles, rustled, rustling)

  1. to rustle
    rascheln; knistern
    • rascheln werkwoord (raschele, raschelst, raschelt, raschelte, rascheltet, geraschelt)
    • knistern werkwoord (knistere, knisterst, knistert, knisterte, knistertet, geknistert)
  2. to rustle (sough)
    sausen; säuseln
    • sausen werkwoord (sause, sausest, saust, sauste, saustet, gesaust)
    • säuseln werkwoord (säusele, säuselst, säuselt, säuselte, säuseltet, gesäuselt)
  3. to rustle (crackle)
    rauschen; sausen; rascheln; säuseln
    • rauschen werkwoord (rausche, rauschst, rauscht, rauschte, rauschtet, gerauscht)
    • sausen werkwoord (sause, sausest, saust, sauste, saustet, gesaust)
    • rascheln werkwoord (raschele, raschelst, raschelt, raschelte, rascheltet, geraschelt)
    • säuseln werkwoord (säusele, säuselst, säuselt, säuselte, säuseltet, gesäuselt)
  4. to rustle (speak with a lisp; whisper; whizz; lisp; whoosh)
    flüstern; raunen; lispeln; tuscheln; zischeln
    • flüstern werkwoord (flüstre, flüsterst, flüstert, flüsterte, flüstertet, geflüstert)
    • raunen werkwoord (raune, raunst, raunt, raunte, rauntet, geraunt)
    • lispeln werkwoord (b, lispelst, lispelt, lispelte, lispeltet, gelispelt)
    • tuscheln werkwoord (tuschele, tuschelst, tuschelt, tuschelte, tuscheltet, getuschelt)
    • zischeln werkwoord (zischele, zischelst, zischelt, zischelte, zischeltet, gezischelt)

Conjugations for rustle:

present
  1. rustle
  2. rustle
  3. rustles
  4. rustle
  5. rustle
  6. rustle
simple past
  1. rustled
  2. rustled
  3. rustled
  4. rustled
  5. rustled
  6. rustled
present perfect
  1. have rustled
  2. have rustled
  3. has rustled
  4. have rustled
  5. have rustled
  6. have rustled
past continuous
  1. was rustling
  2. were rustling
  3. was rustling
  4. were rustling
  5. were rustling
  6. were rustling
future
  1. shall rustle
  2. will rustle
  3. will rustle
  4. shall rustle
  5. will rustle
  6. will rustle
continuous present
  1. am rustling
  2. are rustling
  3. is rustling
  4. are rustling
  5. are rustling
  6. are rustling
subjunctive
  1. be rustled
  2. be rustled
  3. be rustled
  4. be rustled
  5. be rustled
  6. be rustled
diverse
  1. rustle!
  2. let's rustle!
  5. rustled
  6. rustling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor rustle:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Geknister rustle cracking; crackling
Geraschel rustle
Geräusch rustle; rustling; tingling buzzing; fuss; humming; noise; sound
Rauschen rustle; rustling; tingling
- rustling; whisper; whispering
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flüstern lisp; rustle; speak with a lisp; whisper; whizz; whoosh exchange confidences; whisper
knistern rustle crack; crackle; snap; sputter
lispeln lisp; rustle; speak with a lisp; whisper; whizz; whoosh exchange confidences; lisp; mumble; murmur; mutter; whisper
rascheln crackle; rustle crackle; sputter
raunen lisp; rustle; speak with a lisp; whisper; whizz; whoosh
rauschen crackle; rustle murmur
sausen crackle; rustle; sough bellow; cry out; drop; fall; roar; scream; shout; shriek; sink; tumble; yell
säuseln crackle; rustle; sough exchange confidences; swirl; whine; whirl; whisper
tuscheln lisp; rustle; speak with a lisp; whisper; whizz; whoosh exchange confidences; whisper
zischeln lisp; rustle; speak with a lisp; whisper; whizz; whoosh exchange confidences; whisper
- lift

Verwante woorden van "rustle":


Synoniemen voor "rustle":


Verwante definities voor "rustle":

  1. a light noise, like the noise of silk clothing or leaves blowing in the wind1
  2. make a dry crackling sound1
    • rustling silk1
    • the dry leaves were rustling in the breeze1
  3. forage food1
  4. take illegally1
    • rustle cattle1

Wiktionary: rustle

rustle
verb
  1. ein gleichförmiges Geräusch machen

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0342 seconde
Page rendered in 1.0 seconds