Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. insured:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor insured (Engels) in het Duits

insured:

insured bijvoeglijk naamwoord

  1. insured (covered; secured)
    bedeckt

Vertaal Matrix voor insured:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- insured person; policyholder
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedeckt covered; insured; secured covered; covered up; demure; grave; sedate; sober; veiled

Verwante woorden van "insured":

  • insureds, insure

Synoniemen voor "insured":


Antoniemen van "insured":

  • uninsured

Verwante definities voor "insured":

  1. covered by insurance1
    • an insured risk1
    • all members of the film cast and crew are insured1
  2. a person whose interests are protected by an insurance policy; a person who contracts for an insurance policy that indemnifies him against loss of property or life or health etc.1

insure:


Vertaal Matrix voor insure:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- ascertain; assure; check; control; cover; ensure; guarantee; secure; see; see to it; underwrite

Verwante woorden van "insure":


Synoniemen voor "insure":


Verwante definities voor "insure":

  1. be careful or certain to do something; make certain of something1
  2. make certain of1
  3. protect by insurance1
  4. take out insurance for1

Wiktionary: insure

insure
verb
  1. -
  2. to provide for compensation if some risk occurs
insure
verb
  1. etwas, jemanden versichern: eine Versicherung abschließen; mit jemandem einen Vertrag schließen und die Kosten bei einem Schaden übernehmen
  2. sich, etwas, jemanden versichern: eine Versicherung abschließen; mit jemandem (in der Regel mit einer Versicherung) einen Vertrag schließen; gegen regelmäßige Geldzahlungen trägt die Versicherung die Kosten bei einem Schaden