Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- inventive:
-
invent:
- ausdenken; erfinden; ersinnen; phantasieren; planen; sich ausdenken; erdichten; austüfteln; ausklügeln; herausfinden; ändern; verändern; tauschen; abwechseln; wechseln; variieren; abändern; amendieren; abwandeln; erschaffen; eintauschen; verfertigen; entstehen; ausbauen; bilden; anfertigen; entarten; auswirken; entfalten; flattern; machen; produzieren; herstellen; kreieren; schaffen; fabrizieren; entwickeln; tun; konstruieren; entwerfen; erzeugen; schöpfen; gestalten; hervorbringen; formen; ins Leben rufen; skizzieren
- Phantasieren; Servieren
-
Wiktionary:
- inventive → originell
- inventive → erfinderisch
- invent → erfinden, ausdenken, inventieren
- invent → erfinden
Engels
Uitgebreide vertaling voor inventive (Engels) in het Duits
inventive:
-
inventive (creative)
erfinderisch-
erfinderisch bijvoeglijk naamwoord
-
-
inventive (creative; resourceful; ingenious)
erfinderisch; scharfsinnig; sinnreich-
erfinderisch bijvoeglijk naamwoord
-
scharfsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
sinnreich bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor inventive:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | imaginative | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
erfinderisch | creative; ingenious; inventive; resourceful | clever; ingenious; resourceful |
scharfsinnig | creative; ingenious; inventive; resourceful | able; acute; adroit; astute; biting; brainy; bright; brilliant; capable; clever; crafty; dexterous; expert; handy; ingenious; intelligent; keen; knowledgable; neat; nimble; perky; proficient; resourceful; sagacious; sensible; sharp; sharp-minded; sharpwitted; shrewd; skilful; skillful; sly; smart; wily; wise |
sinnreich | creative; ingenious; inventive; resourceful | appropriate; significant; well thought-out |
Verwante woorden van "inventive":
Synoniemen voor "inventive":
Verwante definities voor "inventive":
invent:
-
to invent (contrive; devise; make up)
ausdenken; erfinden; ersinnen; phantasieren; planen; sich ausdenken; erdichten; austüfteln; ausklügeln-
ersinnen werkwoord
-
phantasieren werkwoord (phantasiere, phantasierst, phantasiert, phantasierte, phantasiertet, phantasiert)
-
sich ausdenken werkwoord (denke mich aus, denkst dich aus, denkt sich aus, dachte sich aus, dachtet euch aus, sich ausgedacht)
-
austüfteln werkwoord (tüftele aus, tüftelst aus, tüftelt aus, tüftelte aus, tüfteltet aus, ausgetüftelt)
-
ausklügeln werkwoord (klügele aus, klügelst aus, klügelt aus, klügelte aus, klügeltet aus, ausgeklügelt)
-
to invent
-
to invent (alter; change; interchange; switch; transform; vary; create; make)
ändern; verändern; tauschen; abwechseln; wechseln; variieren; abändern; amendieren; abwandeln; erschaffen; eintauschen; verfertigen; entstehen; ausbauen; bilden; anfertigen; entarten; auswirken; entfalten; flattern-
abwechseln werkwoord (wechsele ab, wechselst ab, wechselt ab, wechselte ab, wechseltet ab, abgewechselt)
-
erschaffen werkwoord
-
to invent (create; make; conceptualize; construct; prepare; manufacture; design; conceptualise)
machen; produzieren; herstellen; kreieren; schaffen; verfertigen; bilden; erschaffen; fabrizieren; entwickeln; tun; konstruieren; entwerfen; erzeugen; schöpfen; gestalten; erfinden; anfertigen; hervorbringen; formen; ins Leben rufen; entstehen; skizzieren-
erschaffen werkwoord
-
konstruieren werkwoord (konstruiere, konstruierst, konstruiert, konstruierte, konstruiertet, konstruiert)
-
hervorbringen werkwoord (bringe hervor, bringst hervor, bringt hervor, brachte hervor, brachtet hervor, hervorgebracht)
-
ins Leben rufen werkwoord
Conjugations for invent:
present
- invent
- invent
- invents
- invent
- invent
- invent
simple past
- invented
- invented
- invented
- invented
- invented
- invented
present perfect
- have invented
- have invented
- has invented
- have invented
- have invented
- have invented
past continuous
- was inventing
- were inventing
- was inventing
- were inventing
- were inventing
- were inventing
future
- shall invent
- will invent
- will invent
- shall invent
- will invent
- will invent
continuous present
- am inventing
- are inventing
- is inventing
- are inventing
- are inventing
- are inventing
subjunctive
- be invented
- be invented
- be invented
- be invented
- be invented
- be invented
diverse
- invent!
- let's invent!
- invented
- inventing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the invent (dishing up)
Vertaal Matrix voor invent:
Verwante woorden van "invent":
Synoniemen voor "invent":
Verwante definities voor "invent":
Wiktionary: invent
Computer vertaling door derden: