Home ->Woordenboeken ->Engels/Duits ->Vertaal loads

Vertaal loads van Engels naar Duits

Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. loads:
  2. load:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor loads (Engels) in het Duits

loads:

loads [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the loads (cargoes; loadings)
    die Ladungen; die Transporte

Vertaal Matrix voor loads:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ladungen cargoes; loadings; loads burdens
Transporte cargoes; loadings; loads

Verwante woorden van "loads":


Synoniemen voor "loads":


loads vorm van load:

to load werkwoord (loads, loaded, loading)

  1. to load (freight; lade)
    laden; einladen; beladen; befrachten; aufladen
    • laden werkwoord (lade, lädst, lädt, ladete, ladetet, geladen)
    • einladen werkwoord (lade ein, lädst ein, lädt ein, lud ein, ludet ein, eingeladen)
    • beladen werkwoord (belade, belädst, belädt, belud, beludet, beladen)
    • befrachten werkwoord (befrachte, befrachtest, befrachtet, befrachtete, befrachtetet, befrachtet)
    • aufladen werkwoord (lade auf, lädst auf, lädt auf, lud auf, ludet auf, aufgeladen)
  2. to load (ship)
    einladen; laden; aufladen; verladen; befrachten; beladen
    • einladen werkwoord (lade ein, lädst ein, lädt ein, lud ein, ludet ein, eingeladen)
    • laden werkwoord (lade, lädst, lädt, ladete, ladetet, geladen)
    • aufladen werkwoord (lade auf, lädst auf, lädt auf, lud auf, ludet auf, aufgeladen)
    • verladen werkwoord (verlade, verladest, verladet, verladete, verladetet, verladen)
    • befrachten werkwoord (befrachte, befrachtest, befrachtet, befrachtete, befrachtetet, befrachtet)
    • beladen werkwoord (belade, belädst, belädt, belud, beludet, beladen)
  3. to load (load a gun)
    laden; aufladen
    • laden werkwoord (lade, lädst, lädt, ladete, ladetet, geladen)
    • aufladen werkwoord (lade auf, lädst auf, lädt auf, lud auf, ludet auf, aufgeladen)
  4. to load (make heavier; weight)
    beschweren; erschweren; belasten; verstärken; beladen; schwerer machen; Schwerer machen
    • beschweren werkwoord (beschwere, beschwerst, beschwert, beschwerte, beschwertet, beschwert)
    • erschweren werkwoord
    • belasten werkwoord (belaste, belastest, belastet, belastete, belastetet, belastet)
    • verstärken werkwoord (verstärke, verstärkst, verstärkt, verstärkte, verstärktet, verstärkt)
    • beladen werkwoord (belade, belädst, belädt, belud, beludet, beladen)
    • schwerer machen werkwoord
    • Schwerer machen werkwoord
  5. to load (make heavier; weight)
    schwerer machen
  6. to load (charge with electricity; recharge)
    belasten; einladen; laden; aufladen; beladen; befrachten; elektricität aufladen
    • belasten werkwoord (belaste, belastest, belastet, belastete, belastetet, belastet)
    • einladen werkwoord (lade ein, lädst ein, lädt ein, lud ein, ludet ein, eingeladen)
    • laden werkwoord (lade, lädst, lädt, ladete, ladetet, geladen)
    • aufladen werkwoord (lade auf, lädst auf, lädt auf, lud auf, ludet auf, aufgeladen)
    • beladen werkwoord (belade, belädst, belädt, belud, beludet, beladen)
    • befrachten werkwoord (befrachte, befrachtest, befrachtet, befrachtete, befrachtetet, befrachtet)
  7. to load
    – To place information from storage into memory for processing, if it is data, or for execution, if it is program code. 1
    laden
    • laden werkwoord (lade, lädst, lädt, ladete, ladetet, geladen)

Conjugations for load:

present
  1. load
  2. load
  3. loads
  4. load
  5. load
  6. load
simple past
  1. loaded
  2. loaded
  3. loaded
  4. loaded
  5. loaded
  6. loaded
present perfect
  1. have loaded
  2. have loaded
  3. has loaded
  4. have loaded
  5. have loaded
  6. have loaded
past continuous
  1. was loading
  2. were loading
  3. was loading
  4. were loading
  5. were loading
  6. were loading
future
  1. shall load
  2. will load
  3. will load
  4. shall load
  5. will load
  6. will load
continuous present
  1. am loading
  2. are loading
  3. is loading
  4. are loading
  5. are loading
  6. are loading
subjunctive
  1. be loaded
  2. be loaded
  3. be loaded
  4. be loaded
  5. be loaded
  6. be loaded
diverse
  1. load!
  2. let's load!
  5. loaded
  6. loading
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

