Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- questionable:
- question:
-
Wiktionary:
- questionable → fragwürdig, bedenklich
- question → Frage, Anfrage, Zweifel
- question → fragen, hinterfragen, befragen, anzweifeln, bezweifeln, rütteln, vernehmen
- question → anzweifeln, Frage, vernehmen, verhören, befragen, Grund, Rechtsfall, Rechtssache, Ursache, Verursachung, Angelegenheit, Ding, Sache, Werk, Affäre, Geschichte, Fall, Anlaß, Veranlassung, streiten, bestreiten, abstreiten, Abrede, forschen, ausforschen, erforschen, unterforschen, untersuchen, examinieren, inspizieren, nachsehen, prüfen, überprüfen, nachprüfen, betrachten, beschauen, mustern, besichtigen, durchgehen, durchsehen, begutachten, vergleichen, interpellieren, ansprechen, Anfrage, hinterfragen
Engels
Uitgebreide vertaling voor questionable (Engels) in het Duits
questionable:
-
questionable (dubious; controversial; disputable; contested; uncertain; disputed; imputable; debatable; open to question)
bedenklich-
bedenklich bijvoeglijk naamwoord
-
-
questionable (disputable; imputable; open to question; debatable)
bestreitbar; umstritten; anfechtbar-
bestreitbar bijvoeglijk naamwoord
-
umstritten bijvoeglijk naamwoord
-
anfechtbar bijvoeglijk naamwoord
-
-
questionable (debatable; dubious; open to debate)
-
questionable (obscure; suspicious; suspect; shady; grimy; dubious; sinister; shifty; nasty; unreliable; slimy; scary; problematic; uncertain)
verdächtig; mies; hinterhältig; schmierig; häßlich; gruselig; gemein; dubios; heimtückisch; hinterlistig; bösartig; glitschig; niederträchtig; schuftig; böse; unheimlich; fraglich; fragwürdig; obskur; gespenstisch; teuflisch-
verdächtig bijvoeglijk naamwoord
-
mies bijvoeglijk naamwoord
-
hinterhältig bijvoeglijk naamwoord
-
schmierig bijvoeglijk naamwoord
-
häßlich bijvoeglijk naamwoord
-
gruselig bijvoeglijk naamwoord
-
gemein bijvoeglijk naamwoord
-
dubios bijvoeglijk naamwoord
-
heimtückisch bijvoeglijk naamwoord
-
hinterlistig bijvoeglijk naamwoord
-
bösartig bijvoeglijk naamwoord
-
glitschig bijvoeglijk naamwoord
-
niederträchtig bijvoeglijk naamwoord
-
schuftig bijvoeglijk naamwoord
-
böse bijvoeglijk naamwoord
-
unheimlich bijvoeglijk naamwoord
-
fraglich bijvoeglijk naamwoord
-
fragwürdig bijvoeglijk naamwoord
-
obskur bijvoeglijk naamwoord
-
gespenstisch bijvoeglijk naamwoord
-
teuflisch bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor questionable:
Verwante woorden van "questionable":
Synoniemen voor "questionable":
Antoniemen van "questionable":
Verwante definities voor "questionable":
Wiktionary: questionable
questionable
adjective
questionable
-
problematic; open to doubt or challenge
- questionable → fragwürdig
-
of dubious respectability or morality
- questionable → fragwürdig
adjective
-
zu Skepsis und Argwohn Anlass gebend
-
ursprünglich: zu einer Frage einladend, zu einer Frage herausfordernd
-
Bedenken hervorrufend, nachdenklich stimmend
questionable vorm van question:
-
the question (interpellation; request; definition of a problem; problem)
-
the question (issue; case)
-
the question (task; assignment; problematical case; summary; statement; problem; problems)
-
the question (problem; matter; case)
-
the question (point of discussion; issue)
-
the question
– A question, usually from a drop-down list, that users can use to confirm their identity and reset their password in case they have forgotten it. 2
-
to question (interrogate; interpellate; hear; subsidize; grant; subsidise)
-
to question (interrogate)
-
to question (hesitate; be indecised; procrastinate; waver; tarry; vacillate; put off)
zweifeln; zögern; schwanken; grübeln; unschlüssig warten-
unschlüssig warten werkwoord (warte unschlüssig, wartest unschlüssig, wartet unschlüssig, wartete unschlüssig, wartetet unschlüssig, unschlüssig gewartet)
-
to question (contest; dispute; challenge)
-
to question (interpellate)
nachfragen bei; interpellieren-
nachfragen bei werkwoord
-
interpellieren werkwoord (interpelliere, interpellierst, interpelliert, interpellierte, interpelliertet, interpelliert)
-
Conjugations for question:
present
- question
- question
- questions
- question
- question
- question
simple past
- questioned
- questioned
- questioned
- questioned
- questioned
- questioned
present perfect
- have questioned
- have questioned
- has questioned
- have questioned
- have questioned
- have questioned
past continuous
- was questioning
- were questioning
- was questioning
- were questioning
- were questioning
- were questioning
future
- shall question
- will question
- will question
- shall question
- will question
- will question
continuous present
- am questioning
- are questioning
- is questioning
- are questioning
- are questioning
- are questioning
subjunctive
- be questioned
- be questioned
- be questioned
- be questioned
- be questioned
- be questioned
diverse
- question!
- let's question!
- questioned
- questioning
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor question:
Verwante woorden van "question":
Synoniemen voor "question":
Antoniemen van "question":
Verwante definities voor "question":
Wiktionary: question
question
Cross Translation:
noun
question
-
sentence which asks for information
-
topic under discussion
- question → Frage
-
doubt or challenge about the truth
-
formal proposal to a meeting as a topic for discussion and vote
-
ask questions of
- question → fragen; hinterfragen; befragen
-
raise doubts about
- question → anzweifeln; bezweifeln
verb
-
übertragen: etwas (zum Beispiel ein Prinzip) infrage stellen, bedrohen
-
um mehrere Auskünfte bitten; Fragen an jemanden stellen
-
einen Beschuldigten oder einen Zeugen förmlich ausfragen
-
(transitiv) in Frage stellen
-
Angelegenheit, Diskussionspunkt, Problem
-
Linguistik: Äußerung, die Antwort oder Klärung verlangt; Aufforderung zur Antwort
Cross Translation:
Computer vertaling door derden: