Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor privacy (Engels) in het Duits

privacy:

privacy [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the privacy (secrecy; confidentiality)
    die Verschwiegenheit; die Geheimhaltung; die Geheimhaltungspflicht
  2. the privacy (private life)
    Privatleben

Vertaal Matrix voor privacy:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Geheimhaltung confidentiality; privacy; secrecy oath of secrecy; pledge of secrecy
Geheimhaltungspflicht confidentiality; privacy; secrecy oath of secrecy; pledge of secrecy
Privatleben privacy; private life
Verschwiegenheit confidentiality; privacy; secrecy reticence; silence; taciturnity
- concealment; privateness; seclusion; secrecy

Synoniemen voor "privacy":


Verwante definities voor "privacy":

  1. the quality of being secluded from the presence or view of others1
  2. the condition of being concealed or hidden1

Wiktionary: privacy

privacy
noun
  1. state of being private
privacy
noun
  1. Zustand von Menschen und Tieren in beschaulicher Untätigkeit, Entspannung