Engels

Uitgebreide vertaling voor merits (Engels) in het Duits

merits:

merits [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the merits (income; receivings; salary)
    die Verdienste; die Einkünfte; Einkommen; Gehalt; der Lohn; die Bezüge; die Besoldung
  2. the merits
    der Bezüge; Verdienste

Vertaal Matrix voor merits:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Besoldung income; merits; receivings; salary allowance; compensation; fee; income; pay; payment; recompense; remuneration; reward; salary; wage; wages
Bezüge income; merits; receivings; salary connections; tracing
Einkommen income; merits; receivings; salary allowance; arrival; compensation; entering; entrance; entry; fee; fruits of labour; income; incoming; pay; payment; recompense; remuneration; revenue; reward; salary; wage; wages
Einkünfte income; merits; receivings; salary income; pay; recompense; remuneration; revenue; reward; salary; wage
Gehalt income; merits; receivings; salary caliber; calibre; fee; fruits of labour; income; level; of the worst sort; pay; payment; price list; recompense; remuneration; reward; salary; table of charges; wage; wages
Lohn income; merits; receivings; salary fee; income; pay; payment; recompense; remuneration; reward; salary; wage; wages
Verdienste income; merits; receivings; salary merit

Verwante woorden van "merits":


merit:

merit [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the merit (value; significance; worth)
    der Wert; die Bedeutung; die Tragweite
    • Wert [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Bedeutung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Tragweite [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. the merit
    der Wert; die Würde; der Verdienst; die Geltung; die Verdienstlichkeit; Verdienste
  3. the merit
    der Verdienst; die Verdienstlichkeit
  4. the merit (virtue)
    die Tugend
    • Tugend [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor merit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bedeutung merit; significance; value; worth circumference; composition; dimension; drift; extent; intent; intention; meaning; measure; purport; purpose; sense; size; stature; substance; tendency; tenor; use
Geltung merit legitimacy; validity
Tragweite merit; significance; value; worth intent; meaning; purport; sense; stature; tendency; tenor
Tugend merit; virtue
Verdienst merit advantage; benefit; earnings; economy; fee; gain; good deed; income; output; pay; payment; profit; recompense; remuneration; return; reward; salary; take; victory; wage; wages; winning; yield
Verdienste merit income; merits; receivings; salary
Verdienstlichkeit merit
Wert merit; significance; value; worth importance; intent; meaning; purport; sense; significance; stature; tendency; tenor; value; weight
Würde merit dignity; distinction; distinction of manner; stateliness
- deservingness; meritoriousness; virtue
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- deserve

Verwante woorden van "merit":


Synoniemen voor "merit":


Antoniemen van "merit":


Verwante definities voor "merit":

  1. the quality of being deserving (e.g., deserving assistance)1
  2. any admirable quality or attribute1
    • work of great merit1
  3. be worthy or deserving1

Wiktionary: merit

merit
noun
  1. Something worthy of a high rating
merit
noun
  1. vergangenes Tun oder Verhalten, für das Dank und Anerkennung angemessen sind

Cross Translation:
FromToVia
merit Ruhm; Blendwerk; Verdienst; Berühmtheit; Glorie gloire — La renommée brillante, universelle et durable, l’éclat que les vertus, le mérite, les grandes qualités, les grandes actions ou les grandes œuvres attirer à quelqu’un.
merit Verdienst mérite — Ce qui rendre une personne digne d’estime.