Resulting in het Duits vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

resulting:
- Fortfließen
- resultierend; folgend
result:
- Konsequenz; Folge; Auswirkung; Resultat; Ergebnis; Endergebnis; Ende; Effekt; Ausschlag; Folgerung; Wirkung; Konklusion; Schluß; Gesamtzahl; Gesamtergebnis; Höhepunkt; Klimax; Orgasmus; Rechenaufgabe
- herforgehen; herforgehen aus
Wiktionary:
- result → Ergebnis, Resultat, Bilanz, Ausfall
- result → resultieren, hervorgehen, ergeben
- result → Ergebnis, resultieren, führen, leiten, ausgehen, ausrücken, hinausgehen, erlangen, erzielen, reichen, erreichen, einholen, heranreichen, sich erstrecken, erwirken, durchsetzen, hervorrufen, antun, bewirken, veranlassen, verursachen, zufügen, bereiten, entspringen, entstehen, herkommen, stammen, abstammen, Befund, Erfolg, Resultat

Engels

Uitgebreide vertaling voor resulting (Engels) in het Duits

resulting:

resulting [the ~] zelfstandig naamwoord

the resulting
Fortfließen
- Fortfließen [das ~] zelfstandig naamwoord

resulting bijvoeglijk naamwoord

resulting
resultierend; folgend
- resultierend bijvoeglijk naamwoord
- folgend bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor resulting:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Fortfließen	resulting
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
folgend	resulting	coming; coming later; following; next; subsequent
resultierend	resulting

Verwante woorden van "resulting":

result

Synoniemen voor "resulting":

consequent; ensuant; resultant; sequent; subsequent

result:

result [the ~] zelfstandig naamwoord

the result (consequence; outcome; fruit)

– a phenomenon that follows and is caused by some previous phenomenon ¹
die Konsequenz; die Folge; die Auswirkung
- Konsequenz [die ~] zelfstandig naamwoord
- Folge [die ~] zelfstandig naamwoord
- Auswirkung [die ~] zelfstandig naamwoord
the result
Resultat; Ergebnis; Endergebnis; Ende
- Resultat [das ~] zelfstandig naamwoord
- Ergebnis [das ~] zelfstandig naamwoord
- Endergebnis [das ~] zelfstandig naamwoord
- Ende [das ~] zelfstandig naamwoord
the result (consequence; effect)
Resultat; der Effekt; der Ausschlag; die Folgerung; die Wirkung
- Resultat [das ~] zelfstandig naamwoord
- Effekt [der ~] zelfstandig naamwoord
- Ausschlag [der ~] zelfstandig naamwoord
- Folgerung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Wirkung [die ~] zelfstandig naamwoord
the result (conclusion; final result; upshot)
die Konklusion; Resultat; Ergebnis; der Schluß; die Folgerung; Endergebnis; die Gesamtzahl; Gesamtergebnis
- Konklusion [die ~] zelfstandig naamwoord
- Resultat [das ~] zelfstandig naamwoord
- Ergebnis [das ~] zelfstandig naamwoord
- Schluß [der ~] zelfstandig naamwoord
- Folgerung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Endergebnis [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gesamtzahl [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gesamtergebnis [das ~] zelfstandig naamwoord
the result (climax; highest point; peak; culmination; zenith; pinnacle; summit; top; termination)
der Höhepunkt; der Klimax; der Orgasmus
- Höhepunkt [der ~] zelfstandig naamwoord
- Klimax [der ~] zelfstandig naamwoord
- Orgasmus [der ~] zelfstandig naamwoord
the result (sum; arithmetical problem; answer)
die Rechenaufgabe; Ergebnis
- Rechenaufgabe [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ergebnis [das ~] zelfstandig naamwoord

to result werkwoord (results, resulted, resulting)

to result (course; stream; flow)
herforgehen; herforgehen aus
- herforgehen werkwoord
- herforgehen aus werkwoord

Conjugations for result:

present

result
result
results
result
result
result

simple past

resulted
resulted
resulted
resulted
resulted
resulted

present perfect

have resulted
have resulted
has resulted
have resulted
have resulted
have resulted

past continuous

was resulting
were resulting
was resulting
were resulting
were resulting
were resulting

future

shall result
will result
will result
shall result
will result
will result

continuous present

am resulting
are resulting
is resulting
are resulting
are resulting
are resulting

subjunctive

be resulted
be resulted
be resulted
be resulted
be resulted
be resulted

diverse

result!
let's result!
resulted
resulting

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor result:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Ausschlag	consequence; effect; result	barber's itch; carbon; carbon copy; copy; eczema; prurigo; rash; replica; skin allergy; skin eruption
Auswirkung	consequence; fruit; outcome; result	consequence; court; court circle; court dignitaries; effect; impact; royal household
Effekt	consequence; effect; result	consequence; effect; impact
Ende	result	conclusion; end; ending; facial line; far end; final end; finish; furrow; termination; terminus; tip; wrinkle
Endergebnis	conclusion; final result; result; upshot	skin eruption
Ergebnis	answer; arithmetical problem; conclusion; final result; result; sum; upshot	answer; biking lock; concluding observations; concluding remarks; conclusion; court; court circle; court dignitaries; earnings; in conclusion; last part; resolution; royal household; skin eruption; solution; termination
Folge	consequence; fruit; outcome; result	accepting; carrying out; chain; chapter; concatenation; court; court circle; court dignitaries; cyclus; delivery; edition; episode; issue; obeying; row; royal household; sequence; series; string; succession
Folgerung	conclusion; consequence; effect; final result; result; upshot	concluding observations; concluding remarks; conclusion; conclusions; in conclusion; last part; termination
Gesamtergebnis	conclusion; final result; result; upshot	final profit; final result; final yield; total profit
Gesamtzahl	conclusion; final result; result; upshot	total amount
Höhepunkt	climax; culmination; highest point; peak; pinnacle; result; summit; termination; top; zenith	climax; culmination; orgasm; peak; pinnacle; summit; summmit; tallest ladder; zenith
Klimax	climax; culmination; highest point; peak; pinnacle; result; summit; termination; top; zenith
Konklusion	conclusion; final result; result; upshot	concluding observations; concluding remarks; conclusion; in conclusion; last part; termination
Konsequenz	consequence; fruit; outcome; result	consequence; court; court circle; court dignitaries; effect; royal household
Orgasmus	climax; culmination; highest point; peak; pinnacle; result; summit; termination; top; zenith	climax; orgasm
Rechenaufgabe	answer; arithmetical problem; result; sum
Resultat	conclusion; consequence; effect; final result; result; upshot	skin eruption
Schluß	conclusion; final result; result; upshot	concluding observations; concluding remarks; conclusion; conclusions; end; ending; finish; in conclusion; last part; misconception; misunderstanding; termination
Wirkung	consequence; effect; result	action; consequence; consequences; effect; effects; impact; operation; outcomes; results; working
-	answer; consequence; effect; event; final result; issue; outcome; resolution; resultant; resultant role; solution; solvent; termination; upshot
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
herforgehen	course; flow; result; stream
herforgehen aus	course; flow; result; stream
-	ensue; lead; leave
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Ende		End
Ergebnis		Outcome
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	answer; effect

Verwante woorden van "result":

resulting, results

Synoniemen voor "result":

consequence; effect; outcome; event; issue; upshot; phenomenon
solution; answer; resolution; solvent; statement
resultant; final result; termination; ending; conclusion; finish
resultant role; semantic role; participant role
ensue; prove; turn out; turn up
leave; lead; produce; bring about; give rise

Verwante definities voor "result":

the semantic role of the noun phrase whose referent exists only by virtue of the activity denoted by the verb in the clause¹
a statement that solves a problem or explains how to solve the problem¹
- he computed the result to four decimal places¹
something that results¹
- he listened for the results on the radio¹
a phenomenon that follows and is caused by some previous phenomenon¹
come about or follow as a consequence¹
- nothing will result from this meeting¹
issue or terminate (in a specified way, state, etc.); end¹
- result in tragedy¹
have as a result or residue¹

Wiktionary: result

result

noun

that which results
- result → Ergebnis; Resultat

result

verb

(intransitiv) das Ergebnis einer Sache sein; sich aus einer Sache ergeben
- resultieren → result
(auch figurativ) aus etwas entstehen; aus etwas resultieren; durch etwas bedingt sein; sich aus etwas ergeben
- hervorgehen → result
zur Folge haben, als Resultat haben
- ergeben → arise; result

noun

Ergebnis
- Resultat → result
das, was bei einem Vorgang herauskommt
- Ergebnis → outcome; result
Verhältnis bzw. die Differenz zwischen einem Wert wie Ausgaben, Export etc. und einem anderen Wert wie Einnahmen, Import
- Bilanz → survey; stocktaking; outcome; result
Ergebnis
- Ausfall → result

Cross Translation:

From	To	Via
• result	→ Ergebnis	↔ resultaat — een uitkomst
• result	→ resultieren; führen; leiten; ausgehen; ausrücken; hinausgehen; erlangen; erzielen; reichen; erreichen; einholen; heranreichen; sich erstrecken; erwirken; durchsetzen	↔ aboutir — toucher par un bout.
• result	→ hervorrufen; antun; bewirken; veranlassen; verursachen; zufügen; bereiten	↔ causer — être cause de ; occasionner, provoquer.
• result	→ entspringen; entstehen; herkommen; stammen; abstammen	↔ provenir — procéder, venir, dériver, résulter.
• result	→ Befund; Erfolg; Ergebnis; Resultat	↔ résultat — Ce qui résulter, ce qui s’ensuivre d’une délibération, d’un principe, d’une opération, d’un événement, etc.
• result	→ resultieren	↔ résulter — S’ensuivre. — note Il s’emploie pour marquer les inductions, les conséquences qu’on tirer d’un discours, d’un raisonnement, d’un examen, d’une recherche, etc.

Computer vertaling door derden: