Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
-
madness:
- Spaß; Freudentaumel; Spaßen; Gaudi; Gefallen; Vergnügen; Geselligkeit; Ulk; Spleen; Heiterkeit; Freudenfest; Genuß; Fröhlichkeit; Frohsinn; Lust; Scherz; Flause; Glückseligkeit; Erfreulichkeit; Unsinn; Jubel; Seligkeit; Jux; Torheit; Narrheit; Feudenruf; Schäkerei; Freude; Verrücktheit; Idiotie; Dummheit; Irrsinn; Unklugheit; Wahnwitz; Wahnsinn; Schelmerei; Schalkhaftigkeit
-
mad:
- wütend; böse; rasend; wüst; zornig; fuchsteufelswild; tobend; erzürnt; verrückt; geistkrank; gestört; blöd; geisteskrank; meschugge; übergeschnappt; dämlich; idiotisch; irre; wahnsinnig; stumpfsinnig; bescheuert; irrsinnig; lächerlich; idiotenhaft; geistesschwach; bekloppt; wirr; wahnwitzig; närrisch; blödsinnig; unsinnig; blöde; töricht; verstört; unvernünftig; fleißig; emsig; arbeitsam
- Geisteskranke; Idiot; Irre; Schwachsinnige; Verrückte; Irrsinnige; Wahnsinnige
-
Wiktionary:
- madness → Wahnsinn, Verrücktheit, Tollheit, Irrsinn
- madness → Tollheit, Wahnsinn, Narrenstreich, Narretei, Narrheit, Tollerei, Verrücktheit, Wahnwitz
- mad → sauer, böse, geisteskrank, irre, verrückt, toll, wahnsinnig, spinnert
- mad → machulle, toll, wahnsinnig, verrückt, töricht, irre
Engels
Uitgebreide vertaling voor madness (Engels) in het Duits
madness:
-
the madness (fun; joyfulness; high jinks; lunacy; joy; merriment; pleasure; hilarity; silliness; folly; mirth; nonsense; joking)
der Spaß; der Freudentaumel; Spaßen; die Gaudi; Gefallen; Vergnügen; die Geselligkeit; der Ulk; der Spleen; die Heiterkeit; Freudenfest; der Genuß; die Fröhlichkeit; der Frohsinn; die Lust; der Scherz; die Flause; die Glückseligkeit; die Erfreulichkeit; der Unsinn; der Jubel; die Seligkeit; der Jux; die Torheit; die Narrheit; der Feudenruf; die Schäkerei; die Freude; die Verrücktheit -
the madness (foolishness)
-
the madness (mental derangement; insanity; craziness; lunacy; derangement; idiocy; inanity; mental illness)
-
the madness (foolishness; stupidity)
Vertaal Matrix voor madness:
Verwante woorden van "madness":
Synoniemen voor "madness":
Verwante definities voor "madness":
Wiktionary: madness
madness
Cross Translation:
noun
madness
-
insanity
- madness → Wahnsinn; Verrücktheit
-
-
- madness → Tollheit
noun
-
Geisteskrankheit, bei der man nicht mehr zurechnungsfähig ist
-
Psychiatrie, veraltet: ein kranker Geisteszustand, Geistesgestörtheit
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• madness | → Tollheit; Wahnsinn | ↔ waanzin — het lijden aan een geestesstoornis |
• madness | → Narrenstreich; Narretei; Narrheit; Tollerei; Tollheit; Verrücktheit; Wahnsinn; Wahnwitz | ↔ folie — dérangement de l’esprit, accès de folie. |
madness vorm van mad:
-
mad (furious; upset; annoyed; enraged; raging; fierce; infuriated; irate)
-
mad (mentally ill; insane; lunatic)
-
mad (daft; crazy; insane; ridiculous; stupid; foolish; silly; odd; idiotic; funny)
verrückt; gestört; blöd; geisteskrank; meschugge; übergeschnappt; dämlich; idiotisch; irre; wahnsinnig; stumpfsinnig; bescheuert; irrsinnig; lächerlich; idiotenhaft; geistesschwach; bekloppt; wirr; wahnwitzig; närrisch; blödsinnig; unsinnig; blöde; töricht; verstört; unvernünftig-
verrückt bijvoeglijk naamwoord
-
gestört bijvoeglijk naamwoord
-
blöd bijvoeglijk naamwoord
-
geisteskrank bijvoeglijk naamwoord
-
meschugge bijvoeglijk naamwoord
-
übergeschnappt bijvoeglijk naamwoord
-
dämlich bijvoeglijk naamwoord
-
idiotisch bijvoeglijk naamwoord
-
irre bijvoeglijk naamwoord
-
wahnsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
stumpfsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
bescheuert bijvoeglijk naamwoord
-
irrsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
lächerlich bijvoeglijk naamwoord
-
idiotenhaft bijvoeglijk naamwoord
-
geistesschwach bijvoeglijk naamwoord
-
bekloppt bijvoeglijk naamwoord
-
wirr bijvoeglijk naamwoord
-
wahnwitzig bijvoeglijk naamwoord
-
närrisch bijvoeglijk naamwoord
-
blödsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
unsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
blöde bijvoeglijk naamwoord
-
töricht bijvoeglijk naamwoord
-
verstört bijvoeglijk naamwoord
-
unvernünftig bijvoeglijk naamwoord
-
-
mad (assiduous; sedulous; diligent; furious; industrious)
-
mad (weird; ridiculous; muzzy; foolish; odd; silly; insane; mixed up; daft; crazy; funny; idiotic; stupid)
verrückt; blöd; närrisch; gestört; irre; dämlich; bekloppt; wirr; idiotisch; bescheuert; verstört; meschugge; blöde; blödsinnig; geisteskrank; wahnwitzig; geistesschwach; idiotenhaft; wahnsinnig; irrsinnig; übergeschnappt-
verrückt bijvoeglijk naamwoord
-
blöd bijvoeglijk naamwoord
-
närrisch bijvoeglijk naamwoord
-
gestört bijvoeglijk naamwoord
-
irre bijvoeglijk naamwoord
-
dämlich bijvoeglijk naamwoord
-
bekloppt bijvoeglijk naamwoord
-
wirr bijvoeglijk naamwoord
-
idiotisch bijvoeglijk naamwoord
-
bescheuert bijvoeglijk naamwoord
-
verstört bijvoeglijk naamwoord
-
meschugge bijvoeglijk naamwoord
-
blöde bijvoeglijk naamwoord
-
blödsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
geisteskrank bijvoeglijk naamwoord
-
wahnwitzig bijvoeglijk naamwoord
-
geistesschwach bijvoeglijk naamwoord
-
idiotenhaft bijvoeglijk naamwoord
-
wahnsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
irrsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
übergeschnappt bijvoeglijk naamwoord
-
-
the mad (mentally disabled; lunatic; loony; buffoon; rattle-brain; idiot; nutcase; ass; madman; fool; daft; clown)
der Geisteskranke; der Idiot; der Irre; der Schwachsinnige; der Verrückte; der Irrsinnige; der Wahnsinnige
Vertaal Matrix voor mad:
Verwante woorden van "mad":
Synoniemen voor "mad":
Verwante definities voor "mad":
Wiktionary: mad
mad
Cross Translation:
adjective
mad
-
angry
-
insane (adj.)
- mad → geisteskrank; irre; verrückt; toll; wahnsinnig
-
mundartlich: verrückt
-
teilweise veraltet, teilweise regional: einfältig, anmaßend, verrückt, geistesgestört, besessen, schizophren
-
an Tollwut erkrankt, tollwütig
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• mad | → wahnsinnig; verrückt; töricht; irre | ↔ fou — Qualifie une personne ayant perdu la raison, étant atteinte d’aliénation mentale. |