Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- interconnected:
- interconnect:
-
Wiktionary:
- interconnect → verbinden, legieren, mischen, vermischen, zusammenschalten
Engels
Uitgebreide vertaling voor interconnected (Engels) in het Duits
interconnected:
-
interconnected (unifying; associated; interdependent; joint)
verbunden; angeschlossen; zusammenhängend; aneinandergereiht; eine Einheit formend-
verbunden bijvoeglijk naamwoord
-
angeschlossen bijvoeglijk naamwoord
-
zusammenhängend bijvoeglijk naamwoord
-
aneinandergereiht bijvoeglijk naamwoord
-
eine Einheit formend bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor interconnected:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
verbunden | associated; interconnected; interdependent; joint; unifying | banded; connected; connecting; in relation to; joining; related |
zusammenhängend | associated; interconnected; interdependent; joint; unifying | coherent; concerted; concordant; connected; consistent; contiguous; oneness; solidary; unanimous; united |
- | co-ordinated; coordinated; interrelated; unified | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aneinandergereiht | associated; interconnected; interdependent; joint; unifying | connected together |
angeschlossen | associated; interconnected; interdependent; joint; unifying | chained; concerted; concordant; connected; cuffed; intrigued; oneness; solidary; unanimous; united |
eine Einheit formend | associated; interconnected; interdependent; joint; unifying |
Verwante woorden van "interconnected":
Synoniemen voor "interconnected":
Verwante definities voor "interconnected":
interconnected vorm van interconnect:
-
interconnect (interlock; interweave)
verweben; einflechten; einweben; ineinandergreifen; ineinanderschließen-
einflechten werkwoord (flechte ein, flichst ein, flicht ein, flocht ein, flochtet ein, eingeflochten)
-
ineinandergreifen werkwoord (greife ineinander, greifst ineinander, greift ineinander, griff ineinander, grifft ineinander, ineinandergegriffen)
-
ineinanderschließen werkwoord (schließe ineinander, schließt ineinander, schloß ineinander, schloßt ineinander, ineinandergeschlossen)
-
interconnect (connect; interlock)
ineinandergreifen; ineinanderschließen-
ineinandergreifen werkwoord (greife ineinander, greifst ineinander, greift ineinander, griff ineinander, grifft ineinander, ineinandergegriffen)
-
ineinanderschließen werkwoord (schließe ineinander, schließt ineinander, schloß ineinander, schloßt ineinander, ineinandergeschlossen)
-
-
the interconnect
– A private network that connects nodes in a cluster. 2
Vertaal Matrix voor interconnect:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
einflechten | interconnect; interlock; interweave | braid; fit in; interlace; intertwine; interweave; plait; plait in; twine; weave in |
einweben | interconnect; interlock; interweave | embroider; fit in; interlace; intertwine; interweave; weave in |
ineinandergreifen | connect; interconnect; interlock; interweave | interweave |
ineinanderschließen | connect; interconnect; interlock; interweave | |
verweben | interconnect; interlock; interweave | interlace; intertwine; interweave |
- | complect; interlink | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Interconnect | interconnect |
Verwante woorden van "interconnect":
Synoniemen voor "interconnect":
Verwante definities voor "interconnect":
Wiktionary: interconnect
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• interconnect | → verbinden; legieren; mischen; vermischen | ↔ allier — unir par une entente, un pacte. Ce verbe est alors généralement pronominal. |
• interconnect | → verbinden; zusammenschalten | ↔ interconnecter — connecter entre eux plusieurs objets ou systèmes. |
Computer vertaling door derden: