Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- occupied:
- occupy:
-
Wiktionary:
- occupied → besetzt, beschäftigt
- occupy → besetzen, bewohnen, in Anspruch nehmen, okkupieren, belegen, versehen
- occupy → beschäftigen, bekleiden
Engels
Uitgebreide vertaling voor occupied (Engels) in het Duits
occupied:
-
occupied (busily engaged; busy; engaged; tied up)
geschäftig; lustig; gedrängt; heiter; geräuschvoll; lebendig; fleißig; gesellig; emsig; lebhaft; munter; eifrig; üppig; flott; vergnüglich; quick; fröhlich; existent; freudvoll; frisch; angeheitert; freudig-
geschäftig bijvoeglijk naamwoord
-
lustig bijvoeglijk naamwoord
-
gedrängt bijvoeglijk naamwoord
-
heiter bijvoeglijk naamwoord
-
geräuschvoll bijvoeglijk naamwoord
-
lebendig bijvoeglijk naamwoord
-
fleißig bijvoeglijk naamwoord
-
gesellig bijvoeglijk naamwoord
-
emsig bijvoeglijk naamwoord
-
lebhaft bijvoeglijk naamwoord
-
munter bijvoeglijk naamwoord
-
eifrig bijvoeglijk naamwoord
-
üppig bijvoeglijk naamwoord
-
flott bijvoeglijk naamwoord
-
vergnüglich bijvoeglijk naamwoord
-
quick bijvoeglijk naamwoord
-
fröhlich bijvoeglijk naamwoord
-
existent bijvoeglijk naamwoord
-
freudvoll bijvoeglijk naamwoord
-
frisch bijvoeglijk naamwoord
-
angeheitert bijvoeglijk naamwoord
-
freudig bijvoeglijk naamwoord
-
-
occupied
beschäftigt mit; mit etwas befassen-
beschäftigt mit bijvoeglijk naamwoord
-
mit etwas befassen bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor occupied:
Verwante woorden van "occupied":
Synoniemen voor "occupied":
Antoniemen van "occupied":
Verwante definities voor "occupied":
Wiktionary: occupied
occupied
adjective
-
militarily subjugated
- occupied → besetzt
-
busy
- occupied → beschäftigt; besetzt
-
reserved
- occupied → besetzt
occupy:
Conjugations for occupy:
present
- occupy
- occupy
- occupies
- occupy
- occupy
- occupy
simple past
- occupied
- occupied
- occupied
- occupied
- occupied
- occupied
present perfect
- have occupied
- have occupied
- has occupied
- have occupied
- have occupied
- have occupied
past continuous
- was occupying
- were occupying
- was occupying
- were occupying
- were occupying
- were occupying
future
- shall occupy
- will occupy
- will occupy
- shall occupy
- will occupy
- will occupy
continuous present
- am occupying
- are occupying
- is occupying
- are occupying
- are occupying
- are occupying
subjunctive
- be occupied
- be occupied
- be occupied
- be occupied
- be occupied
- be occupied
diverse
- occupy!
- let's occupy!
- occupied
- occupying
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor occupy:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bewohnen | dwell in; inhabit; live in; occupy; reside; take up residence | |
erobern | annex; capture; conquer; occupy; seize | obsess; recapture; reconquer; regain; retake |
residieren | dwell in; inhabit; live in; occupy; reside; take up residence | be established; have one's seat; live in; reside; sojourn; take up residence |
- | absorb; busy; concern; engage; engross; fill; interest; invade; lodge in; reside; take; use up; worry | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | engage; keep busy |
Verwante woorden van "occupy":
Synoniemen voor "occupy":
Verwante definities voor "occupy":
Wiktionary: occupy
occupy
Cross Translation:
verb
occupy
-
hold a position
- occupy → besetzen
-
have (taken) control of
- occupy → besetzen
-
reside in
- occupy → bewohnen
-
-
- occupy → in Anspruch nehmen
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• occupy | → beschäftigen | ↔ bezighouden — de aandacht afleiden |
• occupy | → bekleiden | ↔ bekleden — een ambt vervullen |