Instruction in het Duits vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

instruction:
- Auftrag; Dienstbefehle; Anweisung; Erlaß; Instruktion; Kommando; Weisung; Befehl; Zwangsbefehl; Briefing; Kurs; Unterricht; Lehre; Gebrauchsanweisung; Vollmachten
Wiktionary:
- instruction → Assemblerbefehl, Unterricht, Anweisung, Weisung, Lateinunterricht, Belehrung
- instruction → Unterricht, Instruktion, Einweisung, Befehl, Weisung, Anweisung, Order

Engels

Uitgebreide vertaling voor instruction (Engels) in het Duits

instruction:

instruction [the ~] zelfstandig naamwoord

the instruction (orders)
der Auftrag; der Dienstbefehle
- Auftrag [der ~] zelfstandig naamwoord
- Dienstbefehle [der ~] zelfstandig naamwoord
the instruction (command; assignment; order; shibboleth; parole; cue; motto)
der Auftrag; die Anweisung; der Erlaß; die Instruktion; Kommando; die Weisung; der Befehl; der Zwangsbefehl
- Auftrag [der ~] zelfstandig naamwoord
- Anweisung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Erlaß [der ~] zelfstandig naamwoord
- Instruktion [die ~] zelfstandig naamwoord
- Kommando [das ~] zelfstandig naamwoord
- Weisung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Befehl [der ~] zelfstandig naamwoord
- Zwangsbefehl [der ~] zelfstandig naamwoord
the instruction (briefing)
Briefing
- Briefing [das ~] zelfstandig naamwoord
the instruction (assignment; order; command)
die Instruktion; die Anweisung
- Instruktion [die ~] zelfstandig naamwoord
- Anweisung [die ~] zelfstandig naamwoord
the instruction (course; education; lesson; tuition; curriculum; teaching)
der Kurs; der Unterricht; die Lehre
- Kurs [der ~] zelfstandig naamwoord
- Unterricht [der ~] zelfstandig naamwoord
- Lehre [die ~] zelfstandig naamwoord
the instruction (manual; guidebook; handbook; instruction book)

– a message describing how something is to be done ¹
die Gebrauchsanweisung
- Gebrauchsanweisung [die ~] zelfstandig naamwoord
the instruction (tuition; lesson)
der Unterricht
- Unterricht [der ~] zelfstandig naamwoord
the instruction (mandate; commission; order)
die Vollmachten; der Dienstbefehle
- Vollmachten [die ~] zelfstandig naamwoord
- Dienstbefehle [der ~] zelfstandig naamwoord
the instruction

– An action statement in any computer language, most often in machine or assembly language. Most programs consist of two types of statements: declarations and instructions. ²
die Anweisung
- Anweisung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor instruction:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Anweisung	assignment; command; cue; instruction; motto; order; parole; shibboleth	action statement; statement
Auftrag	assignment; command; cue; instruction; motto; order; orders; parole; shibboleth	authority; command; job; mandate; order; sales order
Befehl	assignment; command; cue; instruction; motto; order; parole; shibboleth	command; order
Briefing	briefing; instruction
Dienstbefehle	commission; instruction; mandate; order; orders
Erlaß	assignment; command; cue; instruction; motto; order; parole; shibboleth	availability; carbon; carbon copy; command; copy; decision; decision of the town council; decree; measure; order; ordinance; replica; ruling
Gebrauchsanweisung	guidebook; handbook; instruction; instruction book; manual	brochure; directions; directions for use; directory; handbook; information leaflet; instructions; instructions for use; manual; manuals; operation instructions
Instruktion	assignment; command; cue; instruction; motto; order; parole; shibboleth	clarification; clearing; communication; elucidation; enlightenment; explaining; explanation; information; notice
Kommando	assignment; command; cue; instruction; motto; order; parole; shibboleth	command; commando; order
Kurs	course; curriculum; education; instruction; lesson; teaching; tuition	conversion rate; course; currency; direction; exchange rate; market quotation; price; quotation; rate; rate of exchange; stock price; study; value
Lehre	course; curriculum; education; instruction; lesson; teaching; tuition	apprenticeship
Unterricht	course; curriculum; education; instruction; lesson; teaching; tuition	class; course; education; lesson; lesson hour; upbringing
Vollmachten	commission; instruction; mandate; order	authorizations; proxies; representatives; solicitors
Weisung	assignment; command; cue; instruction; motto; order; parole; shibboleth
Zwangsbefehl	assignment; command; cue; instruction; motto; order; parole; shibboleth
-	command; didactics; direction; education; educational activity; pedagogy; program line; statement; teaching

Verwante woorden van "instruction":

instructions

Synoniemen voor "instruction":

direction; message; content; subject matter; substance
education; teaching; pedagogy; didactics; educational activity; activity
education
command; statement; program line; code; computer code

Verwante definities voor "instruction":

the activities of educating or instructing; activities that impart knowledge or skill¹
- our instruction was carefully programmed¹
the profession of a teacher¹
(computer science) a line of code written as part of a computer program¹
a message describing how something is to be done¹
An action statement in any computer language, most often in machine or assembly language. Most programs consist of two types of statements: declarations and instructions.²

Wiktionary: instruction

instruction

noun

single operation of a processor
- instruction → Assemblerbefehl
act of instructing, teaching, or furnishing with knowledge; information
- instruction → Unterricht
that which instructs, or with which one is instructed
- instruction → Anweisung

instruction

noun

verbindliche Aufforderung
- Weisung → instruction
meist Singular: regelmäßige und planvolle Weitergabe von Wissen, Information und Fähigkeiten von einem oder mehren Lehrern an einen oder mehr Schüler
- Unterricht → teaching; lessons; classes; instruction
Schule, Hochschule: Unterricht, der vor allem die lateinische Sprache und Literatur zum Gegenstand hat
- Lateinunterricht → instruction; course; Latin; lessons
Vermittlung von Kenntnissen; abwertend: Zurechtweisung
- Belehrung → instruction

Cross Translation:

From	To	Via
• instruction	→ Unterricht; Instruktion; Einweisung	↔ instructie — een order, een aanwijzing
• instruction	→ Befehl; Weisung; Anweisung; Order	↔ consigne — Ordre, instruction
• instruction	→ Unterricht	↔ enseignement — Action de transmettre des connaissances à un élève.

Verwante vertalingen van instruction

Remove Ads

Vertaal instruction van Engels naar Duits

Uitgebreide vertaling voor instruction (Engels) in het Duits

instruction:

instruction [the ~] zelfstandig naamwoord

the instruction (orders)

the instruction (command; assignment; order; shibboleth; parole; cue; motto)

the instruction (briefing)

the instruction (assignment; order; command)

the instruction (course; education; lesson; tuition; curriculum; teaching)

the instruction (manual; guidebook; handbook; instruction book)

the instruction (tuition; lesson)

the instruction (mandate; commission; order)

the instruction

Vertaal Matrix voor instruction:

Verwante woorden van "instruction":

Synoniemen voor "instruction":

Verwante definities voor "instruction":

Wiktionary: instruction

Verwante vertalingen van instruction