Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. outdoor:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor outdoor (Engels) in het Duits

outdoor:

outdoor bijvoeglijk naamwoord

  1. outdoor (uncovered; open)
    unbedeckt; frei; im Freien; nichtüberdacht; Frei-; unverhüllt; im freien

Vertaal Matrix voor outdoor:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frei open; outdoor; uncovered accessible; amenable; approachable; at liberty; at someone's disposal; available; debtfree; deserted; duty-free; empty; for free; frank; free; free of charge; freely; gratis; gratuitous; independent; open; straight ahead; straight on; tax free; unattached; unconstrained; undisciplined; undisturbed; unfettered; ungovernable; unhindered; uninhabited; uninhibited; uninterrupted; unmanageable; unrestrained; unruly; untaxed; vacant; voluntarily
im Freien open; outdoor; uncovered Outdoor; in the country; in the open; outside
- out-of-door; outside
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Frei- open; outdoor; uncovered
im freien open; outdoor; uncovered
nichtüberdacht open; outdoor; uncovered
unbedeckt open; outdoor; uncovered bare; open; uncovered; unguarded; unsecured
unverhüllt open; outdoor; uncovered bare; open; uncovered

Synoniemen voor "outdoor":


Antoniemen van "outdoor":

  • indoor

Verwante definities voor "outdoor":

  1. located, suited for, or taking place in the open air1
    • outdoor clothes1
    • badminton and other outdoor games1
    • a beautiful outdoor setting for the wedding1
  2. pertaining to or concerning the outdoors or outdoor activities1
    • outdoor education is the area of teacher training concerned with training for outdoor activities1

Wiktionary: outdoor

outdoor
adjective
  1. situated in the open air

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van outdoor