Engels
Uitgebreide vertaling voor preacher man (Engels) in het Duits
preacher man: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- preach: predigen
- preacher: Pfarrer; Pastor; Vorgänger; Prediger; Geistliche; Verkündiger
- MAN: MAN; innerstädtisches Netzwerk
- man: Mann; Bruder; Bursche; Kerl; Geselle; Kerlchen; Freund; Kumpel; Partner; Weib; Gefährte; Gatte; Teilhaber; Gemahl; männliche Person; Person; Mensch; Wesen; Figur; Einzelwesen; Menschenkind; bemannen; Typ; Herr; Gestalt; Hecht; Diener; Knecht; Bediente; Hausdiener; Kammerdiener; Stallknecht
preacher man:
Vertaal Matrix voor preacher man:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | preacher; sermoniser; sermonizer |