Home ->Woordenboeken ->Engels/Duits ->Vertaal mannerly

Vertaal mannerly van Engels naar Duits

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

mannerly:
- wohlerzogen; höfisch; höflich
manner:
- Methode; Art
Wiktionary:
- manner → Manier, Weise
- manner → Weise, Art, Attitüde, Fassung, Bearbeitung, Fasson, Form, Gehabe, Machart, Macherlohn, Manieren, Umstände, Werklohn, Weg, Manier, Sitte

Engels

Uitgebreide vertaling voor mannerly (Engels) in het Duits

mannerly:

mannerly bijvoeglijk naamwoord

mannerly (well bred; polite; well-mannered; courteous; complaisant; civil; pliable; pliant; forward; responsive; courtly; chivalrous; obliging; well-educated; well educated)
wohlerzogen
- wohlerzogen bijvoeglijk naamwoord
mannerly (well-mannered; courtly)
höfisch; höflich
- höfisch bijvoeglijk naamwoord
- höflich bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor mannerly:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	well-mannered
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	polite; well-bred; well-mannered
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
höfisch	courtly; mannerly; well-mannered
höflich	courtly; mannerly; well-mannered	a kind manner; chivalrous; civil; civilised; civilized; clean; considerate; cooperative; courteous; courtly; cultivated; cultured; decent; dignified; fair; honest; neat; obliging; polite; proper; properly; reputable; respectable; virtuous; well-mannered; worthy
wohlerzogen	chivalrous; civil; complaisant; courteous; courtly; forward; mannerly; obliging; pliable; pliant; polite; responsive; well bred; well educated; well-educated; well-mannered	chivalrous; civil; civilised; civilized; clean; courteous; cultivated; cultured; decent; dignified; fair; honest; polite; proper; properly; reputable; respectable; virtuous; well-mannered; worthy

Verwante woorden van "mannerly":

mannerliness, manner

Synoniemen voor "mannerly":

well-mannered; polite

Verwante definities voor "mannerly":

socially correct in behavior¹

mannerly vorm van manner:

manner [the ~] zelfstandig naamwoord

the manner (method; way; methodology; mode; course)
die Methode; die Art
- Methode [die ~] zelfstandig naamwoord
- Art [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor manner:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Art	course; manner; method; methodology; mode; way	category; character; class; disposition; genre; heart; inclination; kind; mind; nature; quality; race; sort; soul; species; style; tribe; type
Methode	course; manner; method; methodology; mode; way	course of action; course of behaviour; line of conduct; manufacturing process; method; method of working; mode of operation; operation procedure; procedure; routine; system; working method
-	fashion; mode; personal manner; style; way

Verwante woorden van "manner":

mannered, manners, mannerly

Synoniemen voor "manner":

mode; style; way; fashion; property
personal manner; demeanor; demeanour; behavior; behaviour; conduct; deportment
kind; sort; form; variety

Verwante definities voor "manner":

a way of acting or behaving¹
how something is done or how it happens¹
- her dignified manner¹
- his rapid manner of talking¹
a kind¹
- what manner of man are you?¹

Wiktionary: manner

manner

noun

way of performing or effecting; method or style
- manner → Manier

manner

noun

Art, Methode, Art und Weise
- Weise → manner; mode; way
nur Singular: Art und Weise, Stil, Eigenart
- Manier → manner

Cross Translation:

From	To	Via
• manner	→ Weise; Art	↔ manier — de handelswijze
• manner	→ Attitüde; Fassung	↔ houding — gedragslijn, opstelling
• manner	→ Art; Bearbeitung; Fasson; Form; Gehabe; Machart; Macherlohn; Manieren; Umstände; Werklohn	↔ façon — Action de faire
• manner	→ Weg; Art; Manier; Weise	↔ manière — façon dont une chose se produire.
• manner	→ Sitte	↔ mœurs — Ensemble d’usages

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University