Home ->Woordenboeken ->Engels/Duits ->Vertaal levelness

Vertaal levelness van Engels naar Duits

Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. levelness:
  2. level:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor levelness (Engels) in het Duits

levelness:

levelness [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the levelness (evenness; flatness)
    die Ebenheit; die Glätte
    • Ebenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Glätte [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor levelness:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ebenheit evenness; flatness; levelness analogy; equality; equivalence; evenness; homogenety; likeness; similarity
Glätte evenness; flatness; levelness glazed frost; slitheriness

Verwante woorden van "levelness":


levelness vorm van level:

level [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the level
    Niveau; die Stufe; der Plan; die Ebene; die Höhe; der Maßstab; der Stock; der Vorsatz; Konzept; Vorhaben; der Entwurf; Stockwerk; die Etage; Kriterium; die Gradation; der Abriß; die Entwürfe; die Skala; die Idee; Projekt
    • Niveau [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Stufe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Plan [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Ebene [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Höhe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Maßstab [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Stock [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Vorsatz [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Konzept [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Vorhaben [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Entwurf [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Stockwerk [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Etage [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kriterium [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gradation [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Abriß [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Entwürfe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Skala [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Idee [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Projekt [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. the level
    die Wasserwaage
  3. the level
    Niveau; der Grad; die Gradation; die Stellung; der Rang
    • Niveau [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Grad [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gradation [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Stellung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Rang [der ~] zelfstandig naamwoord
  4. the level
    Abflachen; Abgraben; Glättem
  5. the level (face)
    die Fläche; Feld; die Ebene
    • Fläche [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Feld [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Ebene [die ~] zelfstandig naamwoord
  6. the level (floor; storey)
    die Etage; der Stock; Stockwerk
    • Etage [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Stock [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Stockwerk [das ~] zelfstandig naamwoord
  7. the level (degree)
    Maß; der Grad; die Gradation; die Skala
    • Maß [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Grad [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gradation [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Skala [die ~] zelfstandig naamwoord
  8. the level (caliber; calibre)
    Gehalt; die Qualität
    • Gehalt [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Qualität [die ~] zelfstandig naamwoord
  9. the level (echelon)
    die Staffel; die Staffelstellung
  10. the level (dig off)
    Abgraben; der Unterstand
  11. the level (dimension level)
    – The name of a set of members in a dimension hierarchy such that all members of the set are at the same distance from the root of the hierarchy. For example, a time hierarchy may contain the levels Year, Month, and Day. 1
    die Ebene; Dimensionsebene

level bijvoeglijk naamwoord

  1. level
    waagerecht
  2. level (smooth; flat; even; )
    flach; platt; egal; gleich; eben
    • flach bijvoeglijk naamwoord
    • platt bijvoeglijk naamwoord
    • egal bijvoeglijk naamwoord
    • gleich bijvoeglijk naamwoord
    • eben bijvoeglijk naamwoord

to level werkwoord (levels, levelled, levelling)

  1. to level (settle; get even; pay)
    verrechnen; ausgleichen
    • verrechnen werkwoord (verrechne, verrechnest, verrechnet, verrechnete, verrechnetet, verrechnet)
    • ausgleichen werkwoord (gleiche aus, gleichst aus, gleicht aus, glich aus, glichet aus, ausgeglichen)
  2. to level (equalize; equalise)
    regulieren; angleichen
    • regulieren werkwoord (reguliere, regulierst, reguliert, regulierte, reguliertet, reguliert)
    • angleichen werkwoord (gleiche an, gliechest an, gliecht an, glich an, glicht an, angeglichen)
  3. to level (smooth; equalize; level up; )
    nivellieren; ausgleichen; egalisieren; ebnen
    • nivellieren werkwoord (nivelliere, nivellierst, nivelliert, nivellierte, nivelliertet, nivelliert)
    • ausgleichen werkwoord (gleiche aus, gleichst aus, gleicht aus, glich aus, glichet aus, ausgeglichen)
    • egalisieren werkwoord (egalisiere, egalisierst, egalisiert, egalisierte, egalisiertet, egalisiert)
    • ebnen werkwoord (ebne, ebnest, ebnet, ebnete, ebnetet, geebnet)
  4. to level (flatten; smooth)
    abplatten; ebnen; egalisieren
    • abplatten werkwoord (platte ab, plattest ab, plattet ab, plattete ab, plattetet ab, abgeplattet)
    • ebnen werkwoord (ebne, ebnest, ebnet, ebnete, ebnetet, geebnet)
    • egalisieren werkwoord (egalisiere, egalisierst, egalisiert, egalisierte, egalisiertet, egalisiert)

Conjugations for level:

present
  1. level
  2. level
  3. levels
  4. level
  5. level
  6. level
simple past
  1. levelled
  2. levelled
  3. levelled
  4. levelled
  5. levelled
  6. levelled
present perfect
  1. have levelled
  2. have levelled
  3. has levelled
  4. have levelled
  5. have levelled
  6. have levelled
past continuous
  1. was levelling
  2. were levelling
  3. was levelling
  4. were levelling
  5. were levelling
  6. were levelling
future
  1. shall level
  2. will level
  3. will level
  4. shall level
  5. will level
  6. will level
continuous present
  1. am levelling
  2. are levelling
  3. is levelling
  4. are levelling
  5. are levelling
  6. are levelling
subjunctive
  1. be levelled
  2. be levelled
  3. be levelled
  4. be levelled
  5. be levelled
  6. be levelled
diverse
  1. level!
  2. let's level!
  5. levelled
  6. levelling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor level:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abflachen level flat; flattening
Abgraben dig off; level
Abriß level city plan; demolition; destruction; dismantling; floor-plan; groundplan; map; plan; sketch of the situation; street map; synopses; town-map
Ebene dimension level; face; level building site; ground; layer; lot; parcel; plain; plot; site; surface
Entwurf level Draft; concept; draft; drafts; drawing; example; model; preliminary design; rough draft; rough drafts; rough work; sample; sketch; specimen
Entwürfe level concept; cultivation; development; draft; education; evolvement; preliminary design
Etage floor; level; storey intensification
Feld face; level field
Fläche face; level area; building; building site; construction; department; district; domain; dominion; edifice; ground; lot; parcel; plot; premises; region; site; sphere; structure; surface; territory; zone
Gehalt caliber; calibre; level fee; fruits of labour; income; merits; of the worst sort; pay; payment; price list; receivings; recompense; remuneration; reward; salary; table of charges; wage; wages
Glättem level
Grad degree; level angle; degree; degree in science; grade; order of rank; point; rank; thermometerdegree; title
Gradation degree; level degree
Höhe level altitude line; height
Idee level concept; conception; idea; image; insight; notion; opinion; thought; view; vision
Konzept level concept; draft; drafts; preliminary design; rough draft; rough drafts; rough work
Kriterium level condition; criterion; reagent; standard; test; touchstone
Maß degree; level big pint; degree; extent; intensity
Maßstab level condition; criterion; reagent; standard; test; touchstone
Niveau level degree
Plan level draft; drawing; goal; intention; map; objective; plan; project; scheme; sketch; will; wish
Projekt level Project; plan; project
Qualität caliber; calibre; level ability; capability; capacity; eminence; quality
Rang level class; degree; degree in science; grade; order of rank; position; rank; social class; social group; social position; title
Skala degree; level calibration; chromatic spectrum; colour scale; gamma; gamut; graduation; range of colouring; scale; scale division; spectrum
Staffel echelon; level relay; relay race
Staffelstellung echelon; level
Stellung level degree; function; installment; instalment; job; position; post
Stock floor; level; storey bar; baton; beehive; cane; club; colony of animals; hive; intensification; rod; stave; stick; truncheon
Stockwerk floor; level; storey intensification
Stufe level scooter; stage; stair; step; stile; terrace; workflow stage
Unterstand dig off; level accommodation; shelter; somewhere to sleep
Vorhaben level intention; will; wish
Vorsatz level aim; design; flyleaf; goal; idea; intention; will; wish
Wasserwaage level
- degree; floor; grade; horizontal surface; layer; point; spirit level; stage; storey; story; stratum; tier
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abplatten flatten; level; smooth
angleichen equalise; equalize; level adapt; assimilate
ausgleichen equalise; equalize; get even; level; level down; level out; level up; pay; settle; smooth buffer; compensate for; counterbalance; make good; settle
ebnen equalise; equalize; flatten; level; level down; level out; level up; smooth egalize; even; polish; settle; smooth; straighten out
egalisieren equalise; equalize; flatten; level; level down; level out; level up; smooth clear; clear the table; egalize; empty the table; even; polish; settle; smooth
nivellieren equalise; equalize; level; level down; level out; level up; smooth
regulieren equalise; equalize; level arrange; regularise; regularize; regulate; standardise; standardize
verrechnen get even; level; pay; settle clear; miscalculate
- charge; dismantle; even; even out; flush; level off; point; pull down; rase; raze; take down; tear down
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- even; flat; plane; tied; unwavering
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Dimensionsebene dimension level; level
Fläche area
Plan plan
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- flat; make even
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eben bluntly; close; close by; coarse; crude; even; flat; flatly; level; point blank; smooth; uniform; unwavering; vulgar a moment ago; just now; only just; plain; right
egal bluntly; close; close by; coarse; crude; even; flat; flatly; level; point blank; smooth; uniform; unwavering; vulgar groundless; indifferent; plain; regardless; unaffected; unfounded; unmoved; unperturbed; untouched
flach bluntly; close; close by; coarse; crude; even; flat; flatly; level; point blank; smooth; uniform; unwavering; vulgar fordable; shallow
gleich bluntly; close; close by; coarse; crude; even; flat; flatly; level; point blank; smooth; uniform; unwavering; vulgar alike; identical; in a minute; the same; unaltered; unchanged; uniform
platt bluntly; close; close by; coarse; crude; even; flat; flatly; level; point blank; smooth; uniform; unwavering; vulgar banal; base; below the belt; coarse; crude; evened; flattened; gross; mean; nasty; racial; rotten; shabby; sheet; smoothed; sordid; trite; trivial; unmannerly; unsavory; unsavoury; vapid; villainous; vulgar
waagerecht level horizontal

