Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- naturally:
- natural:
-
Wiktionary:
- naturally → natürlich, selbstredend
- naturally → gewiß, selbstverständlich, natürlich, natürlicherweise, wohlgemerkt, sicher, jawohl
- natural → Naturtalent
- natural → naturwüchsig, natürlich, naturfarbig, naturfarben, real, selbstverständlich, wirklich
- natural → natürliche Zahl, natürlich, von Geburt, geboren, angeboren
Engels
Uitgebreide vertaling voor naturally (Engels) in het Duits
naturally:
-
naturally (of course; obviously; apparently; without doubt; indeed; to be sure)
selbstverständlich; natürlich-
selbstverständlich bijvoeglijk naamwoord
-
natürlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
naturally (ofcourse; voluntary; voluntarily)
natürlich !-
natürlich ! bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor naturally:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | by nature; course; of course | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | evidently; obviosly; of course | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
natürlich | apparently; indeed; naturally; obviously; of course; to be sure; without doubt | considerably; fairly; natural; pretty; quite; rather; reasonably; unaffected; voluntarily |
natürlich ! | naturally; ofcourse; voluntarily; voluntary | |
selbstverständlich | apparently; indeed; naturally; obviously; of course; to be sure; without doubt | actual; indeed |
Verwante woorden van "naturally":
Synoniemen voor "naturally":
Antoniemen van "naturally":
Verwante definities voor "naturally":
Wiktionary: naturally
naturally
Cross Translation:
adverb
naturally
-
surely
- naturally → natürlich
adverb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• naturally | → gewiß; selbstverständlich; natürlich | ↔ uiteraard — uit de aard van de zaak voortspruitend |
• naturally | → natürlicherweise | ↔ natuurlijkerwijs — op een natuurlijke manier |
• naturally | → natürlich | ↔ natuurlijk — vanzelfsprekend |
• naturally | → natürlich; selbstverständlich; wohlgemerkt | ↔ bien entendu — Naturellement, évidemment |
• naturally | → sicher; natürlich; selbstverständlich; jawohl | ↔ bien sûr — Évidemment, avec évidence, certainement. |
naturally vorm van natural:
-
natural
natürlich; ungekünstelt; rein-
natürlich bijvoeglijk naamwoord
-
ungekünstelt bijvoeglijk naamwoord
-
rein bijvoeglijk naamwoord
-
-
natural (innate; inborn)
einheimisch; eingeboren; von Natur aus anwesend sein-
einheimisch bijvoeglijk naamwoord
-
eingeboren bijvoeglijk naamwoord
-
von Natur aus anwesend sein bijvoeglijk naamwoord
-
-
natural (innate; inborn; native)
-
natural (native; indigenous; innate; local; aboriginal; inborn)
einheimische; eingeborene; autochton-
einheimische bijvoeglijk naamwoord
-
eingeborene bijvoeglijk naamwoord
-
autochton bijvoeglijk naamwoord
-
-
natural (invalid; void; unconstrained; null; slight; relaxed; minimal)
-
the natural
-
the natural (skin colour; complexion; skin color)
Vertaal Matrix voor natural:
Verwante woorden van "natural":
Synoniemen voor "natural":
Antoniemen van "natural":
Verwante definities voor "natural":
Wiktionary: natural
natural
Cross Translation:
noun
natural
-
someone with innate ability
- natural → Naturtalent
-
without adjustment
- natural → naturwüchsig; natürlich
-
colour: almost white
- natural → naturfarbig; naturfarben
-
colour: not adjusted
- natural → naturfarben; naturfarbig
-
relating to nature
- natural → natürlich
adjective
-
auf die Wirklichkeit bezogen
-
im Sinne von einfach, ungezwungen
-
ohne Steigerung: dem Gesetz der Natur entsprechend
-
nicht entfremdet, dem Naturell entsprechend, sich auf das Naturell beziehend, naturgetreu
-
ohne Steigerung: sich auf die Natur beziehend, naturgemäß, in der Natur vorkommend
-
ohne Weiteres verständlich, sich aus dem Zusammenhang ergebend
-
tatsächlich existierend und nicht nur in der Einbildung vorhanden seiend
-
Mathematik: positive, ganze Zahl; eine der Zahlen, die zum Zählen benutzt werden: 1, 2, 3, 4, 5, …
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• natural | → natürlich | ↔ natuurlijk — uit de natuur afkomstig |
• natural | → von Geburt; geboren | ↔ geboren — door herkomst of natuurlijke aanleg |
• natural | → natürlich; angeboren | ↔ naturel — Qui est relatif à la nature, à l’ensemble des êtres et des choses, à l’ordre qui les régit. |