Innocence in het Duits vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

innocence:
- Unschuld; Einfalt; Einfachheit; Schlichtheit; Naivität; Kindlichkeit; Unverdorbenheit; Gutgläubigkeit; Keuschheit; Unbeflecktheit
Wiktionary:
- innocence → Unschuld

Engels

Uitgebreide vertaling voor innocence (Engels) in het Duits

innocence:

innocence [the ~] zelfstandig naamwoord

the innocence (naïvety)
die Unschuld; die Einfalt; die Einfachheit; die Schlichtheit; die Naivität; die Kindlichkeit; die Unverdorbenheit; die Gutgläubigkeit
- Unschuld [die ~] zelfstandig naamwoord
- Einfalt [die ~] zelfstandig naamwoord
- Einfachheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlichtheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Naivität [die ~] zelfstandig naamwoord
- Kindlichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Unverdorbenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gutgläubigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
the innocence (immaculacy; chastity; purity)
die Keuschheit; die Unbeflecktheit
- Keuschheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Unbeflecktheit [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor innocence:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Einfachheit	innocence; naïvety	cushiness; folly; foolishness; frugality; idiocy; inanity; lunacy; naïvete; plainness; scantiness; silliness; simpleness; simplicity; sobriety
Einfalt	innocence; naïvety	demureness; folly; foolishness; frugality; having no pretentions; idiocy; inanity; lunacy; modesty; naïvete; plainness; scantiness; silliness; simpleness; simplicity; sobriety; unaffectedness
Gutgläubigkeit	innocence; naïvety	credulity; foolishness; gullibility; inanity; naiveté; naïvete; silliness; simplicity; unaffectedness
Keuschheit	chastity; immaculacy; innocence; purity	faultlessness; impeccability; irreprochability; joy; light-heartedness; merriment; mirth; neatness; orderliness; perfection; pleasure; purity; soundness; spotlessness; stainlessness; tidiness
Kindlichkeit	innocence; naïvety	childishness; folly; foolishness; idiocy; inanity; lunacy; naïvete; silliness; simplicity; unaffectedness
Naivität	innocence; naïvety	dotage; foolishness; inanity; naïvete; second childhood; silliness; simplicity; unaffectedness
Schlichtheit	innocence; naïvety	demureness; foolishness; frugality; having no pretentions; inanity; modesty; naïvete; plainness; scantiness; silliness; simpleness; simplicity; sobriety
Unbeflecktheit	chastity; immaculacy; innocence; purity
Unschuld	innocence; naïvety	decency; faultlessness; foolishness; impeccability; inanity; irreprochability; joy; light-heartedness; merriment; mirth; naïvete; neatness; orderliness; perfection; pleasure; purity; silliness; soundness; spotlessness; stainlessness; tidiness
Unverdorbenheit	innocence; naïvety
-	artlessness; ingenuousness; naturalness; pureness; purity; sinlessness; whiteness
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	harmlessness

Synoniemen voor "innocence":

artlessness; ingenuousness; naturalness; naivete; naivety; naiveness
purity; pureness; sinlessness; whiteness; condition; status

Antoniemen van "innocence":

guilt

Verwante definities voor "innocence":

the quality of innocent naivete¹
a state or condition of being innocent of a specific crime or offense¹
- the trial established his innocence¹
the state of being unsullied by sin or moral wrong; lacking a knowledge of evil¹

Wiktionary: innocence

innocence

noun

absence of responsibility for a crime
- innocence → Unschuld

innocence

noun

-
- Unschuld → innocence

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van innocence

declare one's innocence

Remove Ads

Vertaal innocence van Engels naar Duits

Uitgebreide vertaling voor innocence (Engels) in het Duits

innocence:

innocence [the ~] zelfstandig naamwoord

the innocence (naïvety)

the innocence (immaculacy; chastity; purity)

Vertaal Matrix voor innocence:

Synoniemen voor "innocence":

Antoniemen van "innocence":

Verwante definities voor "innocence":

Wiktionary: innocence

Verwante vertalingen van innocence