Verwante woorden van "level":


Synoniemen voor "level":


Antoniemen van "level":


Verwante definities voor "level":

  1. of the score in a contest2
  2. having a surface without slope, tilt in which no part is higher or lower than another2
    • acres of level farmland2
  3. oriented at right angles to the plumb2
    • the picture is level2
  4. being on a precise horizontal plane2
    • a billiard table must be level2
  5. not showing abrupt variations2
    • spoke in a level voice2
    • she gave him a level look2
  6. a structure consisting of a room or set of rooms at a single position along a vertical scale2
    • what level is the office on?2
  7. a flat surface at right angles to a plumb line2
    • park the car on the level2
  8. indicator that establishes the horizontal when a bubble is centered in a tube of liquid2
  9. a position on a scale of intensity or amount or quality2
    • a high level of care is required2
  10. height above ground2
    • the water reached ankle level2
    • the pictures were at the same level2
  11. an abstract place usually conceived as having depth2
    • a good actor communicates on several levels2
  12. a specific identifiable position in a continuum or series or especially in a process2
  13. a relative position or degree of value in a graded group2
  14. become level or even2
    • The ground levelled off2
  15. talk frankly with; lay it on the line2
    • I have to level with you2
  16. direct into a position for use2
  17. aim at2
    • level criticism or charges at somebody2
  18. make level or straight2
    • level the ground2
  19. tear down so as to make flat with the ground2
    • The building was levelled2
  20. The name of a set of members in a dimension hierarchy such that all members of the set are at the same distance from the root of the hierarchy. For example, a time hierarchy may contain the levels Year, Month, and Day.1

Wiktionary: level

level
verb
  1. to progress to the next level
  2. to destroy by reducing to ground level; to raze
  3. to adjust so as to make level
noun
  1. floor of a multi-storey building
  2. character's experience and power (gaming)
  3. one of several discrete segments of a game (gaming)
  4. degree or amount
  5. distance relative to a given reference elevation
  6. tool for finding whether a surface is level
adjective
  1. being unvaried
  2. at the same height as some reference
  3. same height at all places
level
verb
  1. Fachsprache: Höhenunterschiede bestimmen
  2. Technik: angleichen, ausgleichen, begradigen
  3. (transitiv) etwas auf eine Ebene oder gleiche Höhe bringen; eben machen
adjective
  1. bündig, eben
noun
  1. Geschoss über dem Parterre
  2. ohne Plural: im Ablauf einer Entwicklung momentan erreichte Stufe
  3. Wasserstand, eines Sees oder Meeres
  4. Bergbau: Höhenniveau („Stockwerk“) eines Bergwerks
  5. waagerecht Ebene auf einer bestimmten Höhe
  6. erreichte Position in einer Rangordnung
  7. räumlicher Abschnitt in einem Computerspiel
  8. übertragen: Schicht in einem mehrschichtigen Konstrukt, zum Beispiel in einer politischen oder wirtschaftlichen Organisation
  1. kurz für: Stockwerk
Cross Translation:
FromToVia
• level → flach ↔ vlak — zonder bergen of dalen
• level → Stockwerk; Etage; Stock ↔ verdieping — alle ruimten op één hoogte in een gebouw
• level → Pegel ↔ peil — niveau of stand van bijvoorbeeld water
• level → ebnen ↔ effenen — gelijk of vlak maken
• level → Kadenz; Rhythmus ↔ cadence — suite régulière de sons, de gestes, de mouvements, d'événements, etc., rythme.
• level → Einfassung; Rahmen ↔ cadre — Traductions à trier suivant le sens
• level → horizontal; wagerecht ↔ horizontal — parallèle à l'horizon.
• level → flach; platt; eben; glatt; Flach- ↔ plat — sans relief.
• level → Wert; Spiegel ↔ taux — proportion, teneur







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0931 seconde
Page rendered in 1.0 seconds