Home ->Woordenboeken ->Engels/Duits ->Vertaal lumps

Vertaal lumps van Engels naar Duits

Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. lumps:
  2. lump:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor lumps (Engels) in het Duits

lumps:

lumps [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the lumps (bumps)
    der Buckel; die Unebenheite
  2. the lumps (chippings; snips; scraps; )
    der Holzspäne; der Späne

Vertaal Matrix voor lumps:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Buckel bumps; lumps hump; lump; swelling
Holzspäne chippings; clippings; cuttings; lumps; scraps; shreds; slivers; snips saw-dust; wood shavings
Späne chippings; clippings; cuttings; lumps; scraps; shreds; slivers; snips shivers; splinters
Unebenheite bumps; lumps

Verwante woorden van "lumps":


lump:

lump [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the lump (swelling; curving; bruise; rounding; swollen spot)
    die Aufgeschwollenheit; die Beule; die Schwellung; die Aufgedunsenheit
  2. the lump (swelling; swollen spot)
    die Beule; der Höcker; der Wulst; die Schwellung
    • Beule [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Höcker [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Wulst [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schwellung [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. the lump (clot)
    der Klumpen; der Grus; der Brocken; der Holzschuh; der Klecks; der Tölpel
    • Klumpen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Grus [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Brocken [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Holzschuh [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Klecks [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Tölpel [der ~] zelfstandig naamwoord
  4. the lump (swelling; hump)
    die Beule; der Buckel; die Blase; die Geschwulst
    • Beule [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Buckel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Blase [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Geschwulst [die ~] zelfstandig naamwoord
  5. the lump (little lump; little bit; piece)
    der Brocken; der kleiner Brocken; Stück
  6. the lump (bruise; swelling; bump)
    die Verletzung; die Verwundung

Vertaal Matrix voor lump:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Aufgedunsenheit bruise; curving; lump; rounding; swelling; swollen spot
Aufgeschwollenheit bruise; curving; lump; rounding; swelling; swollen spot
Beule bruise; curving; hump; lump; rounding; swelling; swollen spot blow; dent; overripe spot; swelling; swollen spot
Blase hump; lump; swelling bladder; blister
Brocken clot; little bit; little lump; lump; piece chunk; fragment; little bit; particle; piece; section; strapper; whopper
Buckel hump; lump; swelling bumps; hump; lumps
Geschwulst hump; lump; swelling cyst; growth; tumor; tumour
Grus clot; lump gravel; grit; pebble-sand; shingle
Holzschuh clot; lump clog; wooden shoe
Höcker lump; swelling; swollen spot hump
Klecks clot; lump blob; blot; cervical smear; clot; dab; dirt-mark; dirty spot; mop; slush; smear; spatter; speck; splash; spot; stain; swab
Klumpen clot; lump blob; bunch; chunk; clot; crowd; dab; heap; lot; pile; slush; strapper; whopper
Schwellung bruise; curving; lump; rounding; swelling; swollen spot sloping hill; swelling; swollen spot; thickening
Stück little bit; little lump; lump; piece board; chunk; cleaning-rag; cloth; coupon; element; elementary component; fundamental ingredient; ingredient; parliamentary party; part; piece; piece of cloth; play; polishing-cloth; portion; principle ingredient; production; quota; remains; section; segment; share; slice; small part; stage play; tail-end; token; voucher
Tölpel clot; lump Simple Simon; bastard; birdbrain; boor; churl; clodhopper; clumsy fellow; dolt; duffer; dumbo; fool; hulk; idiot; ill-mannered brute; lout; numbskull; nutcase; prole; rattle-brain; silly man; simple mind; simpleton; slob; swine; yokel
Verletzung bruise; bump; lump; swelling being bruised; bruising; crime; criminal offence; delict; hurt; hurting; hurting someone's feelings; injuries; injuring; injury; misbehavior; misbehaviour; misdemeanor; misdemeanour; offence; offending; offense; wound; wounding
Verwundung bruise; bump; lump; swelling hurt; injury; wound
Wulst lump; swelling; swollen spot bulging
kleiner Brocken little bit; little lump; lump; piece
- ball; chunk; clod; clump; gawk; glob; goon; hunk; lout; lubber; lummox; oaf; puffiness; stumblebum; swelling
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- chunk; collocate
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- chunk

Verwante woorden van "lump":


Synoniemen voor "lump":


Verwante definities voor "lump":

  1. a compact mass1
  2. a large piece of something without definite shape1
    • a lump of coal1
  3. an awkward stupid person1
  4. an abnormal protuberance or localized enlargement1
  5. group or chunk together in a certain order or place side by side1
  6. put together indiscriminately1
    • lump together all the applicants1

Wiktionary: lump

lump
noun
  1. something that protrudes, sticks out, or sticks together; a cluster or blob; a mound, hill, or group
lump
noun
  1. großes Stück, große Person, Ende (Abfall) eines Gewebes am Webstuhl
  2. formlose (meist feuchte) zusammengeballte Masse, oft formbaren Materials
  3. aus einer Teigmasse (meist aus Kartoffeln) bestehende, kugelige Speise
Cross Translation:
FromToVia
• lump → Klumpen; Brocken ↔ kluit — een brokkelige onsamenhangende massa
• lump → Klumpen ↔ klont — een hoeveelheid verdikt materiaal met een omvang die niet goed te definiëren is.
• lump → Masse; Block; Klotz; Blockstrecke; Blockade; Fliegendreck ↔ bloc — masse, gros morceau d’une matière pesante et dure, telle que la pierre, le marbre, le fer non encore travailler.
• lump → Anschwellung; Beule; Brausche; Buckel; Höcker; Neigung; Talent; Schwellen; Schwellung; Knolle; Knoten ↔ bosse — enflure, tumeur sur une région osseuse, causer par un choc ou une contusion.
• lump → Pickel; Akneknötchen; Hautpustel; Pustel; Bläschen ↔ bouton — Petite tumeur se formant sur la peau
• lump → Beule; Knolle; Knoten ↔ enflure — État de ce qui est enflé (1)
• lump → Masse; Haufen; Menge; Stapel ↔ masse — amas de plusieurs parties qui faire corps ensemble.
• lump → Stück; Fleck ↔ morceau — portion séparée d’une chose solide qui peut être manger.
• lump → gelass; Akt; Akte; Aufzug; Schriftstück; Dokument; Urkunde; Gemach; Stube; Fleck; Stück ↔ pièce — partie, portion, morceau d’un tout.
• lump → Beule; Knolle; Knoten ↔ protubérance — didactique|fr éminence, saillie.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0696 seconde
Page rendered in 1.0 seconds