load [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the load (loading; freight; cargo; )
    die Ladung; die Beladung; Frachtgut
    • Ladung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Beladung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Frachtgut [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. the load (inconvenience; nuisance; difficulty; )
    die Belästigung; die Überbelästigung
  3. the load (a whole lot; mass; multitude; )
    der Haufen; der Berg; die Masse; die große Masse; die Menge
    • Haufen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Berg [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Masse [die ~] zelfstandig naamwoord
    • große Masse [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Menge [die ~] zelfstandig naamwoord
  4. the load (accumulation; pile; heap; piling up)
    der Haufen; die Ansammlung; der Stoß; die Häufung; die Masse; die Menge
    • Haufen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Ansammlung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Stoß [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Häufung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Masse [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Menge [die ~] zelfstandig naamwoord
  5. the load (cargo; freight; shipment)
    die Fracht; Frachtgut; die Ladung; Gut
    • Fracht [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Frachtgut [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Ladung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Gut [das ~] zelfstandig naamwoord
  6. the load (crowd; herd; clutter; )
    der Haufen; die Menge; die Schar; die Truppe; die Horde
    • Haufen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Menge [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schar [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Truppe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Horde [die ~] zelfstandig naamwoord
  7. the load (fare)
    die kleine Fracht
  8. the load
    die Ladung
    • Ladung [die ~] zelfstandig naamwoord
  9. the load
    – The maximum amount of activity that can be performed by a resource in a time period. 1
    Auslastung

Vertaal Matrix voor load:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ansammlung accumulation; heap; load; pile; piling up accumulation; assembling; bunch; clutter; collection; compilation; crowd; gang; gathering; heap; pack; party; pile; piling up; set; sifting; sorting
Beladung cargo; freight; haul; load; loading; shipment; weight cargo; chartering; freighting; freightment; loading
Belästigung difficulty; hindrance; impediment; inconvenience; load; nuisance; weight agony; block; bother; hindrance; impediment; inconvenience; nuisance; obstacle; obstruction; pain; stonewalling; thwarting; torment; torture; trouble
Berg a whole lot; heap; load; lot; mass; multitude; quite a lot bunch; crowd; heap; lot; pile
Fracht cargo; freight; load; shipment cargo; chartering; freight; freight rate; freighting; freightment; loading
Frachtgut cargo; freight; haul; load; loading; shipment; weight cargo; chartering; freighting; freightment; loading
Gut cargo; freight; load; shipment area; farmstead; farmyard; immovable; immovables; real estate; real property
Haufen a whole lot; accumulation; bunch; clutter; crowd; gang; heap; herd; load; lot; mass; multitude; pack; party; pile; piling up; quite a lot; troop; troupe; wattle a whole lot; accumulation; bunch; clan; clique; clutter; collection; common herd; compilation; crowd; drove; flock; gathering; heap; heaps; herd; horde; lot; lots; mob; multitude; pack; pile; piles; piling up; quite a lot; sifting; sorting; stacking; stacks; tons
Horde bunch; clutter; crowd; gang; heap; herd; load; lot; pack; party; troop; troupe; wattle clan; clique; common herd; crowd; drove; flock; gang; group; herd; horde; hotchpotch; jumble; medley; mishmash; mob; multitude; party
Häufung accumulation; heap; load; pile; piling up accumulation; clutter; collection; compilation; gathering; heap; pack; pile; piling up; sifting; sorting
Ladung cargo; freight; haul; load; loading; shipment; weight cargo; cartload; charge; chartering; electric voltage; electrical charge; freighting; freightment; loading; payload; static; static electricity; subpoena; summon; summons
Masse a whole lot; accumulation; heap; load; lot; mass; multitude; pile; piling up; quite a lot a whole lot; common herd; crowd; drove; flock; gathering; group; heap; herd; horde; lots; mob; multitude; quite a lot; tons
Menge a whole lot; accumulation; bunch; clutter; crowd; gang; heap; herd; load; lot; mass; multitude; pack; party; pile; piling up; quite a lot; troop; troupe; wattle a whole lot; accumulation; amount; bunch; chunk; clutter; collection; common herd; compilation; crowd; dose; drove; flock; gathering; group; heap; herd; horde; lot; lots; mob; multitude; named set; number; pack; parcel; pile; piling up; quantity; quite a lot; set; sifting; size; sorting; tons
Schar bunch; clutter; crowd; gang; heap; herd; load; lot; pack; party; troop; troupe; wattle cohort; common herd; company; crowd; drove; flock; gathering; group; herd; horde; hotchpotch; jumble; medley; mishmash; mob; multitude; party
Stoß accumulation; heap; load; pile; piling up argument; bang; blow; boot; buffer; bump; bumper; bumping into; colliding with; conflict; crashing into; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; heap; jab; kick; kicking; nudge; punch; push; quarrel; row; shake; shove; slap; swim stroke; thrust; thud; thump
Truppe bunch; clutter; crowd; gang; heap; herd; load; lot; pack; party; troop; troupe; wattle brigade; complement; crew; division; group; section
große Masse a whole lot; heap; load; lot; mass; multitude; quite a lot
kleine Fracht fare; load
Überbelästigung difficulty; hindrance; impediment; inconvenience; load; nuisance; weight
- burden; cargo; consignment; encumbrance; freight; incumbrance; lading; loading; lode; onus; payload; shipment; warhead
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schwerer machen load; make heavier; weight bother; make difficult; make things difficult; trouble
aufladen charge with electricity; freight; lade; load; load a gun; recharge; ship heap up
befrachten charge with electricity; freight; lade; load; recharge; ship
beladen charge with electricity; freight; lade; load; make heavier; recharge; ship; weight
belasten charge with electricity; load; make heavier; recharge; weight debit
beschweren load; make heavier; weight complain; raise objections
einladen charge with electricity; freight; lade; load; recharge; ship begin; call in; engage; enlist; entertain; initiate; invite; invoke; operationalize; regale; welcome
elektricität aufladen charge with electricity; load; recharge
erschweren load; make heavier; weight bother; complicate; entangle; hinder; make difficult; make hard; make harder; make heavier; make more difficult; make things difficult; thwart; trouble
laden charge with electricity; freight; lade; load; load a gun; recharge; ship remind; send for; subpoena; summon
schwerer machen load; make heavier; weight hinder; make harder; make heavier; make more difficult; thwart
verladen load; ship badger; be a nuisance; cheat; gull; pester; ship; spoof; trick
verstärken load; make heavier; weight acumilate; amplify; become stronger; consolidate; deepen; fortify; intensify; invigorate; reinforce; strenghten; strengthen
- adulterate; charge; debase; dilute; lade; laden; load up; stretch
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Auslastung load
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- waggonload; wagonload
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beladen burdened

Verwante woorden van "load":


Synoniemen voor "load":


Verwante definities voor "load":

  1. goods carried by a large vehicle2
  2. weight to be borne or conveyed2
  3. electrical device to which electrical power is delivered2
  4. the front part of a guided missile or rocket or torpedo that carries the nuclear or explosive charge or the chemical or biological agents2
  5. an onerous or difficult concern2
    • that's a load off my mind2
  6. a deposit of valuable ore occurring within definite boundaries separating it from surrounding rocks2
  7. the power output of a generator or power plant2
  8. an amount of alcohol sufficient to intoxicate2
    • he got a load on and started a brawl2
  9. a quantity that can be processed or transported at one time2
    • the system broke down under excessive loads2
  10. corrupt, debase, or make impure by adding a foreign or inferior substance; often by replacing valuable ingredients with inferior ones2
  11. fill or place a load on2
    • load a car2
    • load the truck with hay2
  12. provide (a device) with something necessary2
    • He loaded his gun carefully2
    • load the camera2
  13. put (something) on a structure or conveyance2
    • load the bags onto the trucks2
  14. transfer from a storage device to a computer's memory2
  15. To place information from storage into memory for processing, if it is data, or for execution, if it is program code.1
  16. The maximum amount of activity that can be performed by a resource in a time period.1

Wiktionary: load

load
verb
  1. to read into memory
  2. to fill with munition
  3. to put a load on
noun
  1. a large number or amount
load
verb
  1. (transitiv) etwas auf oder in ein Fahrzeug oder auf ein Lasttier schaffen
  2. (transitiv) eine Schusswaffe mit Munition versehen
  3. (transitiv) von einem Datenspeicher lesen (lassen)
  4. Technik: etwas mit einem bestimmten Material füllen
noun
  1. Gerät, das elektrische Energie verbrauchen (also in andere Energieformen umwandelt)
  2. Mechanik: Kraft, die auf eine sich im Betrieb befindende Maschine wirkt
  3. Transportwesen: etwas, was sich durch sein Gewicht nach unten drückt oder zieht; auch Ladung, Fracht; was man trägt
  4. (umgangssprachlich) eine größere Menge
  5. Transportwirtschaft: Last, die auf ein Transportmittel gebracht wird
Cross Translation:
FromToVia
• load → Fracht ↔ vracht — de lading van een vervoermiddel
• load → Packen; Haufen ↔ pak — lading
• load → Belastung ↔ belasting — de mate waarin een machine belast wordt ofwel het vermogen dat van de machine verlangt wordt door de aangesloten apparatuur
• load → belasten ↔ belasten — gewichten plaatsen op
• load → beladen ↔ beladen — een lading aanbrengen op een lastdier of een voer- of vaartuig
• load → laden; beauftragen; betrauen ↔ charger — garnir d’une charge.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1825 seconde
Page rendered in 1.0 seconds