Jacket in het Duits vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

jacket:
- Joppe; Jacke; kurze Jacke; Jäckchen; Sakko; Mantel; Gewand
Wiktionary:
- jacket → Jacke, Jackett, Umschlag, Joppe
- jacket → Jackett, Jacke, Bettdecke, Decke, Bedeckung, Umschag, Verdeck

Engels

Uitgebreide vertaling voor jacket (Engels) in het Duits

the jacket

– a short coat ¹
die Joppe; die Jacke; die kurze Jacke
- Joppe [die ~] zelfstandig naamwoord
- Jacke [die ~] zelfstandig naamwoord
- kurze Jacke [die ~] zelfstandig naamwoord
the jacket (reefer jacket; reefer)
Jäckchen; die Jacke; Sakko
- Jäckchen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Jacke [die ~] zelfstandig naamwoord
- Sakko [das ~] zelfstandig naamwoord
the jacket (cloak; overcoat; coat)

– a short coat ¹
der Mantel; Gewand
- Mantel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Gewand [das ~] zelfstandig naamwoord
the jacket (coat)

– a short coat ¹
die Jacke
- Jacke [die ~] zelfstandig naamwoord
the jacket
die Jacke; Sakko; die Joppe; die kurze Jacke
- Jacke [die ~] zelfstandig naamwoord
- Sakko [das ~] zelfstandig naamwoord
- Joppe [die ~] zelfstandig naamwoord
- kurze Jacke [die ~] zelfstandig naamwoord
the jacket
die Jacke; die Joppe; die kurze Jacke
- Jacke [die ~] zelfstandig naamwoord
- Joppe [die ~] zelfstandig naamwoord
- kurze Jacke [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Gewand	cloak; coat; jacket; overcoat	habit
Jacke	coat; jacket; reefer; reefer jacket	cloak; coat; overcoat
Joppe	jacket
Jäckchen	jacket; reefer; reefer jacket	coats; jackets
Mantel	cloak; coat; jacket; overcoat	cloak; coat; overcoat
Sakko	jacket; reefer; reefer jacket
kurze Jacke	jacket
-	cap; crown; crownwork; jacket crown
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	blazer; sports jacket

(dentistry) dental appliance consisting of an artificial crown for a broken or decayed tooth¹
a short coat¹
an outer wrapping or casing¹
- phonograph records were sold in cardboard jackets¹
the tough metal shell casing for certain kinds of ammunition¹
the outer skin of a potato¹
put a jacket on¹
- The men were jacketed¹
provide with a thermally non-conducting cover¹
- The tubing needs to be jacketed¹

jacket

noun

-
- jacket → Jacke
piece of a person's suit
- jacket → Jackett
piece of clothing worn on the upper body outside a shirt or blouse
- jacket → Jacke

jacket

noun

Außenteil des Buches
- Umschlag → jacket
taillenlose Jacke
- Joppe → jacket
kurzer, enger Männerrock (Männerrock im Sinne von Jacke)
- Jackett → jacket
ein Bekleidungsstück, welches zum Bedecken des Oberkörpers vorgesehen ist
- Jacke → coat; jacket

Cross Translation:

From	To	Via
• jacket	→ Jackett	↔ colbert — korte herenjas
• jacket	→ Jacke	↔ blouson — vêtement\|fr manteau court pris à la taille.
• jacket	→ Bettdecke; Decke; Bedeckung; Umschag; Verdeck	↔ couverture — Grande pièce d’étoffe épaisse

Computer vertaling door derden: