Engels
Uitgebreide vertaling voor inviting (Engels) in het Duits
inviting:
-
inviting (attractive; appealing; attracting; alluring; enchanting; adorable; lovely; charming)
verlockend; attraktiv; reizvoll; einladend; reizend; schön; anziehend; hübsch; anmutig; schmackhaft; anmutsvoll; zierlich-
verlockend bijvoeglijk naamwoord
-
attraktiv bijvoeglijk naamwoord
-
reizvoll bijvoeglijk naamwoord
-
einladend bijvoeglijk naamwoord
-
reizend bijvoeglijk naamwoord
-
schön bijvoeglijk naamwoord
-
anziehend bijvoeglijk naamwoord
-
hübsch bijvoeglijk naamwoord
-
anmutig bijvoeglijk naamwoord
-
schmackhaft bijvoeglijk naamwoord
-
anmutsvoll bijvoeglijk naamwoord
-
zierlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
inviting (alluring; appealing; tempting; attractive; desireable)
attraktiv; verlockend; anziehend; schön; anmutig; hübsch; schick; gutaussehend; reizend; flott-
attraktiv bijvoeglijk naamwoord
-
verlockend bijvoeglijk naamwoord
-
anziehend bijvoeglijk naamwoord
-
schön bijvoeglijk naamwoord
-
anmutig bijvoeglijk naamwoord
-
hübsch bijvoeglijk naamwoord
-
schick bijvoeglijk naamwoord
-
gutaussehend bijvoeglijk naamwoord
-
reizend bijvoeglijk naamwoord
-
flott bijvoeglijk naamwoord
-
-
inviting (tempting; alluring)
verführerisch; verlockend; schmackhaft; attraktiv; reizend; anziehend-
verführerisch bijvoeglijk naamwoord
-
verlockend bijvoeglijk naamwoord
-
schmackhaft bijvoeglijk naamwoord
-
attraktiv bijvoeglijk naamwoord
-
reizend bijvoeglijk naamwoord
-
anziehend bijvoeglijk naamwoord
-
-
the inviting (alluring; attracting; tempting; charming)
Vertaal Matrix voor inviting:
Verwante woorden van "inviting":
Synoniemen voor "inviting":
Antoniemen van "inviting":
Verwante definities voor "inviting":
inviting vorm van invite:
-
to invite (engage; invoke; enlist; initiate; operationalize; begin; call in)
-
to invite (entice; attract; seduce; tempt; allure)
verleiten; verlocken; verführen; bezaubern; mitlocken; betören; heranlocken; bestechen; ködern; herauslocken-
heranlocken werkwoord (locke heran, lockst heran, lockt heran, lockte heran, locktet heran, herangelockt)
-
herauslocken werkwoord (locke heraus, lockst heraus, lockt heraus, lockte heraus, locktet heraus, herausgelockt)
-
to invite
-
to invite
– To ask someone to engage in an instant conversation. 2
Conjugations for invite:
present
- invite
- invite
- invites
- invite
- invite
- invite
simple past
- invited
- invited
- invited
- invited
- invited
- invited
present perfect
- have invited
- have invited
- has invited
- have invited
- have invited
- have invited
past continuous
- was inviting
- were inviting
- was inviting
- were inviting
- were inviting
- were inviting
future
- shall invite
- will invite
- will invite
- shall invite
- will invite
- will invite
continuous present
- am inviting
- are inviting
- is inviting
- are inviting
- are inviting
- are inviting
subjunctive
- be invited
- be invited
- be invited
- be invited
- be invited
- be invited
diverse
- invite!
- let's invite!
- invited
- inviting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor invite:
Verwante woorden van "invite":
Synoniemen voor "invite":
Verwante definities voor "invite":
Wiktionary: invite
invite
Cross Translation:
noun
invite
-
(informal) invitation
- invite → Einladung
-
ask for the presence or participation of someone
- invite → einladen
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• invite | → einladen | ↔ uitnodigen — iemand verzoeken iets bij te wonen |
• invite | → einladen | ↔ inviter — convier, prier de se trouver, de se rendre quelque part, d’assister à quelque cérémonie, etc. |
Computer vertaling door derden: