Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. mobility:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor mobility (Engels) in het Duits

mobility:

mobility [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the mobility (agility; liveliness)
    die Beweglichkeit; die Lebhaftigkeit

Vertaal Matrix voor mobility:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Beweglichkeit agility; liveliness; mobility liveliness; movability; portability; vivacity
Lebhaftigkeit agility; liveliness; mobility animation; bedlam; brightfulness; carousing; cheerfulness; clamor; clamour; commotion; din; disposition; excitement; fun; good spirits; happiness; hubbub; hullabaloo; inclination; joy; joyfulness; lightheartedness; liveliness; merriment; mirth; nature; noise; pandemonium; pleasure; proclivity; racket; revelry; roistering; rush; temper; temperament; tumult; tumultuousness; uproar; vivacity

Verwante woorden van "mobility":

  • mobilities

Synoniemen voor "mobility":


Antoniemen van "mobility":

  • immobility

Verwante definities voor "mobility":

  1. the quality of moving freely1

Wiktionary: mobility

mobility
noun
  1. measure of its extent
  2. condition of being mobile

Cross Translation:
FromToVia
mobility Mobilität mobiliteit — beweeglijkheid